Proef jeugdhulp Rotterdam smaakt naar meer

Een Rotterdams proefproject waarbij de inzet van zware jeugdhulp werd voorkomen, is succesvol verlopen. Er kon snellere en effectievere hulp voor minder geld worden geboden. Het is een van de projecten (‘proeftuinen’) die in de regio Rotterdam zijn opgezet in aanloop naar de decentralisatie jeugdzorg in 2015.

Vroegtijdig signaleren

Kinderen die normaliter voor dagbehandeling naar een gespecialiseerde jeugdhulplocatie gingen, kregen het afgelopen jaar jeugdhulp op drie Rotterdamse locaties in de kinderopvang en buitenschoolse opvang. Pedagogisch medewerkers werden door medewerkers van betrokken jeugdhulpinstellingen en het Centrum voor Jeugd en Gezin geleerd vroegtijdig te signaleren. Daardoor werden problemen eerder aangepakt en daarmee minder groot.

Verwijzing voorkomen

Deze proef toont aan dat een aantal ‘bijzondere kinderen’ met een steuntje in de rug gewoon kan functioneren in de reguliere kinderopvang, concluderen de deelnemers van de proeftuin ‘Gewoon en Bijzonder wordt Bijzonder-Gewoon in de kinderopvang’. Ouders en kinderen zijn tevreden. In meerdere gevallen is verwijzing naar zwaardere jeugdhulp voorkomen.

Dichtbij huis

De Rotterdamse wethouder Hugo de Jonge (Onderwijs, Jeugd en Gezin, CDA) toont zich tevreden over de resultaten. Volgens hem sluit deze proeftuin aan op de uitgangspunten van het Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel, waarbij hulp en steun zo dicht mogelijk bij huis wordt aangeboden. ‘Voor zowel het kind als voor de ouders is het prettig in de vertrouwde omgeving van de kinderopvang te blijven’, aldus De Jonge.

Laagdrempelig

Ook Stek Jeugdhulp − een van de deelnemende partijen − is enthousiast. De behandeling op een kinderopvanglocatie is beter en goedkoper dan een dagbehandeling in een instituut, stelt bestuurder Gerrit van Engelen. ‘Goedkoper, omdat dagbehandeling voor jonge kinderen veel duurder is dan specialistische begeleiding op een kinderopvanglocatie. En beter, omdat kinderen in een vroeg stadium op een laagdrempelige manier worden behandeld.’ Volgens hem worden de problemen hierdoor minder groot en neemt de gemiddelde behandeltijd af. ‘Uiteindelijk leidt dit bij een aantal kinderen tot minder dure en ingrijpende jeugdhulp.’ Hij tekent daarbij aan dat specialistische hulp in een gespecialiseerde voorziening soms nodig blijft.

Negen instellingen

Het project is een van de proeftuinen waarin organisaties en gemeenten in de regio Rijnmond nieuwe werkwijzen uitproberen. De proeftuinen zijn onderdeel van het programmaplan ‘Decentralisatie jeugdzorg 2013-2015’ dat door de samenwerkende gemeenten is vastgesteld. Voor deze proeftuin sloegen negen instellingen de handen ineen, waaronder Stek Jeugdhulp, Lucertis (jeugdGGZ) en het Centrum voor Jeugd en Gezin Rijnmond.