Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Meedoen’ vooral nog voor hoger opgeleiden

Deelname van lager opgeleiden aan de participatiesamenleving blijft achter. Dat is een van de hoofdconclusies uit de evaluatie van vier jaar participatiesamenleving door kenniscentrum Movisie, getiteld ´Participatiesamenleving anno 2017: Volop kansen´.

19 september 2017

Deelname van lager opgeleiden aan de participatiesamenleving blijft achter. Dat is een van de hoofdconclusies uit de evaluatie van vier jaar participatiesamenleving door kenniscentrum Movisie, getiteld Participatiesamenleving anno 2017: Volop kansen.

Tweedeling

Onderzoekers Wil Verschoor en Daan de Bruijn waarschuwen dat er in de participatiesamenleving een tweedeling ontstaat tussen hoger en lager opgeleiden. De eerste groep weet de weg te vinden binnen de nieuwe regelgeving en is oververtegenwoordigd in deelname aan maatschappelijke organisaties, sociale ondernemingen en burgerinitiatieven, terwijl de laatste groep aanzienlijk minder (zelf)redzaam is. Daarnaast is dit deel van de samenleving in toenemende mate op zichzelf aangewezen. Zo is het slagingspercentage (binnen drie jaar) van inburgeraars met de helft gezakt na het afschaffen van de gemeentelijke klantmanager, die hielp met het regelen en betalen van de cursussen. Ook blijkt uit onderzoek in Amsterdam dat laagopgeleiden, werklozen en kleinverdieners oververtegenwoordigd zijn in het stijgende eenzaamheidscijfer.

Faciliteren

Burgers die zich inzetten voor de participatiesamenleving ervaren de overheid regelmatig als sta-in-de-weg in plaats van als partner. De onderzoekers wijzen bijvoorbeeld op de tijd en moeite die in communicatie met gemeenten gaat zitten, en concluderen dat veel burgers niet het idee hebben dat hun initiatieven door gemeenten voor vol aangezien worden. Ook financiële tekorten zijn een veelgenoemd knelpunt. Verschoor en De Bruijn lijken optimistisch te zijn over de komende tijd; terwijl laatste jaren de participatiesamenleving voor het kwetsbare deel van de samenleving vaak synoniem was met bezuinigingen, lijkt de directe noodzaak tot bezuinigen nu voorbij. De onderzoekers komen met drie aanbevelingen: kijk meer om naar de kwetsbaarste burgers, faciliteer mantelzorgers en vrijwilligers beter, en stimuleer burgerinitiatieven in plaats van drempels op te werpen.

Van onderop

Verschoor over de aanbevelingen: ‘Hoewel de situatie per casus of per gemeente erg kan verschillen, zijn er een aantal zaken die we vaker terugzien. Om lager opgeleiden meer bij de samenleving te betrekken, moet er meer maatwerk worden geleverd. We moeten goed inzoomen op de kwetsbare groepen en analyseren wat hun kwetsbaarheden zijn, en waar de oorzaak van die kwetsbaarheden ligt. Die groepen moeten dan van onderop worden benaderd. Laaggeletterden of mensen met een taalachterstand zou men bijvoorbeeld hulp kunnen aanbieden vanuit een bibliotheek in de buurt. Van bovenaf zouden overheden meer kunnen doen om mensen de weg te wijzen. Het voorbeeld van de inburgeraars laat dat heel duidelijk zien.’ Volgens Verschoor is er ook een mentaliteitsverandering nodig bij gemeenten op het gebied van burgerinitiatieven. ‘Sommige gemeenten moeten nog wennen aan de nieuwe setting en zien burgerinitiatieven soms nog als een goede aanleiding om te bezuinigen. Gemeenten zouden ook de regels en wetten omtrent burgerinitiatieven kunnen verminderen.‘

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie