Advertentie
sociaal / Nieuws

Integrale aanpak slachtoffers loverboys nodig

Wijkteams kunnen ervoor zorgen dat specialistische hulp in een eerder stadium aangeboden wordt.

08 december 2014

Er moet een integrale aanpak komen gericht op preventie, herkenning en opvang van slachtoffers van loverboys. Daarvoor pleit een commissie onder leiding van Naïma Azough in een actieplan dat vandaag wordt aangeboden aan staatssecretaris Martin van Rijn (VWS). Gemeenten moeten een belangrijke rol spelen in deze aanpak.

Sterke stijging
Al jaren neemt het aantal geregistreerde jonge slachtoffers van loverboys en mensenhandel toe. Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen waren er in 2009 63 Nederlandse minderjarige (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel, in 2013 is dit aantal gestegen naar 165 kinderen en jongeren, voornamelijk meisjes. Daarbij ontbreekt het aan een integrale ketenaanpak voor slachtoffers van mensenhandel, variërend van vroegsignalering van kwetsbare meisjes tot intensieve behandeling van ernstig getraumatiseerde meisjes en de re-integratie in de samenleving.


Signalering
Het Actieplan Hun verleden is niet hun toekomst van de commissie Azough is geïnitieerd door Jeugdzorg Nederland en wordt ondersteund door Nederlands Jeugd Instituut en het ministerie van VWS. Jeugdzorgorganisaties zijn al bezig de hulp aan slachtoffers van loverboys te intensiveren waarbij zo onder meer met betere signalering en registratie gaan werken.

 
Focus op preventie

Ook gemeenten zullen hierbij betrokken worden, omdat zij vanaf januari verantwoordelijk zijn voor de zorg aan de jeugd. ‘Gemeenten zijn een belangrijke ketenpartner’, aldus Azough. ‘Door de transitie komt de zorg dichter bij de burger en krijgen we de kans om beter te focussen op preventie. Dat kan er toe leiden dat deze – vaak – meisjes met ingewikkelde (multi)problematiek eerder gezien worden en dat erger wordt voorkomen. Wijkteams kunnen er ook voor zorgen dat specialistische hulp in een eerder stadium aangeboden wordt.

 
Hele land

Azough noemt het van groot belang dat gemeenten slachtoffers van loverboys zien als een groep waar ze verantwoordelijk voor zijn. ‘De problematiek kan zich in het hele land voordoen. Het niet slechts een grote steden probleem. Gemeenten hebben dan ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid en signalerin en preventie is overal van belang.

 
Verhoogd risico

Door te sturen op preventie, zoals voorlichting, bewustwording en, programma’s op scholen en tijdige hulp moet geprobeerd worden te voorkomen dat kwetsbare meisjes in handen van loverboys of mensenhandelaren vallen. Ook moeten gemeenten aandacht hebben voor meisjes die een verhoogd risico hebben, bijvoorbeeld meisjes waarbij sprake is van intergenerationele problematiek en meisjes met een verleden van seksueel misbruik. Hiervoor moeten ze vanuit het lokale aanbod van jeugdhulp tijdige signalering en goede specialistische hulp mogelijk maken.

Zorgtafel Rotterdam
Sommige gemeenten zijn al goed bezig, aldus Azough. Zo is er in Rotterdam een zorgtafel ingericht. Politie, justitie, jeugdzorg, onderwijs én de gemeente zijn daarin partners. Er wordt informatie uitgewisseld en goed overlegd. Azough: ‘Maar het belangrijkste daarbij is dat de verschillende instanties elkaar goed en snel kunnen vinden. Dat is cruciaal. Want snel optreden en handelen is echt nodig om erger te voorkomen.’

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hannes Haganum / kritisch lezer
Weinig love en veel geweld en intimidatie dunkt me. Loverboys is een volkomen verkeerd woord voor keiharde criminelen. Weer een commissie van mensen die echt van de ratten besnuffeld zijn. De overheid heeft zelf deze situaties gecreëerd. Vroeger zater er veel kennis bij de Jeugd- en Zedenpolitie. Die dienders durfden ook stevig op te treden als het nodig was. Nu komt er weer commissie met dik betaalde leuteraars. Het reactioneel niveau van dit artikel is echter weer erbarmelijk slecht. Alleen consequent en hard politieoptreden met veel controles werkt.
gerrie
Loverboys zijn met name Marokkanen. Noem het beestje gewoon bij zijn naam. In Nederland hebben we de afgelopen decennia veel plezier gehad van onze buitenlandse vrienden. Gelukkig is het merendeel wel op het rechte pad gebleven en doen het goed.
Karl
Gerrit: De voorzitter van dit adviesclubje is Marokkaanse (en oud-Tweede Kamerlid voor GroenLinks). Dan begrijp je wel waarom de beestjes niet bij hunnaam worden genoemd.

Het advies is trouwens wel typisch Marokkaans: overheid moet dit, gemeenten moeten dat. De verantwoordelijkheid van ouders (van slachtoffers en van daders) wordt weer zorgvuldig buiten beeld gehouden.
Advertentie