Advertentie
sociaal / Nieuws

Groen licht voor bijstandsexperimenten

Staatssecretaris Klijnsma geeft de gemeenten Groningen en Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer toestemming om twee jaar lang te experimenteren met de uitvoering van bijstandsregels. Utrecht, Amsterdam en Nijmegen krijgen deze zomer uitsluitsel. Andere gemeenten vinden de voorwaarden van het ministerie te streng en beginnen eigen experimenten.

03 juli 2017

De gemeenten Groningen en Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer krijgen toestemming van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om twee jaar lang te experimenteren met de uitvoering van bijstandsregels. De gemeenten Utrecht, Amsterdam en Nijmegen zitten nog in de wachtkamer. Andere gemeenten vinden de voorwaarden van het ministerie te streng en beginnen eigen experimenten.

Toestemming
Na intensief overleg met wethouders Erik de Ridder (Tilburg), Victor Everhardt (Utrecht), Dennis Gudden (Wageningen) en Mattias Gijsbertsen (Groningen) geeft staatssecretaris Jetta Klijnsma drie van die vier gemeenten groen licht voor hun bijstandsexperiment. Vanochtend tekende ze op het stadhuis van Groningen de beschikking, waarmee ze de stad formeel toestemming geeft voor het experiment Bijstand Op Maat. Dat gaat na de zomer van start. Na de vier koplopergemeenten mochten ook andere gemeenten een aanvraag indienen. Dat hebben Amsterdam, Deventer en Nijmegen gedaan. Over Amsterdam en Nijmegen verwacht Klijnsma in de zomer te beslissen.


Wetenschappelijk onderbouwd

Doel van de experimenten is vast te stellen hoe mensen vanuit de bijstand het beste kunnen worden gemotiveerd of begeleid naar een plek op de arbeidsmarkt. De vijf gemeenten gaan werken met meerdere onderzoeksgroepen met per groep een verschillende aanpak. Bij de uitvoering van de experimenten zijn de universiteiten van Groningen, Tilburg en Utrecht betrokken. Om na afloop van de experimenten objectieve en wetenschappelijk onderbouwde conclusies te kunnen trekken heeft ZonMw een toetsingskader opgesteld.


Utrecht

Een eerdere poging van de gemeente Utrecht om per 1 mei j.l. met de experimenten te beginnen stuitte nog op bezwaren van het ministerie. Utrecht was het daar niet mee eens, maar besloot een nieuwe aanvraag in te dienen op basis van de Algemene Maatregel van Bestuur. Die was nodig om de experimenten wettelijk mogelijk te maken. De aanvraag van Utrecht ligt daarom nog ter beoordeling op het ministerie. Ook daarover verwacht Klijnsma in de zomer een besluit te nemen.

Te veel barrières
Voor een aantal gemeenten vormden de strenge regels van het ministerie toch te veel een barrière. Zij starten deze zomer met eigen experimenten. De gemeenteraad van Almere stemde vorige week in met het experiment “regelarme bijstand”. Drie groepen van minimaal 125 bijstandsgerechtigden krijgen een verschillend regime: intensieve begeleiding, intensieve begeleiding met zeggenschap of geen begeleiding en geen sollicitatieplicht. Zeven fracties hadden het voorstel ingediend. Wat hun betreft heeft het ideologische debat lang genoeg geduurd. Eerst is er een vooronderzoek, waarvan de resultaten voor de gemeenteraadsverkiezingen met de raad moeten worden gedeeld. Daarna begint het hoofdonderzoek. Het hele traject duurt 18 maanden.


Apeldoorn begint al
De gemeente Apeldoorn is afgelopen woensdag al begonnen met het experiment “Zelf aan het stuur en op maat”. De gemeenten Epe, Oss en Geldrop-Mierlo hebben zich hierbij aangesloten. Volgens de gemeente blijft het experiment binnen de kaders van de Participatiewet. Deze maand beginnen Apeldoorn en Epe met het verstrekken van “regelluwe” bijstandsuitkeringen. Het onderzoek heeft ongeveer 90 deelnemers uit Epe en 450 uit Apeldoorn en krijgt wetenschappelijke begeleiding van de Universiteit Tilburg. De proef loopt tot en met juli 2019.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

roelien postma / verpleegkundige
Ik ben twee keer genoodzaakt geweest bijstand aan te vragen bij de gemeente Amsterdam. Vanwege de zorg voor mijn getraumatiseerde pleegzoon raakte ik buiten het arbeidsproces. Vooral het niet kunnen vinden van passende buitenschoolse opvang was het struikelblok. Ook pleegzorg, ouder en kindzorg en mijn consulent bij de gemeente gingen niet op mijn hulpvraag in. Niemand scheen mij en mijn zoon te kunnen (of te willen?) helpen. Tot ik drie weken geleden ten einde raad het WMO loket van de gemeente Amsterdam belde, en er op 5 minuten afstand van de school van mijn zoon gespecialiseerde opvang mogelijk was. Pleegzorg en ouder en kind zorg zeggen achteraf deze instelling wel te kennen!!

Bijstand was nooit nodig geweest bij het goed functioneren van de hulpverlening.

Ik vertrek naar Friesland waar het feit dat ik pleegouder ben wordt gewaardeerd, en waar mijn werkgever mij in vele zaken tegemoet wil komen, zodat ik zorg en werk kan combineren.
Advertentie