Advertentie
sociaal / Nieuws

Gemeenten de fout in bij aanbesteding jeugd

Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem moeten de jeugdhulp voor 2017 op last van de rechter opnieuw aanbesteden. De voorzieningenrechter heeft korte metten gemaakt met de werkwijze en uitgangspunten van de aanbesteding van beide gemeenten. De risicoverdeling tussen gemeenten en zorgverlener is ‘disproportioneel’, oordeelt de rechter.

06 oktober 2016

De gemeenten Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem moeten de jeugdhulp voor 2017 opnieuw aanbesteden. De voorzieningenrechter heeft dit bepaald in een kort geding dat een aantal jeugdhulpinstellingen had aangespannen tegen de twee gemeenten. Het budget is ontoereikend en alle risico’s worden bij de zorgverlener gelegd. De risicoverdeling tussen gemeenten en zorgverlener is daarmee ‘disproportioneel’, oordeelt de rechter.

Risico’s

De zorgverlener die door beide gemeenten zou worden gecontracteerd, mag geen wachtlijsten laten ontstaan én moet alle financiële risico’s zelf dragen. Het ‘realiteitsgehalte van de gemaximeerde budgetten die door de gemeenten voor de jeugdhulp beschikbaar worden gesteld’ rammelt bovendien. In het contract tussen gemeenten en zorgverlener is niet ‘voorzien in een concrete ontsnappingsmogelijkheid als blijkt dat deze budgetten te laag zijn bepaald’, aldus de rechter in zijn vonnis.

Korte metten

Op 1 januari lopen de jeugdhulpcontracten van beide gemeenten af. Via een aanbestedingsprocedure is er een winnende zorgverlener (GO! voor jeugd) uitgerold. Een aantal andere inschrijvers - MEE, Stek jeugdhulp, ’s Heeren Loo en GGZ Rivierduinen - stapte naar de voorzieningenrechter. In een kort geding maakten zij bezwaar tegen de wijze waarop de gemeenten de aanbesteding hebben georganiseerd. De voorzieningenrechter heeft hen in het gelijk gesteld en korte metten gemaakt met de werkwijze en uitgangspunten van de aanbesteding van Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem.

Economisch meest voordelig

Per 2017 willen de gemeenten een driejarige overeenkomst sluiten met één aanbieder, waarbij de economisch meest voordelige inschrijving als gunningscriterium gold. In het Aanbestedingsdocument van 26 april 2016 staat onder meer dat er plafondbudgetten gelden, zonder jaarlijkse indexering. In beide gemeenten zou er na 2017 bovendien flink worden gekort op het budget. In Alphen aan den Rijn is voor 2017 20 miljoen euro uitgetrokken, voor 2018 en 2019 jaarlijks 17,5 miljoen euro. Voor Kaag en Braassem is volgend jaar ruim 3,1 miljoen euro beschikbaar; vanaf 2018 en 2019 ruim 2,9 miljoen euro.

Vraagtekens

Met het budget kan de klus niet geklaard worden, stelden de zorgverleners die het kort geding aanspanden. Uit het jaaroverzicht over 2015 van Holland Rijnland (het regionaal samenwerkingsverband waarbij de twee gemeenten zijn aangesloten) blijkt dat er, voor de uitvoering van de benodigde jeugdzorg, te weinig budget is voor 2015 en 2016. Voor 2017 is er nog minder budget beschikbaar. Het verweer van Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem dat de transformatie, die vanaf 2017 moet gaan plaatsvinden, kostenbesparing zal opleveren, ging er bij de rechter niet in. Mede omdat in hetzelfde jaaroverzicht staat dat de terugloop van de budgetten harder gaat dan de mogelijkheden tot zorgvernieuwing. Het plafondbudget is daarmee op drijfzand gebaseerd, betoogden de zorgverleners. Zo ver is de rechter in zijn bewoordingen niet gegaan, maar oordeelde wel dat er ‘ten minste vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het realiteitsgehalte van de plafondbudgetten’.

Wachtlijsten

Wachtlijsten mogen niet ontstaan, zo stelden beide gemeenten eveneens als eis in het Aanbestedingsdocument. De zorgverlener mag zich niet beroepen op maximaal bereikte capaciteit. Bij plaatsingsproblemen, moet de zorgverlener dat zelf direct oplossen. In het geval er toch een wachtlijst dreigt te ontstaan, dan moet de gemeente daar weliswaar van op de hoogte worden gesteld, maar de zorgverlener moet zelf met een oplossing komen. Naast deze eisen hebben de gemeenten geen of onvoldoende informatie aan nieuwe spelers verstrekt over onder meer het volume van de huidige zorgvraag. Zonder die informatie konden nieuwe aanbieders niet of onvoldoende inschatten wat de omvang van de opdracht zou zijn. Al met al ontoelaatbaar, zo heeft de rechter gevonnist. De gemeenten moeten op last van de recht de gunningsbeslissing intrekken en de jeugdhulp opnieuw aan te besteden.

Zorgcontinuïteit

Beide gemeenten melden op hun website dat zij na bestudering van de uitspraak bepalen wat de vervolgstappen zullen zijn. ‘De gemeenten verzekeren dat de continuïteit van zorg niet in gevaar komt.’ Inwoners die jeugdhulp krijgen, worden binnen twee weken per brief geïnformeerd over de actuele stand van zaken.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Mahin Jankie / bestuurder
Mijn complimenten voor de rechter die naar mijn mening deze hele goede beslissing heeft durven te nemen! Mahin Jankie
John
Voor hulpvragen is er geen geld maar voor de irritante sociale en oggz werkers wel en de meerderheid is niet eens verslaafd of verward of gevaarlijk zij zien echter bij veel burgers verschijnselen die niet aanwezig zijn en mogen alle levens verstoren en binnendringen net zo lang tot ze hun doel bereikt hebben.
Advertentie