Advertentie
sociaal / Nieuws

Cliëntondersteuning moet niet te breed zijn

Het is belangrijk ‘om scherp te zijn wat wel en niet de bedoeling is van de functie cliëntondersteuning’. Zij moet niet te breed worden ingevuld, vindt minister de Jonge (VWS).

16 juli 2018
handen.JPG

Onafhankelijke cliëntondersteuning moet bij ‘de toegang’ beter bekend zijn en georganiseerd worden. Er moet meer inzicht komen in vraag naar en aanbod van cliëntondersteuning. De bekendheid over het recht op cliëntondersteuning moet worden vergroot. Het is daarnaast van belang ‘om scherp te zijn wat wel en niet de bedoeling is van de functie cliëntondersteuning’.

Zorgcoördinator

Dat stelt minister Hugo de Jonge in een Kamerbrief, waarin hij ingaat op de besteding van de 55 miljoen euro die in het Regeerakkoord voor cliëntondersteuning zijn opgenomen. Die zijn bedoeld om een extra impuls te geven aan cliëntondersteuning. Gemeenten vullen de cliëntondersteuning verschillend in; de een heel breed, de ander smal. ‘Waar cliëntondersteuning in de oorsprong zag op het met onafhankelijk advies bijstaan van mensen met een beperking in het contact met hun hulpverlener, is zowel de doelgroep als wat de cliëntondersteuner in de praktijk doet aanzienlijk verbreed. Dat is niet altijd meer in lijn met de (formele) bedoeling van cliëntondersteuning’, schrijft De Jonge. ‘Ze zijn soms bijna zorgcoördinator of casusregisseur.’


Essentie

De minister vindt niet dat de functie te breed moet worden ingevuld. De essentie van cliëntondersteuning is voor De Jonge ‘dat iemand naast de cliënt staat en hem of haar met informatie, advies en voorlichting bij staat om een hulpvraag te verhelderen, de weg te vinden in een voor veel mensen complex stelsel en in het contact met gemeenten, zorgkantoren, instanties en aanbieders’.

Gratis voorziening

Cliëntondersteuners moeten bij de toegang bekend zijn en er onderdeel van uitmaken, zonder hun onafhankelijkheid te verliezen, vindt De Jonge verder. De toegang is wat hem betreft de plek waar mensen voor het eerst met een hulpvraag aankloppen. Dat kan voor iedere doelgroep een andere plek zijn: het sociaal (wijk)team zijn, de huisarts, school, een laagdrempelig inlooppunt voor daklozen of bij het UWV loket, schrijft De Jonge. ‘Deze professionals moeten bekend zijn met het feit dat onafhankelijke cliëntondersteuning een gratis voorziening is voor kwetsbare mensen met een (complexe) hulpvraag. Professionals moeten cliënten op (gespecialiseerde) cliëntondersteuning kunnen wijzen, zoals die door de betreffende gemeente is georganiseerd.’


Koplopers

Het eind september vorig jaar gestarte project Koplopers Cliëntondersteuning, dat moet bijdragen aan een betere bekendheid en uitvoering van onafhankelijke cliëntondersteuning, wordt verlengd en met meer gemeenten uitgebreid. Nu zijn er veertien zogeheten koplopergemeenten; voor hen wordt dit jaar 2,7 miljoen euro vrijgemaakt. ‘Bij de ene koploper gaat dat het om meer capaciteit, bij de ander om meer bekendheid, en bij de volgende over hogere kwaliteit’, aldus De Jonge. De veertien gemeenten bieden onder meer onafhankelijke cliëntondersteuning op een innovatieve manier aan en delen elk in hun regio hun visie en aanpak met andere gemeenten. De Jonge wil in 2019 en 2020 het aantal koplopergemeenten uitbreiden. ‘Het resultaat is een lerende praktijk van tientallen gemeenten, kleiner en groter, die allen met de doorontwikkeling van de functie cliëntondersteuning aan de slag zijn en hun ervaringen actief met elkaar uitwisselen.’ Ook nieuwe koplopergemeenten kunnen een beroep doen op de 55 miljoen euro die het kabinet heeft vrijgemaakt.

Onderzoek

De Jonge laat onderzoek uitvoeren naar de behoefte aan en het aanbod van cliëntondersteuning. ‘Zo leren we ook hoe we de middelen de komende jaren nog gerichter kunnen inzetten.’ Met de onderzoeksresultaten kunnen betrokken partijen op lokaal niveau beleidskeuzes maken over de verdere inrichting van onafhankelijke cliëntondersteuning. Eind 2018, begin 2019 moet het onderzoek zijn afgerond.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

lekker vol register
Clientondersteuning voor zaken die te maken hebben met werk en inkomen is belabberd. In de WMO is weliswaar vaak vastgelegd hoe die ondersteuning geregeld is, maar deze richt zich voornamelijk op zorg. Ook is er geen sprake van onafhankelijkheid en clientondersteuning wordt meestal bij mensen die te maken hebben met de participatiewet helmaal niet bekend gemaakt. Deze mensen hebben geen of veel te weinig goede ondersteuning.
Fred Fens / Geen
Cliëntondersteuning is in de wet heel breed. Namelijk voor het hele sociale domein. Veel gemeentes doen nog niets voor de cliëntondersteuning en om dan al te spreken over inperking is eigenlijk te gek voor woorden. Doel was toch betere zelfredzaamheid en wordt dat nu weer afgeschaft vanwege de kosten of zo.
Advertentie