Advertentie
sociaal / Nieuws

Ambtenaren vrezen chaos bij decentralisaties; te weinig geld en mensen

Binnenlands Bestuur en het NCRV-programma Altijd Wat hielden onder 975 gemeenteambtenaren en -bestuurders een enquête over de decentralisaties. Veel ondervraagden vrezen dat de decentralisatie tot aanzienlijke problemen zal leiden.

03 oktober 2014

Bijna de helft van de gemeenteambtenaren is onvoldoende tot slecht voor­bereid op de overname van rijks- en provincietaken per 1 januari 2015. Eén op de vijf voorziet zelfs het uitbreken van chaos.

Dat blijkt uit een enquête van Binnenlands Bestuur en het NCRV-programma Altijd Wat onder 975 gemeenteambtenaren en -bestuurders. Veel ondervraagden vrezen dat de decentralisatie tot aanzienlijke problemen zal leiden. Nog geen één op de honderd ondervraagden rekent op een soepele overgang. Ruim een kwart van de ambtenaren en bestuurders verwacht een stroeve overgang; bijna één op de vijf ambtenaren en bestuurders verwacht zelfs chaos. Opvallend is dat ambtenaren in de 100.000+ gemeenten nog een stuk pessimistischer zijn. Daar rekent liefst een kwart van de ambtenaren op het uitbreken van chaos.

Bijna de helft van de ambtenaren is onvoldoende tot slecht voorbereid op de overname van de taken per 1 januari. Opmerkelijke uitkomst van de enquête is dat naarmate de omvang van de gemeente groter is, de werkvloer vaker zegt onvoldoende tot slecht te zijn voorbereid op de nieuwe taken. Bij gemeenten boven de 150.000 inwoners is dat liefst 52 procent.

Een fors deel van de ondervraagden heeft eveneens twijfels over de mate waarin de eigen gemeente klaar is voor de extra taken: 48 procent oordeelt dat die voorbereiding onvoldoende tot slecht is (zie de graphic op deze pagina). Ook daarbij geldt dat ambtenaren en bestuurders in de grote(re) gemeenten het meest somber gestemd zijn.


Afbeelding
(klik hier voor een vergroting)


Budget
Dat er zo weinig vertrouwen is in een soepele overgang van de extra taken van het rijk en de provincies richting gemeenten heeft behalve met een gebrekkige voorbereiding veel te maken met de beschikbare budgetten en menskracht. Voor het naar behoren uitvoeren van de nieuwe taken op het gebied van jeugd, werk en zorg hebben gemeenten volgens het merendeel van de ondervraagde ambtenaren (en bestuurders) namelijk gewoon onvoldoende personeel. Het meest somber is de stemming wat dat betreft in de middelgrote gemeenten.

Grote mate van overeenstemming is er onder gemeenteambtenaren  en -bestuurders over het al dan niet voldoende zijn voor het beschikbare budget: ruim twee op de drie ondervraagden geeft aan dat het geld dat gemeenten krijgen voor de uitvoering van de taken onvoldoende tot ruim onvoldoende is. Dat de hele decentralisatie voor de meeste gemeenten financieel goed uitpakt, gelooft slechts 3 procent van de ondervraagden.


Afbeelding
(klik hier voor een vergroting)


Uitstel
Ondanks de sombere tot pessimistische stemming over de gevolgen van de taakoverheveling, vinden verreweg de meeste gemeenteambtenaren en -bestuurders – twee op de drie – de decentralisatie (overwegend) een goed plan. Wel zijn de meningen ernstig verdeeld over de vraag of het kabinet de decentralisatie per 1 januari 2015 moet laten doorgaan. Bijna een kwart van de ondervraagde gemeenteambtenaren en -bestuurders is van mening dat de hele operatie het best kan worden uitgesteld.

Ruim een derde van de ondervraagden vindt dat de operatie op onderdelen moet worden uitgesteld, met name daar waar de overdracht nog onvoldoende is voorbereid. Een even groot deel van de verantwoordelijke ambtenaren en bestuurders vindt echter dat het kabinet gewoon moet vasthouden aan de invoerings­datum.

Wmo-wethouder Raf Daenen van de gemeente Oirschot vindt ook dat het kabinet moet vasthouden aan de invoering per 1 januari 2015. ‘Ieder moment dat je het invoert, krijg je problemen. Hoe langer je er de tijd voor neemt, des te meer zal er van allerlei kanten worden geprobeerd dingen ongedaan te maken. De pijn kan het best zo kort mogelijk zijn’, zegt de PvdA-wethouder. Hij bespeurt een angst om te veranderen, in de politiek, de samenleving (‘kopschuw door de negatieve berichtgeving’) en in de ambtelijke organisatie (‘alles moet eerst goed geregeld zijn op papier’).

Onder bevolking bestaat volgens hem vooral angst zorg kwijt te raken. ‘Het wordt een uitdaging om mensen zelf hun verantwoordelijkheid te laten nemen’, zegt hij.


Afbeelding
(klik hier voor een vergroting)


Kansen
Maar de decentralisaties bieden de gemeenten volgens hem volop tegelijkertijd kansen om samen met de inwoners de verantwoordelijkheid te nemen. ‘Het grote gevaar is dat Den Haag straks weer met extra regels komt, zo gauw er verschillen blijken te ontstaan tussen gemeenten in hoe ze de taken uitvoeren’, zegt hij.

De beperkt beschikbaar gestelde middelen zijn wel een probleem. ‘Als er niet zou worden bezuinigd, zou de decentralisatie een succes kunnen worden’, stelt hij. Zijn gemeente moet bijvoorbeeld alleen al bij de implementatie 4 ton toeleggen. Dankzij een redelijk gevulde algemene reserve kunnen voorzieningen worden getroffen om de overgang van taken goed te laten verlopen, maar een zoektocht blijft het. Zeker waar het de jeugdzorg (‘veel turbulentie’) en de financiering van de dagopvang voor ouderen betreft. Daenen gaat ervan uit na de invoering twee jaar nodig te hebben om alle kinderziektes eruit te krijgen.

Stroomversnelling
In een reactie op de uitkomsten van de enquête zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat gemeenten pas laat konden beginnen met de voorbereidingen, doordat zij gegevens over het beschikbare budget en de in te kopen zorg pas vanaf augustus hebben ontvangen.

Sterker nog: toen werden de wetten pas vastgesteld en tot die tijd bleven er zaken in de wet veranderen. Nu gemeenten aan de slag kunnen, zie je dat het hele proces in een stroomversnelling is gekomen. In alle gemeenten zijn ambtenaren, bestuurders en raads­leden druk doende om alle voorbereidingen te treffen. Wij komen een grote betrokkenheid tegen bij alle gemeenten waar wij met onze experts op bezoek zijn. De sfeer in gemeenten is nu echt: volle kracht vooruit, en een enorme energie om de problemen waar men tegenaan loopt werkenderwijs op te lossen. Er wordt keihard gewerkt.’

Als gemeenten dat nodig vinden, dan kunnen zij een beroep doen op het Ondersteuningsteam Decentralisaties en het Expertteam van de VNG. ‘Onze experts komen helpen met de vraagstukken die zij aantreffen en zorgen voor een extra versnelling in het proces. Gemeenten vragen het Expertteam ook regelmatig om een dubbelcheck te doen. Zijn de systemen echt helemaal goed om straks op 1 januari het werk te doen? Staan alle puntjes op de ‘i’? Verbeterpunten die daar dan uitkomen worden nog doorgevoerd zodat zij straks op een goede manier de zorg aan de inwoners kunnen leveren. Je ziet dat ambtenaren, bestuurders, raadsleden en griffiers in  grote getale bijeen­komen om kennis te delen en van elkaars oplossingen te leren.

Vorige week zaterdag waren hier nog 750 raadsleden en griffiers voor bij elkaar. Iedereen is druk bezig te zorgen om in de beperkte tijd, en ondanks de bezuinigsopgave door het rijk wordt opgelegd, de voorbereidingen te treffen om de zorg voor de inwoners te borgen. Hoewel we op dit moment voor een moeilijke opgave staan, is het een goede zaak dat deze zorg­taken naar gemeenten gaan. Gemeenten staan dicht bij hun inwoners, zijn betrokken en kunnen daardoor het vereiste maatwerk leveren en slimme combinaties maken’, aldus de VNG.

Staatssecretaris
‘Uit het onderzoek komt helder naar voren dat de ambtenaren, die de klus van de drie decentralisaties moeten klaren, het een spannende en uitdagende periode vinden waar ze ook bezorgd over zijn’, aldus staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). ‘Het is goed dat ze die zorgen uiten. Vanuit het kabinet en de VNG hebben we daar oog voor.’

‘De wetten zijn vastgesteld, het budget per gemeente is vastgesteld, en er geldt een robuust overgangsrecht. Maar als kabinet en Vereniging Nederlandse Gemeenten weten we heel goed dat je er ondanks dat op geen enkele manier van uit mag gaan dat het dan verder allemaal wel loopt. Ik volg daarom alles wat er gebeurt met 10 vingers aan de pols. Als gemeenten daar behoefte aan hebben staan we hen met raad en daad bij. Samen met mijn collega’s Plasterk, Teeven en Klijnsma. Wethouders en gemeenteambtenaren staan er dan ook niet alleen voor’, aldus Van Rijn.

Deze week is Van Rijn met zijn collega-bewindspersonen begonnen met een rondje Nederland. Hij gaat tot 16 oktober in gesprek met zo’n 400 wethouders en hun ambtenaren om zelf te horen wat er in de dagelijkse lokale praktijk goed loopt en nog niet goed loopt. ‘Overal waar ik kom, blijf ik er voor pleiten dat alle betrokkenen – en zeker ook de gemeenteambtenaren die er heel dicht op zitten – aan de bel blijven trekken over alles wat niet goed loopt. Steek je zorgen niet onder stoelen of banken maar meldt het. Zodat we er – waar mogelijk – samen ook iets aan kunnen doen.’


Enkele reacties uit de enquête
‘Al 20 jaar poogt het rijk kosten in te dammen. Dat is niet gelukt, nu mogen de gemeenten het proberen. Dat gaat ook niet lukken.’

‘De gemeenten kunnen deze taken best aan, maar probleem is dat gemeenten (lees: VNG) en Den Haag niet goed met elkaar communiceren/naar elkaar luisteren. Als het in echte samenspraak zou gebeuren, zou de overgang heel wat soepeler verlopen.’

‘De uitrol wordt in mijn gemeente verstoord door verregaande bezuinigingen en reorganisatiedrift. Hierdoor  verdwijnen goede medewerkers en zijn functies structureel onderbezet wat tot stress en ziekteverzuim leidt.’

‘Gemeenten hebben te weinig tijd om de transities goed te implementeren! Maar nu nog uitstellen is m.i. geen alternatief. We moeten er maar het beste van maken.’

‘Het zou fijn zijn om eens een jaar of 10 te mogen werken met een niet-wijzigend stelsel. Ook is het verschrikkelijk om te zien dat halsoverkop wetten gewijzigd worden vanuit een puur politieke en financiële insteek, zonder dat inhoud, visie en kwaliteit een rol lijken te spelen.’

‘Ook in onze gemeente wordt de decentralisatie meer geleid als militaire operatie met draaiboeken, klankbordgroepen en logistieke aandacht. De essentie, meer passende zorg, verdwijnt uit beeld.’

‘Zou mooi zijn als we wat meer positief kijken naar de decentralisaties. We gaan het gewoon doen!’

‘Hopelijk blijf ik gezond.’


Jeugdzorg grootste knelpunt
Bij de decentralisatie van taken op het gebied van jeugd, werk en zorg voorzien gemeenteambtenaren en –bestuurders de grootste knelpunten bij de jeugdzorg. Dat blijk uit een enquête die Binnenlands Bestuur in samenwerking met het actualiteiten- en opinieprogramma Altijd Wat (NCRV) hield onder 975 gemeenteambtenaren en –bestuurders. Wat opvalt zijn de verschillen tussen kleine, middelgrote en grote gemeenten. De angst voor knelpunten bij de jeugdzorg leeft vooral bij de kleinere gemeenten. Bij grotere gemeenten is men vooral bezorgd over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De minste knelpunten worden verwacht bij de uitvoering van taken in het kader van de Particpatiewet, waarbij gemeenten verantwoordelijk worden voor de re-integratie van mensen met een arbeidsbeperking die nog wel kunnen werken, maar daar ondersteuning bij nodig hebben.
Afbeelding
(klik hier voor een vergroting)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie