Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

'Wet VTH sluit niet aan op Omgevingswet'

Het wetsvoorstel VTH heeft geen goede aansluiting op de Omgevingswet, stellen bestuursrechtadvocaten Hugo Doornhof en Merel Holtkamp van AKD.

05 december 2015

Hoe kunnen gemeenten met de Omgevingswet straks integrale afwegingen over de fysieke leefomgeving maken nu ze voor een deel van hun uitvoeringstaken “strak in het pak genaaid” zitten bij de regionale omgevingsdiensten?

Botsende wetten

Terwijl het ministerie van Infrastructuur en Milieu druk bezig is met botsproeven om de nieuwe Omgevingswetregels te toetsen aan de praktijk, zien bestuursrechtadvocaten van advocaten- en notariskantoor AKD een heel andere clash: een botsing der wetten. Het gaat hier over de Omgevingswet versus de wetswijziging van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), waarin afspraken over vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) worden vastlegt. Daarom kortweg ook wel de wet VTH genoemd.


Experts terughalen?

Bij het advocatenkantoor doemen veel vragen op nu de Tweede Kamer heeft ingestemd met het nieuwe VTH-stelsel. Hoe moet het straks met vergunningverlening, toezicht en handhaving onder de nieuwe Omgevingswet? Halen gemeenten hun experts deels terug uit de omgevingsdiensten? Of krijgen de diensten er juist een belangrijke taak bij: het maken van integrale afwegingen? En hebben raad en gemeente dan nog wel genoeg grip op de uitvoering? ‘Het wetsvoorstel VTH heeft geen goede aansluiting op de Omgevingswet’, vat advocaat Hugo Doornhof van AKD het probleem samen. Hoe gemeenten hun taken in het fysieke domein moeten gaan uitvoeren in de geest van de Omgevingswet, moeten ze zelf uitzoeken, constateert hij.

Wetgever maakt geen keuze

‘Gemeenten hebben in de afgelopen jaren duidelijke keuzes gemaakt over wat ze wel of niet onderbrengen bij de omgevingsdiensten, naast de verplichte basistaken op milieugebied. In de Omgevingswet vervalt het onderscheid tussen milieu, ruimtelijke ordening en bouwen: alles valt straks onder de noemer fysieke leefomgeving. Maar over hoe dat er in de uitvoering uit zou moeten zien, maakt de wetgever geen principiële keuze. Er is zelfs geen visie op wat een goede oplossing zou zijn’, zegt Doornhof. Tegelijkertijd zijn gemeenten ook weer niet vrij om het helemaal naar eigen inzicht in te richten. De omgevingsdiensten moeten als gemeenschappelijke regeling blijven bestaan en het vastgestelde basistakenpakket blijven uitvoeren. ‘Gemeenten mogen de basistaken dus niet terugnemen.’

Wel degelijk herbezinnen op omgevingsdienst

Volgens Doornhofs collega Merel Holtkamp wekt de wetgever ten onrechte de indruk dat het door de wet VTH vanzelf goed komt met de omgevingsdiensten in de Omgevingswet. ‘Die sussende houding gaat voorbij aan het feit dat gemeenten zich wel degelijk moeten herbezinnen op wat ze gaan doen met die omgevingsdienst. ‘Gemeenten zitten strak in het pak genaaid van de omgevingsdienst. Het wordt heel moeilijk om maatwerk te leveren, zoals de Omgevingswet beoogt. Om dat financieel, organisatorisch en bestuurlijk vorm te geven, zal een huzarenstukje worden. De wetgever stelt dat te gemakkelijk voor.’

Lees in Binnenlands Bestuur 24 het complete artikel over de botsende wetten.

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Herbert Dekker
Wat een heerlijk positief stukje. De bestuurders van een omgevingsdienst zullen toch wel in staat zijn om te inspireren tot resultaat in de uitvoering ? En die ambtenaren waren tot voor kort echt nog allemaal gemeentelijke of provinciale ambtenaren. Zijn die ineens vergeten hoe ze hun werk kwalitatief goed en efgicient moeten uitvoeren ?
Koos Meijer / Schrijver De Laatste Schakel
Het is zeker een interessante discussie. Het werk dat de meeste omgevingsdiensten voor gemeenten uitvoeren is echter vooral uitvoerend. Het beleid blijft bij de gemeenten zelf. Gemeenten kunnen hun integrale uitdaging van de Omgevingswet gewoon zelf oppakken. Dat was ook het hele idee. De gemeente doet het denkwerk, de uitvoerinsdienst de uitvoering. Maar omgevingsdiensten, die nu nog echt worstelen om op orde te komen met het vaak gebrekkige personeel dat verplicht mee over is gekomen, gaan nu snel steeds slimmer en effectiever worden. Het personeel moet onherroepelijk mee in de verandering, want de klanten, de gemeenten zijn niet zachtzinnig, tot aan het onredelijke toe. Maar daar worden ze hard van. En efficient en effectief. En dan gaan gemeenten deze diensten straks wellicht hard nodig hebben om de uitdagingen van de ambitieuze Omgevingswet waar te maken.
Joop
Met name het management van de Omgevingsdiensten bakken er niks van. Kijk maar eens naar de diensten in Noordbrabant. Miljoenen worden daar over de balk gegooit door het management. Onkundige medewerkers zijn daar op managementfuncties geplaatst. Er lopen daar veel te veel van die heerschappen rond die er niks van bakken. Ze spelen de uitvoerende medewerkers uit tegen de deelnemers.
C. Emmen / juridisch medewerker waterkwaliteit
AKD maakt een heldere analyse. In het waterdomein wordt ook de wet VTH wordt toegepast. Dat geeft geen problemen. Hierop ontbreekt de analyse. Gezien de opbouw van de Waterwet welke wordt toegepast in het omgevingsrecht, en het feit dat de VTH-taken succesvol bij de waterschappen zelf liggen. Waarom geen analyse maken naar het succes van de Waterwet en specifiek waarom de waterschappen niet massaal in de omgevingsdiensten zijn gestapt.

Bert Visscher / Adviseur ruimtelijk ordening en milieu
Eerst moet de vraag beantwoord worden of de Omgevingswet beoogt materiële effecten van de besluitvorming te bereiken of hoofdzakelijk politieke en formele effecten. In het laatste geval is het een voortzetting van het toepassen van vaak onbegrepen gestandaardiseerde doelvoorschriften als resultaat van het gewenste stagnerende eenheidsdenken waarin overheidsbeslissingen zich al jaren gevangen heeft laten zetten. Het maakt dan niet uit waar die activiteiten worden uitgevoerd. Wordt met de invoering van de begrippen gebruiksruimte, duurzaamheid en innovatie een materieel effect beoogt dan zijn omgevingsdiensten daartoe niet in staat zonder lokale inspanningen op het terrein van de goede ruimtelijke ordening bij voorkeur gericht op het overbodig maken van vergunningen als sluitstuk.

Advertentie