Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

‘We hebben maatschappelijke organisaties lui gemaakt’

In de gouden jaren was er voor elke club een sporthal, voor elke wijk een buurthuis en voor elke cultuurwethouder een museum te openen. Nu is het crisis: geld op, subsidie gestopt, gebouwen leeg. Een zakelijke benadering is de nieuwe ideologie. Maar de praktijk is weerbarstig, in het gemeentehuis, maar ook in het veld. ‘Gemeenten hebben maatschappelijke organisaties lui gemaakt.’

30 september 2014

Ingeperkte openingstijden

Verrast trekt Marcel Sturkenboom zijn wenkbrauwen op. De cafédeur waaraan hij rammelt zit op slot, de ruime kroeg erachter is donker en stil. De voorzitter van de stichting die het prestigieuze multifunctionele centrum beheert zucht als hij de ingeperkte openingstijden ziet op het briefje naast de deur. ‘Tja, dit is dus een deel van het probleem.’


Nieuwe exploitatieformule

Het probleem waarover Sturkenboom zal vertellen is de leegstand in het imposante multifunctionele sportcomplex Nieuw Welgelegen in Utrecht. De door sportvelden omgeven kleurrijke kolos is sinds 2009 het thuishonk van een tiental sportverenigingen, twee scholen, twee commerciële sportscholen, een jeugdzorginstelling, gemeentelijke diensten op sport- en welzijnsgebied, een groep fysiotherapeuten, een kerkgemeente en het café. Gemeente Utrecht is eigenaar en exploitant van het complex, dat vijf jaar na de start voor de lastige uitdaging staat om een nieuwe exploitatieformule te vinden. Oorzaak: de rijke tijd waarin Nieuw Welgelegen werd ontwikkeld, maakte plaats voor economische malaise en gemeentelijke bezuinigingen. Maar ook: het succesvol exploiteren van maatschappelijk vastgoed vraagt een veel zakelijker benadering dan zowel overheid als maatschappelijke organisaties gewend zijn.

Onvoldoende professioneel

Hoewel die de boodschap inmiddels goed doorgekomen bij burgemeesters, wethouders en raadsleden in het land, is de uitvoering niet eenvoudig, merkt Marco de Weger, projectmanager bij adviesbureau KplusV. ‘Het punt is dat wat je in veertig tot zestig jaar hebt opgebouwd, niet zomaar is omgebouwd.’ Dat heeft volgens De Weger vooral te maken met aanpassing van beleid en van de rol die de overheid voor zichzelf ziet. ‘Wat is ons vastgoedbeleid en hoe ziet onze ideale vastgoedportefeuille eruit? Dat is in veel gemeenten nog onvoldoende professioneel ontwikkeld’, constateert hij. Bovendien wordt tussen beleidsterreinen die over het maatschappelijk vastgoed gaan – sport, welzijn en cultuur – te weinig samengewerkt. ‘Iedereen zit in zijn eigen tempel, pompt voor elk nieuw gebouw het programma van eisen maximaal op, waardoor doublures ontstaan en er weer leegstand ontstaat waar je dertig jaar aan vastzit.’

Gedeelde visie

Volgens Remco Hoekman, onderzoeker bij het Mulier Instituut, is er nog een andere factor van belang: een gedeelde visie tussen de deelnemende partners in de bewuste accommodatie. Alleen een paar clubs in een pand bij elkaar zetten is niet genoeg, betoogt hij. ‘Dan heb je allemaal organisaties die elk hun eigen ding doen en hun eigen identiteit hebben. Dat geeft meer kans op wrijving dan op synergie tussen de gebruikers. Als gemeenten uit oogpunt van vervanging en bezuiniging partijen willen clusteren, ontbreekt de gedeelde visie over wat de meerwaarde is van hun samenwerking.’

Lees het hele artikel in de vastgoedspecial van Binnenlands Bestuur nr. 18

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie