Strikte en losse regels nodig voor meubelboulevards

Lege meubelboulevards en andere winkelgebieden buiten de binnenstad vragen in de ene gemeente om een strikte aanpak van de overheid, op andere plekken om losse regelgeving. Met een nieuw instrument kunnen gemeenten op basis van hun specifieke kenmerken een passende aanpak kiezen.

Veertig procent van de leegstand 

De tool is ontwikkeld door de brancheverenigingen van winkelers, meubelboulevards en de autobranche, in samenwerking met de Nederlandse Raad van Winkelcentra en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zij willen daarmee gemeenten helpen bij hun specifieke aanpak van de leegstand in perifere winkelgebieden – waaronder meubelboulevards, bedrijventerreinen voor autoshowrooms en doe-het-zelfzaken en outletstores. Op die locaties bevindt zich bijna 45 procent van het totale winkeloppervlak. Met 7,5 procent leegstand zijn de decentrale retaillocaties verantwoordelijk voor bijna veertig procent van de 2,4 miljoen vierkante meter winkelleegstand in Nederland, zo meldt INretail op basis van recente cijfers van Locatus.

Vier toekomstscenario's

‘Daarnaast ligt er ook nog voor een paar miljoen vierkante meter plannen op de plank’, zegt woordvoerder Paul te Grotenhuis van brancheorganisatie INretail, die maandag met de partners een symposium organiseerde over de leegstand in de periferie. ‘We zullen meters moeten verminderen, maar de vraag is: op welke manier?’ De partijen stelden op basis van input van meer dan honderd experts, vier mogelijke toekomstscenario’s op. De scenario’s zijn steeds gebaseerd op twee variabelen: regelgeving, strikt danwel los, en de macht van de markt versus de consument.

Knellend keruslijf of Freetail 

Het levert een matrix van vier scenario’s op: Centraal goed geregeld (wat inhoudt strikte regelgeving en markt bepaalt; Knellend Keurslijf (strikte regelgeving, consument bepaalt); Haal het decentraal (losse regelgeving en markt bepaalt); Freetail (losse regelgeving, consument bepaalt). In een toekomstschets beschrijft INretail hoe de verschillende scenario’s in de meest extreme vorm uiteindelijk kunnen uitpakken. Zo betekent het scenario Haal het Decentraal dat groot, groter, grootst het motto wordt. Er zal nog meer decentrale retail komen, zowel het aantal winkels als het aantal locaties zal (fors) stijgen. In het scenario Centraal goed geregeld gaan die aantallen juist omlaag; de (centrale) overheid zet het mes in de decentrale retail.

Geen voorkeur

Te Grotenhuis benadrukt dat de bedenkers van de scenario’s zelf geen voorkeur hebben voor het een of het ander. ‘De keuzes zullen in heel Nederland verschillend zijn, omdat je rekening moet houden met je eigen locatie, je directe omgeving en het verzorgingsgebied. In Almelo geeft dat een heel ander beeld dan in Beverwijk.’ De partners ontwikkelden daarom een instrument waarin gemeenten gegevens over hun specifieke situatie kunnen invoeren. Vervolgens rolt het meest kansrijke scenario eruit, schetst Te Grotenhuis.

Retailagenda

De Tool Decentrale Retail en de geschetste scenario’s zijn vooral bedoeld als hulpmiddel voor belanghebbenden om hun keuzen te beargumenteren, stelt INretail. De tool is is geoormerkt als een instrument ten behoeve van de uitvoering van de recent gepresenteerde Retailagenda.