Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Schultz: 'Decentrale overheden blij met Omgevingswet'

De decentrale overheden zijn blij met de Omgevingswet, denkt minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu, VVD). Zelf is ze tevreden over het verloop van het wetgevingsproces en de brede steun die ze wist te verwerven, zegt ze in een interview met Binnenlands Bestuur. ‘We hebben veel geïnvesteerd in het betrekken van partijen. Dat betekent ook af en toe iets inleveren.’

23 maart 2016

De decentrale overheden zijn blij met de Omgevingswet, denkt minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu, VVD). Zelf is ze tevreden over het verloop van het wetgevingsproces en de brede steun die ze wist te verwerven, ook deze week weer in de Eerste Kamer. De inhoud van de wet - het veelomvattende terrein van de leefomgeving - vraagt ook om brede steun, zegt ze in een interview met Binnenlands Bestuur. ‘We hebben daarom veel geïnvesteerd in het betrekken van partijen. Dat betekent ook af en toe iets inleveren.’

Er zijn diverse aanpassingen gedaan: de verplichte omgevingsvisie, gezondheid als doelstelling, rechtsbescherming bij onomkeerbare besluiten. Is de wet er beter van geworden?

‘We wilden gemeenten niet verplichten tot het maken van een omgevingsvisie, ze moeten al zoveel. Maar de VNG wilde dat wel, dus het was prima dat de Tweede Kamer daarom vroeg. Het is een versterking voor gemeenten, denk ik, een stok achter de deur. Dat de Eerste Kamer de termijn voor onomkeerbare besluiten heeft aangepast, is een klein punt. De schoonheid van de wet was voor mij de harmonisatie van procedures. Voor sommige omgevingsvergunningen is de termijn van inwerkingtreding nul weken, voor andere zes. Met twee weken kom je dan ergens in het midden uit. De Eerste Kamer heeft dat verlengd naar vier weken voor onomkeerbare besluiten. Nu die harmonisatie is losgelaten, zal ik een voorstel doen welke vergunningen dan weer naar nul weken kunnen, dakkapellen bijvoorbeeld.’

‘Het onderwerp gezondheid was politiek het moeilijkste: want hoe kun je het begrip gezondheid vastleggen als je geen normering hebt? Wel over uitstoot, maar niet over de consequenties daarvan. We hebben het nu een extra haakje gemaakt waarmee je bij aantoonbare gezondheidsrisico’s vergunningen kunt weigeren. Maar het is niet zo dat gemeenten plannen kunnen tegenhouden omdat zij het ongezond vinden om naast een snelweg te wonen.’

Zijn de decentrale overheden ook tevreden?

‘Zij hebben meegeschreven aan de wet. Niet ieders wensen zijn altijd ingewilligd, maar we hebben wel een bestuursakkoord ondertekend. Mijn impressie is dat zij blij zijn met de wet die we hebben gemaakt.’

Toch heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten eind vorig jaar in een brief nog veel zorgen geuit. Bijvoorbeeld over de implementatie en onduidelijkheid over de kosten. Een projectleider uit een koplopergemeente zei dat zijn belangrijkste vraag aan u is: waar blijft de zak met geld?

‘Er is geen sprake van een zak met geld; het gaat om een goede verdeling tussen overheden van investeringen. Gemeenten hebben financieel baat bij eenvoudiger procedures, maar daar gaan investeringen aan vooraf. We zijn goed in gesprek over afspraken rondom de kosten voor invoering, transitie en exploitatie. Eerst moest de VNG erover nadenken, nu het IPO. Ik denk dat we binnen een maand weer met elkaar om tafel kunnen.’

Zorgen zijn er ook nog steeds over de bestuurlijke verhoudingen. Ook in de Eerste Kamer klonk de vrees dat provincies eenvoudig gemeentelijke plannen kunnen blokkeren, zoals de provincie Utrecht doet met het voorstel om kantoorbestemmingen te schrappen.

‘Ik ben groot voorstander van gemeentelijke autonomie. Overheden moeten eerst overleggen als ze willen ingrijpen. Utrecht zegt nu: gemeenten pakken de leegstand niet aan, dus wij gaan het zelf doen. Maar dat kan met de Omgevingswet niet meer. Provincies kunnen zeggen dat gemeenten kantoren moeten wegbestemmen, maar gemeenten mogen dan zelf bepalen wat de nieuwe functie van de betreffende locatie wordt. Provincies kunnen dit vastleggen in een instructieregel als er sprake is van een provinciaal belang. De visies die rijk en provincies opstellen, zijn alleen bindend voor henzelf.’

Tot slot het digitaal stelsel Omgevingswet (dso). U noemt het uw bestuurlijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goede invoering daarvan. Hoe gaat u ervoor zorgen dat dat lukt en binnen het budget blijft?

‘Onze ambities met het digitaal stelsel zijn heel hoog, maar we beginnen met de basale dienstverlening en daarna breiden we de functionaliteiten stapsgewijs uit. Het dso is voor mij enorm belangijk. Ik stuur er zelf op en voer regelmatig overleg,. Samen met VNG, IPO en de Unie van Waterschappen houden we elkaar scherp. Het BIT (Bureau ICT-toetsing, opgericht om ICT-projecten bij de overheid te toetsen, red.) heeft er vooraf al naar gekeken en blijft ons volgen.’ 

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Martin Koenen / directeur adviesbureau bestuursrecht
Gaandeweg maken wij ons de omggeen sprake evingswet ook eigen. Nog onduidelijk is hoe ver de bestuursmacht van de provincies gaat reiken. In elk geval is het van groot belang dat de macht van de provincies flink wordt ingedamd. Het is een schande hoe de provincie Noord-Brabant in de Verordening Ruimte alle macht naar zich heeft toegetrokken en tot het kleinste detail alles tot provinciaal belang heeft verklaard. De gemeenten en de burgers hebben daar heel veel last van. Het roer moet absoluut om. Feitelijk is er op het gebied van Ruimtelijke Ordening geen sprake van gemeentelijke autonomie. Het beste kun je de detailbemoeienis beoordelen wanneer je uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State leest waarin beroepen of reactieve aanwijzingen van GS van Noord-Brabant worden beoordeeld. Gek overigens dat daarop niet meer commentaar gegeven wordt. Ik ben benieuwd.
N. van Koll / ambtenaar
Hetgeen hier wordt voorgesteld/gemeend heeft totaal niets met de realiteit te maken.

Welke inwoner van Nederland is hier blij mee?
Wottsjer
Goed dat Rijk en Provincie nog een mening mogen hebben en die kunnen vastleggen in een visie. Maar geen doorzettingsmacht. Melanie SvH als de laatste Minister van Ruimte die er toe doet door zichzelf als macht feitelijk af te schaffen? Lijkt het op Bestuurlijk vandalisme dat tot wet wordt verheven?
Advertentie