Provinciale wegen veiliger, gemeenten blijven achter
Op gemeentelijke wegen, waar relatief de meeste slachtoffers vallen, daalden de cijfers met een derde. Verdere winst bij het verbeteren van de verkeersveiligheid ligt vooral binnen de bebouwde kom.
Het aantal verkeersdoden op provinciale wegen is gehalveerd ten opzichte van tien jaar geleden. Op gemeentelijke wegen, waar relatief de meeste slachtoffers vallen, daalden de cijfers met een derde. Verdere winst bij het verbeteren van de verkeersveiligheid is vooral te behalen binnen de bebouwde kom. Minder bomen langs provinciale wegen helpt ook.
Gemeenten en provincies aan zet
Afgelopen week gaf het ministerie van Infrastructuur en Milieu het startsein voor een nieuwe verkeersveiligheidscampagne, bedoeld om het gebruik van de smartphone tijdens het rijden te ontmoedigen. Dat zou veel ongelukken kunnen voorkomen. Directeur Peter van der Knaap van SWOV (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid) meldt dat het aantal verkeersslachtoffers – zowel dodelijk als zwaargewond – al jaren afneemt. Om de aantallen verder omlaag te brengen, zijn volgens hem vooral gemeenten en provincies aan zet.
Kwetsbare verkeersdeelnemers
Van de 570 verkeersdoden in 2014 vielen er virca driehonderd op gemeentewegen en honderd op provinciale wegen. Vooral het beschermen van kwetsbare verkeersdeelnemers in de bebouwde kom vraagt nog veel aandacht: fietsers en voetgangers in met name de 30-kilometergebieden, zegt Van der Knaap.
Provincies goed bezig
Provincies pakken het veiliger maken van hun wegen actief op, merkt SWOV. Waar ze in het verleden vooral achteraf reageerden op ongevallen, houden ze nu bij het beheer van hun wegen vooraf rekening met mogelijke verkeersonveilige situaties. Vooral Limburg, Brabant, Gelderland, Drenthe, Friesland en Groningen noemt Van der Knaap als positief voorbeeld.
Bermogelukken
Voor provinciale wegen zijn de bermongelukken een aandachtspunt. Bermongevallen zorgen al jaren voor een kwart tot een derde van alle dodelijke ongevallen en vinden vooral op provinciale wegen plaats. In Vlaanderen leidt dat tot discussie over bomen langs provinciale wegen. Er klinkt een roep om die te vervangen door struiken die, in termen van verkeersveiligheid, “vergevingsgezinder” zijn.
Bomen kappen?
Het klopt dat verkeersongevallen met bomen langs provinciale wegen vaak een slechte afloop hebben, zegt Van der Knaap. Toch pleit hij niet direct voor het kappen van duizenden bomen. Ze hebben namelijk ook belangrijke voordelen. ‘Bomen hebben optisch een betere snelheidsremmende werking dan een lange haag van struiken. Ook zorgen ze voor meer sociale veiligheid voor fietsers. Bomen hebben bovendien natuurwaarde en zijn goed voor de luchtkwaliteit. Wel zou je bomen kunnen weghalen in bepaalde bochten.’ Een andere oplossing is om ze af te schermen met vangrails of houten constructies. ‘Dat ziet er prima uit in het landschap, maar is wel een stuk duurder dan kappen.’
Veilige weginrichting
Van der Knaap vindt dat er nog wel beter kan worden gewerkt aan de normen voor een veilige weginrichting. Zo is het advies om bomen en andere obstakels langs provinciale wegen op minstends zes meter afstand van de rijbaan te plaatsen. Op bestaande wegen is dat lang niet overal het geval. ‘Als we die normen scherper zouden toepassen, scheelt dat veel ellende, vooral met eenzijdige ongevallen en smartphonegebruik.’
In de richtlijnen staat voor nieuwbouw dat een obstakelvrije zone van 6,00 m moet worden aangehouden vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid.
In bestaande situaties waar al bomen staan is het kappen hiervan echter slechts één van de mogelijkheden. Je kunt de bomen ook afschermen met een vangrail of juist op gevaarlijke punten de bomen weghalen. Ook dat staat aangegeven in de richtlijnen. De afweging tussen verkeersveiligheid, natuur en andere criteria ligt bij de wegbeheerder.
Voor alle duidelijkheid: in onze richtlijnen staat nergens dat je alle bomen maar moet kappen binnen de obstakelvrije zone!