Private toetsing eerst voor eenvoudige bouwwerken
Minister Blok stelt in het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging in de bouw dat gemeenten en provincies de mogelijkheid houden om in te grijpen als zij vermoeden dat er iets mis is.
Gemeenten gaan het toetsen van bouwplannen stap voor stap uit handen geven aan de markt. Als eerste geldt dat voor bouw en verbouw van woningen, kleine flats en eenvoudige bedrijfsgebouwen, tachtig procent van alle bouwwerken. In een later stadium volgen bibliotheken, gemeentehuizen en hoge flats. Uiteindelijk geldt het stelsel ook voor zeer complexe bouwwerken, zoals een metrostation, ziekenhuis of voetbalstadion. Gemeenten en provincies houden de mogelijkheid om in te grijpen als zij vermoeden dat er iets mis is.
Niet wachten op Omgevingswet
Dat meldde minister Stef Blok (Wonen) onlangs in een brief aan de Tweede Kamer over het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging in de bouw. Zijn conceptvoorstel voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen bevindt zich nu in de consultatiefase en wordt later dit jaar aan de Tweede Kamer aangeboden. Een ingangsdatum is nog niet genoemd, maar Blok wil niet wachten tot de Omgevingswet in 2018 in werking treedt; hij wil nu vast de benodigde wetten aanpassen die straks opgaan in de Omgevingswet.
Nieuwe publieke toetsingsorganisatie
Publiek toezicht blijft een belangrijk element in het nieuwe stelsel, stelt Blok. Maar private partijen krijgen een grote rol bij het toetsen van bouwplannen en toezicht houden tijdens de bouw. De instrumenten daarvoor moeten marktpartijen zelf gaan ontwikkelen. Een nieuw op te richten publieke toetsingsorganisatie gaat beoordelen welke instrumenten worden opgenomen in een landelijk register. De instelling die het instrument heeft ontwikkeld, beoordeelt welke marktpartijen ermee mogen gaan werken. In het register staat ook welke bedrijven bevoegd zijn om de private toetsing uit te voeren.
Gemeentelijk toezicht nu beperkt
Nu nog toetsen gemeenten zelf de bouwplannen die binnen komen en houden zij toezicht tijdens de bouw. De bouwplantoets vóór de bouw, garandeert echter niet dat het bouwwerk na uitvoering ook daadwerkelijk aan de eisen voldoet. Vaak worden plannen gedurende de bouw nog aangepast. Bovendien beperkt het gemeentelijke toezicht zich veelal tot constructieve veiligheid en brandveiligheid, stelt Blok in de Memorie van Toelichting. Daardoor wijken de uiteindelijke bouwkwaliteit en gebouwprestaties vaak af van het bouwplan dat de gemeente vooraf had beoordeeld. Het gaan dan vooral om zaken die voor de particuliere en zakelijke consumenten nauwelijks zijn te controleren, zoals energieprestaties, de deugdelijke werking van installaties, het wegwerken van minder grote bouwtechnische fouten en de afwerking.
Verantwoordelijkheid markt
Op dat punt krijgt de marktsector in de bouw nu de verantwoordelijkheid en daarmee ook de aansprakelijkheid. In het nieuwe stelsel toetsen gemeenten of het bouwwerk voldoet aan ruimtelijke ordening en welstand. Voor de bouwtechnische kwaliteit kijken zij alleen nog of gebruik wordt gemaakt van een goedgekeurd instrument voor kwaliteitsborging dat past bij het type bouwwerk en of het gekozen bouwbedrijf bevoegd is om met dat instrument te werken. Als dat het geval is, kan de gemeente een omgevingsvergunning afgeven.
Toezicht tijdens de bouw
Het toezicht tijdens de bouw en de keuring bij oplevering van het bouwwerk komt ook in handen van private partijen. Zodra het bouwwerk klaar is moet de vergunninghouder bij het bevoegd gezag een verklaring inleveren, waarin de kwaliteitsborger heeft vastgesteld dat het bouwwerk voldoet aan de wettelijke voorschriften. Als de gemeente op dat moment vermoedt dat er iets mis is, kan zij de vergunninghouder vragen om met meer informatie te komen om aan te tonen dat alles in orde is, voordat het gebouw in gebruik mag worden genomen.
300 miljoen bespaard
Het nieuwe stelsel geeft duidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor de bouwkwaliteit: de bouwer. Dat moet een hoop discussie voorkomen, wanneer achteraf iets mis blijkt met een bouwwerk. Een ander voordeel is dat bouwers niet meer hoeven te wachten op goedkeuring van de gemeente. Ze kunnen daardoor sneller en efficiënter werken. Blok verwacht dat daarmee structureel 300 miljoen euro wordt bespaard.
Risicovolle bouwwerken
Toezicht op bestaande bouwwerken blijft wel een taak van het bevoegd gezag. En voor risicovolle bouwwerken blijft ook een gebruiksmelding of een gebruiksvergunning verplicht. Deze geven het bevoegd gezag de mogelijkheid om in te grijpen als dat nodig is, stelt Blok. Het nieuwe stelsel bevat ook afspraken en wetswijzigingen die de positie versterken van de ‘bouwconsument’. Zo zijn zij beter beschermd tegen verborgen gebreken – de aannemer is aansprakelijk voor gebreken die bij oplevering niet zijn ontdekt - en faillissement van de bouwer gaandeweg het bouwtraject.
Reacties: 10
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Blok zegt in zijn memorie van toelichting dat nu bijna alleen getoetst wordt op constructieve veiligheid en brandveiligheid. Hij vergeet gemakshalve het onderdeel gezondheid. Andere onderdelen van het bouwbesluit zijn niet zo ingrijpend en kosten geen extra moeite om ze toe te passen in de bouw. Daarom worden ze zondermeer toegepast in de bouw. Constructief en brandveilig bouwen kost wat meer geld. De markt probeert daar op allerlei manier op te besparen. Ook tijdens het bouwen wordt dat geconstateerd. Het is de ervaring en onafhankelijkheid van de ambtenaar die dan dit soort zaken tot een goed einde brengen omdat zij heel goed weten en begrijpen wat de markt wil. Zou deze onafhankelijke ambtenaar daar zijn brood mee moeten verdienen dan zou die verstandhouding heel anders liggen. Hij zou in de problemen komen en mogelijk niet op zijn streepjes gaan staan. Nu doet hij dat wel.
Minister Blok wil dat de makrt dit over gaat nemen. Zou die nu echt zichzelf wel gaan corrigeren waar ze dit tot nu toe niet willen omdat ze vinden dat ze dan niet genoeg verdienen aan het bouwen.
Dus een extra toezichthouder erbij op de bouw met meer versnippering in toezicht. Van integraal toezicht is is geen sprake meer. Ook de juridische aanschrijving en handhaving blijft bij gemeenten.
Voor de werkgelegenheid is het positief. De FTE capaciteit blijft bij gemeente blijft noodzakelijk. Extra mensen bij voor het toezicht bij bouwers. Feitelijk wordt het directie voeren van de architect (wat vroerger van zelfsprekend was maar door bouwers wegbezuinigd is) nu wettelijk ingevoerd.
Opvallend dat niemand hierover schrijft over onderbuik gevoel gesproken en niet gelezen in de materie......