Grondprijs plaatst Apeldoorn voor dilemma

Apeldoorn kan grond op bedrijventerrein Apeldoorn-Noord niet verkopen aan revalidatiecentrum ViaReva. Het verschil tussen vraag en aanbod is bijna 50 procent en daarmee onoverbrugbaar.

Precedentwerking
Het college heeft van de gemeenteraad slechts een marge van 10 procent gekregen en dat was in dit geval niet voldoende om de grond te kunnen verkopen aan ViaReva. ‘We hebben een jaar onderhandeld, maar een percentage tussen de 40 en 50 procent is veel substantiëler dan die 10 procent. Als je daarmee akkoord zou gaan, dan krijg je precedentwerking naar andere instellingen. En als de gemeenteraad zoveel water bij de wijn had gedaan, had Europa dat kunnen uitleggen als staatssteun’, aldus gemeentewoordvoerder Toon Schuiling.

Zwaar op de maag
Tegen De Stentor zei ViaReva-directeur Jan Bouwmeester dat de vraagprijs van de gemeente veel te hoog was. Hij zegt nu in gesprek te zijn met een particulier over een ander stuk bouwgrond in Apeldoorn-Zuid en acht de kans op slagen groot. Volgens Schuiling was Apeldoorn er het nodige aan gelegen om de instelling wel aan grond te helpen. ‘Wij begrijpen ook dat deze instellingen te lijden hebben onder de Haagse bezuinigingen. Inhoudelijk ligt deze beslissing ook zwaar op de maag en we nemen hem met pijn in de buik. Maar we kunnen niet zomaar onze principes overboord zetten. We moeten ons houden aan de notitie Gronduitgiftebeleid. De raad stelt een marktconforme prijs vast en daar mogen we maximaal 10 procent van afwijken.’

Dilemma
De gemeente zat klem tussen het binnenhouden van het revalidatiecentrum en het niet teveel verlagen van de prijs. ‘Voor ons was het echt wikken en wegen. Het was een enorm dilemma.’ Een dilemma dat een volgende keer kan terugkomen, erkent Schuiling. Voor de grond op het bedrijventerrein zijn nog geen concrete andere gegadigden. Toch prijst de gemeente zich niet uit de markt, vindt Schuiling. ‘Het is niet zo dat we helemaal geen grond verkopen. Dat lukt nog wel redelijk. Maar voor de helft van de prijs kunnen we grond niet verkopen. Europa zou ons van concurrentievervalsing betichten. Een particulier heeft niet te maken met deze regels.’