Even geen ongewenste windmolens voor provincie

Het kabinet zal de komende zes maanden geen onomkeerbare besluiten nemen over windparken die de provincies niet willen hebben. Dat heeft minister Maxime Verhagen (Economische Zaken) toegezegd in de Tweede Kamer, op verzoek van de PvdA.

Grote windparken

Het gaat daarbij om grote windparken (meer dan 100 megwatt) op locaties die niet liggen binnen de zoekgebieden die de provincies zelf hebben aangewezen. Binnen de zoekgebieden gaat de planontwikkeling wel door, zegt woordvoerder Bart Visser van het ministerie. ‘Anders dreigen we de doelstelling niet te halen, om in 2020 6000 megawatt energie uit wind op te wekken.’

Uitzondering voor Drenthe

Een uitzondering is gemaakt voor de aangewezen zoekgebieden in Drenthe. Daar liggen drie afzonderlijke plannen op tafel voor grote windmolenparken, die bij elkaar veel meer windmolens tellen dan de provincie wil. Omdat de zeggenschap over aanvragen voor windparken boven 100 mw bij het Rijk ligt, vreest Drenthe straks een veelheid aan windmolens te krijgen.

Wachten met inpassingsplan

Verhagen heeft nu toegezegd dat de MER-procedures voor de Drentse aanvragen worden voorgezet, maar dat het ministerie voorlopig zal wachten met de procedures voor een inpassingsplan, aldus woordvoerder Visser.

Snel door met gebiedsvisie

Gedeputeerde Rein Munniksma is blij met het uitstel. Het geeft Drenthe de kans om voor het eind van dit jaar een gebiedsvisie af te hebben, waarin is aangewezen op welke plekken de provincie ruimte biedt voor maximaal 280 megawatt aan windmolens. Dat is grofweg de helft van wat er aan aanvragen ligt bij het Rijk, maar meer den genoeg wat Drenthe betreft.

Niet met nog windmolens meer opzadelen

‘Daarmee zeggen we dat we onomkeerbaar hebben vastgelegd met de gemeenten dat deze windparken er gaan komen’, zegt Munniksma. Het Rijk kan het dan niet maken om Drenthe naderhand met nog meer windmolens op te zadelen, verwacht de gedeputeerde. ‘Vooral omdat we al tot de koplopers behoren, veel andere provincies moeten nog beginnen met het aanwijzen van locaties voor windparken.’

Half ei

Ook de investeerders en aanvragers van de grote windparken kunnen dan tevreden zijn, meent Munniksma. Weliswaar krijgen ze niet de ruimte voor hun totale aanvraag, maar ‘een half ei is beter dan een lege dop. Zij staan niet langs de zijlijn.’