Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Buren wint zaak over leges windmolens

Het gaat niet alleen om de buitenkant, oordeelde het Gerechtshof in Arnhem, ook de bouwkosten voor het interieur tellen mee voor de hoogte van leges.

03 april 2012

Bij het vaststellen van de leges voor de bouw van windmolens mogen gemeenten ook de bouwkosten voor het interieur meerekenen. Dat blijkt uit een uitspraak van het Arnhemse Gerechtshof in een geschil tussen gemeente Buren en Nuon. Een relevante uitspraak voor andere gemeenten die windmolens willen plaatsen, reageert de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Bijna de helft

Nuon moet de gemeente Buren nu alsnog het volledige bedrag van circa 90.000 euro aan leges betalen voor het plaatsen van vier windmolens. Zelf meende het energiebedrijf dat het kon volstaan met bijna de helft, 52.000 euro.

Welke kosten

Het verschil zit hem in de vraag welke kosten tot de bouwkosten mogen worden gerekend, legt Jeanette van Gent uit namens het team Belastingen van de gemeente. Gaat het alleen om de fundering, de mast en de gondel, zoals Nuon betoogt, of ook de installaties die zich binnenin de windmolen bevinden? In het laatste geval zijn de bouwkosten waarover leges worden geheven fors hoger. Zo gaf Nuon in Buren 4 miljoen euro geraamde bouwkosten op, terwijl die volgens de gemeente 12 miljoen bedragen, 3 miljoen per windturbine.

Rechtbank versus Gerechtshof

In eerste aanleg gaf de rechtbank Nuon gelijk en oordeelde dat alleen de buitenkant van een windmolen de grondslag kan vormen voor de te heffen leges. Nuon stelde zelf hoger beroep in, om duidelijkheid te krijgen in deze discussie, die niet alleen in Buren wordt gevoerd. Het Arnhemse Hof kwam tot een andere conclusie. Van Gent: ‘Een windmolen is volgens het Hof geen gebouw, maar een bouwwerk, waarbij binnenkant en buitenkant samen één geheel vormen. Het Hof sluit daarmee aan bij een uitspraak uit 2003 van het Hof in Amsterdam.’

Geen terugwerkende kracht

Volgens VNG-woordvoerster Frotina Zuidema hoeven gemeenten die menen dat zij in het verleden te lage leges hebben geheven, niet te juichen. ‘Als de aanslag al is opgelegd, kun je niet navorderen. Dan heb je pech, bij dit soort uitspraken geldt vaak geen terugwerkende kracht.’ Voor gemeenten die nu bezig zijn met een aanvraagprocedure voor windmolens, of dat in de toekomst doen, is het wel interessant om goed te kijken welke kosten worden opgevoerd, zegt Zuidema.

Rijnwoude vordert wel na

Gemeente Rijnwoude deed in 2009 wel een poging tot navordering. Nadat achteraf duidelijk werd dat te lage bouwkosten waren opgegeven, legde de gemeente een naheffing op aan windmolenbouwer Prodeon. De gerechtelijke procedure daarover loopt nog steeds, meldt de gemeente. Volgens Zuidema is navordering wel mogelijk als sprake is van opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens, zoals Rijnwoude vermoedt.

Bindende uitspraak

Tegen de uitspraak van het Hof is beroep in cassatie mogelijk bij de Hoge Raad. Nuon denkt daar nog over na. ‘Nu de rechtbank A heeft gezegd en het Hof B, zou het voor gemeenten wel duidelijk zijn als er een bindende uitspraak komt van de Hoge Raad’, meent Zuidema.

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Soons / adviseur / kostendeskundige
Als het is dat het ninnen- en buitenwerk onlosmakelijk met elkaar verbonden is, hoe zit het dan bijv. met melkstal in de agrarische sector? Zonder melkinrichting is er toch ook geen sprake van een melkstal, tenzij we weer lekker ouderwets alles met de hand gaan melken.
Cees Bakker / energieadviseur
Is deze uitspraak gerechtvaardigd? Leges zou gebaseerd moeten zijn op kosten die de gemeente moet maken voor haar verantwoordelijkheid bij de haar toegewezen taken, zoals controle of het bouwwerk aan de eisen voldoet, zoals het controleren van de constructieberekeningen. In het geval van een windmolen zou het dan vooral om de fundering gaan. De controle van de constructie van de molen zelf door een gemeente is onzinnig omdat een molen als geheel gecertificeerd is. Kortom, deze uitspraak is discutabel.
Bert van der Sluis / directeur Prodeon BV
Ter aanvulling op de reactie van de gemeente Rijnwoude: In november 2011 heeft de rechtbank al uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft geoordeeld dat Prodeon niet te kwader trouw gehandeld heeft en dat er geen sprake is van een nieuw feit. De rechtbank is daarmee van oordeel dat er geen grondslag voor naheffing is. De gemeente Rijnwoude heeft beroep aangetekend.
Bert van der Sluis / directeur Prodeon BV
Hierbij de volledige uitspraak van de rechtbank in de casus Rijnwoude Prodeon: http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn …

Lammert Brantsma / metaalkundig ingenieur, inspectiedeskundige
De gevaren voor de omwonenden die verbonden zijn aan het plaatsen van windmolens nabij woningen zijn weliswaar duidelijk, maar daar wordt veelal aan voorbij gegaan.

De windmolens dragen inherente mechanische gevaren met zich mee waar beleidsmakers en initiatiefnemers niet van willen horen, of er geen kennis van hebben.

Gemeenten moeten dan ook heel veel in het werk om omwonenden gerust te stellen, initiatiefnemers en bevolking een beetje op één lijn te krijgen, plannen te ontwikkelen of juist te wijzigen als een hogere overheid de plannen op ondemocratische manier heeft opgelegd aan een Provincie of Gemeente. . Kortom, kosten moeten worden gedragen door de initiatiefnemers en wel middels de leges. Zij die het voordeel genieten, moeten dus ook alle kosten dragen. En let wel: een windmolen met gondel, zonder inwendige delen, is geen windmolen. Die doet het namelijk niet. Dit in tegenstelling tot een boerenschuur: ook zonder inrichting kunnen er koeien in verblijven, en worden gemolken. Kom maar eens naar het platteland, en zie hoe het werkt !
Advertentie