Limburg wil voor rondweg niet wachten op Raad van State
Provincie moet wachten op uitspraak over natuurcompensatie, maar wil vast beginnen met wegvakken waar natuur niet wordt geschaad.
Limburg wil beginnen met de aanleg van de 26 kilometer lange Buitenring rond de regio Heerlen. De Raad van State buigt zich echter nog over de natuurcompensatie die daarvoor nodig is en heeft de aanleg opgeschort. De provincie gaat nu ontheffing vragen, om vast aan de slag te kunnen met de onomstreden delen van de weg. Anders dreigt een vertraging van anderhalf jaar.
Kosten stijgen verder
Door die vertraging kunnen de kosten voor de Buitenring nog verder stijgen, van 141 naar 150 miljoen euro, vreest Limburg. Na uitvoerig beraad hebben Provinciale Staten er daarom voor gekozen om voor eigen risico vast te beginnen met de aanleg van wegvakken waar de vraag over natuurcompensatie niet aan de orde is, zegt provinciewoordvoerder John Clermonts. Limburg gaat hiervoor komende maand bij de Raad van State een verzoek indienen tot een (gedeeltelijke) opheffing van de schorsing. Als dat lukt, kan de aannemer dit najaar beginnen.
Jurisprudentie ontbreekt
De Raad van State heeft nog wel anderhalf jaar nodig om antwoord te geven op de vraag of Limburg voldoende natuurmaatregelen neemt om te extra uitstoot van stikstof te compenseren. Het ontbreekt echter nog aan jurisprudentie over natuurcompensatie voor uitbreiding van wegen die door Natura2000-gebied lopen, legt Clermonts uit. 'De Raad van State heeft het Europees Hof van Justitie in Luxemburg gevraagd om hierover een uitspraak te doen in een vergelijkbare zaak; de verbreding van de A2 tussen Eindhoven en Den Bosch. Die uitspraak wordt volgend voorjaar verwacht. Daarna gaat de Raad van State zich beraden op wat dat betekent voor de Buitenring. De uitspraak voor ons zal vermoedelijk in het najaar van 2014 komen.'
Boeteclausule
Zo lang wil Limburg niet wachten. Liever gaat de provincie beginnen met wegvakken waar de vraag over natuurcompensatie niet aan de orde is, zegt Clermonts. In het slechtste geval - de situatie waarin de Raad van State de Buitenring wegens onvoldoende natuurcompensatie naar de prullenbak verwijst - liggen er in elk geval een paar stukken weg waar de regio van profiteert. Limburg hoopt dat de Raad van State instemt met het verzoek om deels aan de slag te mogen gaan. Zo niet, dan moet de provincie om tafel met de aannemer. 'Dan ligt de vraag voor of zij willen wachten tot volgend najaar, of dat ze het contract willen ontbinden. Dat kost de provincie 5% van de aanneemsom van 135 miljoen euro, zo staat het in de boeteclausule. Dat is natuurlijk zondegeld.'
In de uitspraak van 7 december 2011 (201011757/1/R1 en 201012728/1/R1) lezen we daarover onder punt 2.184:
“De vernietiging van de plandelen met de bestemming "Verkeer" ter hoogte van de Natura 2000-gebieden Geleenbeekdal en Brunssummerheide ziet op delen van het wegtracé voor de BPL zelf. De Afdeling heeft overwogen of kan worden volstaan met een vernietiging van deze delen, naast de genoemde overige vernietigingen. De Afdeling is van oordeel dat dit niet mogelijk is vanwege de onderlinge samenhang van de twee delen van het wegtracé met het resterende deel van het tracé voor de BPL. Dit brengt mee dat de Afdeling het gehele besluit tot vaststelling van het inpassingsplan zal vernietigen”.
Kansloos verzoek om opheffing schorsing
Bovenstaande uitspraak uit 2011 maakt dan ook dat het verzoek van Provinciale Staten om middels opheffing van de schorsing van het inpassingsplan voor de “no-regretdelen”, het resterende deel van het tracé toch te kunnen aanleggen, door de Raad van State zal worden afgewezen omdat immers aan de onderlinge samenhang tussen de twee delen van het wegtracé (Brunssummerheide en Geleenbeekdal) met het resterende deel van het tracé voor de BPL in het PIP 2012 niets veranderd is t.o.v. de situatie in het PIP 2010. Dat de Afdeling daarover nu anders zal oordelen, moet onwaarschijnlijk geacht worden.