Limburg eist keiharde datum mijnschaderapport

De Limburgse gedeputeerde Daan Prevoo (SP) is teleurgesteld in de mededeling van minister Kamp dat het rapport over mijnwaterschade niet deze zomer, maar pas eind dit jaar verschijnt. ‘We moeten niet doorschuiven, maar aanpakken.’

Lang gewacht
Vlak voor zijn vakantie stuurde Prevoo nog een brief naar de minister waarin hij zijn teleurstelling uitte over het uitstel van de verschijning van het onderzoeksrapport naar mogelijke na-ijlende effecten van steenkoolwinning in de mijnen van Limburg in de vorige eeuw. Volgens Prevoo keek hij en de rest van de provincie reikhalzend uit naar het rapport, na al ruim een jaar wachten. ‘Daarom heb ik de brief gestuurd.’

Plan van aanpak
In de brief dringt hij erop aan dat bij het eerstvolgende bestuurlijk overleg op 22 september, met daarbij ook twaalf gemeenten en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, een plan van aanpak wordt geagendeerd voor het verschijnen van de definitieve onderzoeksresultaten, inclusief een uitgewerkte communicatieparagraaf. ‘Ik wil op basis van een grondig rapport richtinggevende oplossingen en een plan van aanpak. Daarbij is dat overleg het moment om in kaart te brengen wat de risicogebieden zijn en wie verantwoordelijk is voor monitoring, kosten en communicatie.’

Keiharde verschijningsdatum
Ook wil Prevoo een keiharde verschijningsdatum. ‘Geef ook meteen gevolg aan de conclusies en hoe je die gaat communiceren. Laat het rapport niet drie maanden op de plank liggen. Gemeenten wachten ook op het rapport. We weten dat we iets moeten doen. We herstellen al gestutte woningen en vullen verzakkingen bij het hoofdkantoor van DSM in Heerlen.’ In de Campus in Kerkrade zitten zes jaar na de oplevering scheuren. ‘Of dat ook door mijnwaterschade komt, zal het rapport duidelijkheid moeten geven.’ Het is voor Prevoo wel duidelijk dat het rijk de verantwoordelijkheid op zich dient te nemen. ‘Het waren staatsmijnen, dus als er schade is door die mijnbouw, dan dient het rijk daar voor op te draaien of de rechtsopvolgers, in dit geval DSM.’

Niet doorschuiven
Minister Kamp zei eind juni zelf nog tegen de Kamer dat hij zich er zeer voor zal inzetten dat het rapport voor het eind van het jaar in de Kamer aan de orde moet kunnen komen, “want we kunnen het niet vooruit blijven schuiven”, memoreert Prevoo in zijn brief. ‘Ik zie al gebeuren dat het in december verschijnt, dan het kerstreces volgt en dan de opmaat naar de verkiezingen, waarna hij het aan zijn opvolger kan overlaten, want Kamp gaat niet door. Maar zorg dan dat het rapport in juli klaar is.’

Onderbezetting bij ministerie
Volgens Prevoo is bij het ministerie sprake van onderbezetting, omdat iedereen bezig is met Groningen. ‘Ik heb al eens voorgesteld dat ze de capaciteit moeten opschalen, maar dat is niet aan de orde.’ De reden voor het uitstel van het rapport zit het in het feit dat nog “nader onderzoek” moet worden gedaan. ‘Maar er zijn wel tussentijdse resultaten bekend. Er is sprake van bodembeweging en in vijf gebieden is die opvallend. Daar kun je dus al op inzoomen en dan hoeven we niet nog een half jaar te wachten met voorbereidingen.’

Verzakking winkelcentrum
Het risico voor schade aan bebouwing is aanwezig. Prevoo brengt de verzakking van winkelcentrum ’t Loon in Heerlen in herinnering. ‘Dat was ’s nachts, maar stel het gebeurt overdag, dan is er een groot risico op ongevallen.’ Naar dit voorval is vanuit het ministerie echter geen nader onderzoek gedaan. ‘De oorzaak blijft dus in het luchtledige hangen.’ Intussen worden in september de eerste uitkeringen aan mensen met schade verstrekt uit het calamiteitenschadefonds. ‘Dit is kleinschalig. Uiteindelijk moet het rijk over de brug komen met compensatie, zoals in Groningen, want je kunt de bevolking niet opzadelen met de schade.’

Nazorg vanuit overheid
Mensen hebben door de risico’s onverkoopbare woningen en zelf niet de financiële middelen om daar iets aan te doen’, aldus Prevoo. ‘Die nazorg moet er vanuit de overheid zijn.’ En dan moeten mensen niet zelf hoeven aantonen dat de schade door de mijnbouw komt. ‘Dat is de omgekeerde wereld. De overheid moet mensen daarin faciliteren en dan moet het ministerie zijn capaciteit maar opschalen. In Duitsland zijn ze heel goed in het vergoeden van schade door na-ijlende effecten.’