Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Ingenieursbureaus Amsterdam en Rotterdam gaan samenwerken

Meer slagkracht en kennis moet de samenwerking tussen de ingenieursbureaus van Amsterdam en Rotterdam opleveren. Wethouders Carolien Gehrels (Amsterdam) en Hamit Karakus bezegelden deze week de overeenkomst.

17 januari 2014

De Amsterdamse wethouder Caroline Gehrels en de Rotterdamse wethouder Hamit Karakus hebben een samenwerkingsovereenkomst tussen de ingenieursbureaus van Amsterdam en Rotterdam bezegeld. De samenwerking moet meer slagkracht en kennis opleveren.

Bureaus werken al samen in projecten
De directies van beide ingenieursbureaus moeten concrete afspraken maken en garanties geven voor het behoud van de eigen expertisegebieden. De bureaus werken al samen in grotere projecten. Bij het maken van het bestek voor de verlegging van kabels- en leidingen A9 Gaasperdammerweg en een ontwerp voor de Zeesluis IJmuiden zijn de ingenieurs van Rotterdam ingevlogen. Bij de renovatie van de Rotterdamse Maastunnel wordt de expertise van Amsterdamse ingenieurs ingezet, omdat zij veel ervaring hebben opgedaan met de renovatie van de IJtunnel.


Beter maatschappelijke uitdagingen realiseren
Door de samenwerking zijn de ingenieursbureaus beter in staat om maatschappelijke uitdagingen waarvoor zij staan te realiseren. De samenwerking richt zich eerst op de kennisgebieden: havenconstructies, beweegbare bruggen, binnenstedelijke kademuren en waterkeringen. Het streven is kennisvelden samen te ontwikkelen, waarbij één van de partners het voortouw neemt. Zo kunnen beide gemeentebesturen uit een grotere bron van kennis en kunde putten. Deze bron is ook weer van waarde voor andere overheidsopdrachtgevers, die met hun expertise het fundament van deze samenwerking kunnen versterken.

Beter en goedkoper
Waterbeheer, energievraagstukken, bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad zijn de belangrijke thema’s. De aanpak van deze vraagstukken moet volgens de steden niet alleen goed, maar ook efficiënt gebeuren. Zeker nu de financiële middelen van de overheid steeds krapper zijn. Beide gemeenten willen de hoogwaardige kennis blijven binden om marktpartijen uit te kunnen dagen om de opgaven uit te werken en beter en goedkoper te realiseren.

Beiden hebben expertises
Rotterdam ziet vooral voordelen in de uitbreiding van het aantal kennisgebieden, vertelt woordvoerder Dave Geensen. Hij wijst op de Amsterdamse kennis van binnenstedelijke kademuren en waterkeringen. ‘Wij hoeven dan geen mensen meer aan boord te halen met deze kennis of ons personeel kennis te laten ontwikkelen.’ Zelf is Rotterdam goed in beweegbare bruggen en havenconstructies. ‘Het is goed om hiermee te beginnen en later meer kennisvelden aan te boren. Deze kennis is geborgd, we kunnen de ontwikkelingen volgen, specialiseren en het uitbouwen.’

Geen krimp personeel
Gevolgen voor het personeelsvolume heeft de samenwerking niet. Dat is ook niet de insteek, vertelt Geensen. ‘Hier heeft al forse krimp plaatsgevonden, maar belangrijk is om te vermelden dat dit geen bestuurlijke opdracht is voor krimp of een reorganisatie. Het is een positieve motivatie vanuit de organisatie zelf en niet vanuit het college.’ Wel worden dus keuzes gemaakt in kennisvelden. ‘We hebben vertrouwen in elkaar en willen bestaande kennis delen. Amsterdam heeft het programma “Tien wegen naar effectief aanbesteden”. Daar kunnen we van leren. Voor het personeel kan de samenwerking een verrijking van het werk zijn. Je hoeft niet per se in Rotterdam te werken, maar ook in Amsterdam en omgeving.’

Slimmer markt aan ons binden
De ingenieursbureaus moeten dus ook marktpartijen uitdagen beter en goedkoper te werken. Rotterdam is niet zozeer ontevreden met hoe dat nu gaat. ‘Maar we vinden van onszelf dat het beter kan.’ Adjunct-directeur Martin Klein van Ingenieursbureau Amsterdam vergelijkt zijn stad met Rijkswaterstaat of ProRail. ‘De manier waarop wij de markt betrekken is te vergelijken hoe Rijkswaterstaat dat 15 jaar geleden deed. We moeten vooral slimmer de markt aan ons binden en hen ruimte bieden. Nite een brug uitdetailleren tot het laatste boutje. Dat kan de markt zelf ook wel. Wij noemen dat in Amsterdam “de moderne marktbenadering”.’

We vinden elkaar in de inhoud
Het ingenieursbureau heeft een kleiner opdrachtenpakket dan vijf jaar geleden, waardoor keuzes moeten worden gemaakt in waar wel en niet in wordt geïnvesteerd, vertelt Klein. ‘In Rotterdam investeer je dan in het ene en in Amsterdam in het andere. Wij ontwikkelen ons door in kademuren en zij in zeehavens. Je kunt dat beter samen doen dan dat je het ieder apart doet.’ De samenwerking loopt voor Amsterdam vooruit op de reorganisatie die nog moet plaatsvinden. ‘We worden kleiner en kunnen de gevolgen daarvan zo goed opvangen. We zijn al bezig elkaar goed te leren kennen. De second opinions die we bij elkaar doen leveren veel op. Daar gaan we krachtig mee door. Je ziet dat ingenieurs uit Amsterdam en Rotterdam elkaar vinden in de inhoud.’

Mogelijk meer samenwerkingsverbanden
Meer samenwerkingsverbanden op andere gebieden sluiten de wethouders niet uit. ‘Ze zeiden dat ze dit vaker moeten doen als er een goede inhoudelijke aanleiding is’, aldus Klein. ‘We doen al jaren aan kennisuitwisseling binnen de G4. Maar Den Haag en Utrecht begrijpen dat wij eerst gaan samenwerken. De opgave en de aard van de bureaus zijn gelijk.’ Ook Rijkswaterstaat steunt de samenwerking en sluit waarschijnlijk in de loop van 2014 aan.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

JJMoes
Ooit (1970) "werkten"ze ook samen , toen over uniformiteit in aan te schaffen railmaterieel (metro) Ook de NS was daarbij. 3 jaar praten, 4 verschillende niet uitwisselbare materieeltypes....Ze zaten niet eens met de rug naar elkaar toe toen het erop aan kwam
N. van Koll / ambtenaar
Een omgevingsdienst?
Advertentie