Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Grote corporaties doen het beter

De veelgehoorde veronderstellingen dat grote corporaties verder van hun omgeving af staan en inefficiënt werken, blijken niet te kloppen.

05 juli 2013

Gemeenten hoeven niet huiverig te zijn voor grote woningcorporaties. Hun maatschappelijke prestaties zijn niet slechter dan die van kleine corporaties. Ze scoren zelfs beter als het gaat om financiële prestaties en toezicht.

Dat constateert de Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland na zes jaar visitaties. Volgens directeur-bestuurder Diana de Jong blijkt uit analyse van de visitatierapporten dat er een verband is tussen de grootte van de corporatie enerzijds en de financiële prestaties, de organisatiegraad en het interne toezicht anderzijds. Het blijkt dat grote corporaties, met meer dan 10.000 woningen, gemiddeld een 7,1 scoren voor financiële prestaties (kleine corporaties een 6,7). Voor governance, de wijze waarop de corporatie wordt bestuurd, krijgen grote corporaties een rapportcijfer 7 (kleine corporaties een 6,6).

Hoewel de gemiddelden niet bijzonder veel verschillen, vindt De Jong de uitkomsten verrassend. De veelgehoorde veronderstellingen dat grote corporaties verder van hun omgeving af staan en inefficiënt werken, blijken niet te kloppen. Op het vlak van maatschappelijke prestaties scoren groot en klein vergelijkbaar, zegt De Jong. ‘Je ziet nagenoeg geen verschillen, ook niet in het oordeel van de ondervraagde huurdersorganisaties en gemeenten. Zij voelen zich en worden daadwerkelijk betrokken bij het beleid van de corporaties. Ik kan dat niet goed verklaren. Misschien investeren grote corporaties meer in contactpersonen om die veronderstelde kloof te overbruggen.’

Naast de maatschappelijke prestaties meet de visitatie ook de bedrijfsvoering, die is uitgesplitst naar financiën en governance. In het cijfer voor governance wordt uitgedrukt hoe het is gesteld met de besturing van de corporatie, de externe legitimatie en het interne toezicht. Corporaties professionaliseren op dit gebied, aldus De Jong. De grote corporaties doen het op dit vlak vooral beter, omdat zij – meer dan de kleine collega’s – meetbare en concrete doelstellingen hebben en werken met een planning en controlcyclus. ‘Ze controleren of er gebeurt wat ze zich hebben voorgenomen en sturen zo nodig bij. Als dit beleid goed op orde is, kan een Raad van Toezicht adequaat toezien en sturen.’ Bij kleine corporaties scoort het interne toezicht slechter, juist vanwege het ontbreken van helder beleid. ‘Als de Raad van Toezicht niet weet waaraan het functioneren van een bestuurder moet worden getoetst, kan zij weinig doen.’

Dat de grote jongens het beter doen op financieel gebied, is niet zo verrassend. Ze hebben meer personele capaciteit en kunnen daardoor eenvoudiger investeren in de voor deze onderdelen belangrijke elementen zoals treasury statuten, risicomanagementsystemen en investeringskaders, zegt De Jong. ‘Ze kunnen beter afwegen waar ze hun geld aan uitgeven, afgezet tegen het maatschappelijk rendement. Grote corporaties kunnen beter inschatten wat belangrijke externe ontwikkelingen zijn en waarom ze wel of niet ergens in moeten investeren. Zij zijn daardoor vaak een betere gesprekspartner voor gemeenten.’

Misstanden
Steeds meer corporaties laten hun maatschappelijke prestaties door een onafhankelijk en extern bureau in beeld brengen. In de afgelopen zes jaar voerden door de stichting geaccrediteerde bureaus bijna vierhonderd visitaties uit. Nu gebeurt dit nog op vrijwillige basis, ingegeven door de Aedes- en Governancecode. Wanneer de Herzieningswet toegelaten instellingen in werking treedt, wordt het een wettelijke verplichting en moeten ook corporaties die geen lid zijn van Aedes zich laten visiteren.

De Jong verklaart de toenemende bereidheid van corporaties om hun functioneren te bespreken mede uit maatschappelijke druk. Na diverse misstanden bij woningcorporaties vraagt de samenleving om meer openheid. ‘Aanvankelijk was daar weerstand tegen, men vond het omslachtig en kostbaar om de organisatie te laten doorlichten. Maar het is net als bij de accountant, die kost ook tijd en geld. Inmiddels is het helemaal ingeslepen om je financiële reilen en zeilen te verantwoorden, dat gebeurt bij de visitaties nu ook.’ Corporaties zien dat zij er zelf ook veel aan hebben. Visitaties dragen bij aan hun maatschappelijke legitimiteit en leveren een schat aan informatie op over het functioneren van corporaties. Daar kunnen ook gemeenten hun voordeel mee doen.

Het rapport beantwoordt de vraag of de corporatie in de afgelopen vier jaar heeft gedaan wat zij heeft beloofd aan haar huurders en de gemeente. ‘We laten zien op welke manier de corporatie haar vermogen heeft aangewend in relatie tot de maatschappelijke prestaties. Daarin zijn visitaties uniek. Rapporten van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw behandelen slechts een deelaspect. De visitatie geeft een totaalbeeld en laat ook belanghebbenden als huurdersorganisaties en de gemeente aan het woord. Zo kun je de prestaties afzetten tegen wat de ambities zouden moeten zijn, kijkend naar de lokale situatie.’

Die informatie is voor gemeenten van grote waarde bij het maken van prestatieafspraken. Die worden volgens De Jong  vaker niet dan wel gemaakt. In de toekomst worden prestatieafspraken mogelijk verplicht. De openbare rapporten van de visitatie zijn dan een bruikbaar hulpmiddel; er zijn eenvoudig verbeterpunten uit af te leiden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie