Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Fietsberaad wil af van smalle fietsstroken

Als voor een ruime fietsstrook geen ruimte is, dan maar liever helemaal geen scheiding voor de afzonderlijk weggebruikers. Een fietsstraat zou een alternatief kunnen zijn.

19 februari 2014

Fietsers moeten op de rijbaan een fietsstrook van minstens 1,7 meter krijgen. Met die maatregel wil het Fietsberaad een einde maken aan de wildgroei aan oplossingen die gemeenten hebben bedacht. Als voor een ruime fietsstrook geen ruimte is, dan maar liever helemaal geen scheiding voor de afzonderlijk weggebruikers. Een fietsstraat zou een alternatief kunnen zijn.

Smalle fietsstrook onveilig

Wegbeheerders willen graag iets doen voor fietsers, maar vaak is het woekeren met de ruimte. Dat heeft geleid tot een grote variatie aan fietsstroken, variërend van vijftig centimeter tot twee meter breed, constateert CROW-Fietsberaad. Samen met adviesbureau Ligtermoet & Partners inventariseerde het Fietsberaad welke eisen je zou moeten stellen aan fietsstroken. Want die verscheidenheid aan oplossingen is onduidelijk voor de weggebruiker en vaak ook onveilig, licht Govert de With toe, opsteller namens het adviesbureau. ‘Als de fietsstrook te smal is, kunnen fietsers van de weg worden gedrukt. Het Fietsberaad wil dat nader onderzoeken met videoanalyses.’

Blinde vlek in richtlijnen

Volgens De With zit er een blinde vlek in de richtlijnen voor weginrichting. De regel is dat op gebiedsontsluitingswegen (50-kilometerwegen) het fiets- van het autoverkeer wordt gescheiden door middel van een fietsstrook van minstens twee meter of een vrijliggend fietspad. In smalle woonstraatjes – 30-kilometergebieden – moet je niks doen, daar komen de weggebruikers er samen wel uit, legt De With uit. ‘Het probleem is het grote grijze gebied dat daartussen zit. De wegen die te druk zijn voor 30 kilometer, waar fietsers behoefte hebben aan een eigen plek op de weg, maar die te smal zijn voor een brede strook.’

Automobilist moet zich aanpassen

Probleem is volgens De With ook dat weginrichters van oudsher de auto als uitgangspunt namen. ‘In het verleden werd gezegd dat voor auto’s 2,5 tot 3 meter nodig is, de rest is voor fietsers. Door die weginrichting verwachten automobilisten dat een fietser zich aan zijn eigen gebied houdt, maar als dat gebied te klein is, wordt de fietser weggeduwd.’ Het Fietsberaad draait het liever om: stel de fietser voorop, zorg voor ruimte om met twee fietsen naast elkaar te rijden (1,7 meter) en laat de automobilist zich aanpassen. ‘Liever een auto die af en toe voorzichtig over de fietsstrook moet rijden, dan een fietser die de autoweg op wordt gedwongen.’

Fietsstraat als alternatief

Een alternatief kan de fietsstraat zijn, die langzaam oprukt in Nederland. Straten waar de fietser het voor het zeggen heeft en de auto te gast is. Die ontwikkeling, het afbakenen van ruimte voor fietsers, is niet meer te stoppen, zegt De With. ‘We zijn ons er steeds meer van bewust dat je fietsers niet in hoekje weg moet drukken.’

Het Fietsberaad wil met wegbeheerders in discussie over de aanpassing van de richtlijn.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Ron / Adviseur
eindelijk een verstandige opmerking als het gaat om duidelijkheid voor ALLE weggebruikers. de wildgroei in oplossingen (vaak geforceerd om toch maar iets te hebben) heeft mi veel te veel geleidt tot onoverzichtelijke situaties. Juist een bestempeling van gebruik van ruimte dat niet in relatie staat tot wat in de praktijk gebeurt werkt averechts. Leer daarnaast ook de fietsers om te gaan met de verschillende situaties.
roland
Het opruimen van al die (vee) te krappe (schijn)stroken is een duidelijke verbetering. Jammer dat niet voor alle 50 km wegen dus ook de vele smalle, drukke stadsstraten een fietsstook van minimaal 2 m wordt aanbevolen, maar alleen voor de zogenaamde gebiedsontsluitingswegen.

Een gemiste kans voor een echte verbetering
Advertentie