Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Dorpsbouwmeester Barneveld laat ideëen groeien

Johan Galjaard zorgt ervoor dat er geen onooglijke bouwsels verrijzen in de gemeente. Naar ieders tevredenheid, meldt de gemeente trots.

06 april 2012

In Barneveld hebben ze vorig jaar afgerekend met de welstandscommissie en de traditionele welstandsnota. Sindsdien zorgt een dorpsbouwmeester ervoor dat er geen onooglijke bouwsels verrijzen in de gemeente. Naar ieders tevredenheid, meldt de gemeente trots. Dorpsbouwmeester Johan Galjaard aan het woord.

Hoe word je dorpsbouwmeester?

 ‘Ik doe het samen met mijn collega, Stef Veldhuizen. Wij zijn stedenbouwkundigen, senioren, we draaien al langer mee in dit wereldje. De gemeente had ons ontwerpbureau gevraagd een plan te maken om een ton te bezuinigen op het welstandsbudget en heeft uiteindelijk gekozen voor het model met een dorpsbouwmeester.’

En, zijn jullie goedkoper?

‘Ik weet niet precies hoe het financiële plaatje er nu uitziet, maar voorheen zat er een hele club mensen met een ambtelijk secretariaat. Het resultaat is in ieder geval dat wij minder uren werken en tegelijkertijd zaken toch sneller afwikkelen. Wie een aanvraag indiende, kreeg in het gunstigste geval gelijk een akkoord, maar meestal ging de welstandscommissie akkoord onder voorwaarden. Dan waren vaak meerdere sessies nodig om tot een bevredigend resultaat te komen. Dat doen wij sneller. Voorheen was 60 tot 70 procent van de aanvragen binnen drie keer akkoord. Nu is dat 90 procent.’

Waar ligt dat aan?

‘Wij zijn wekelijks twee ochtenden op het gemeentehuis aanwezig en we hebben een telefonisch spreekuur. Over aanvragen die er op dinsdag liggen, voer ik meteen overleg met de betreffende afdelingen en de aanvrager. Die weet nog diezelfde dag of zijn aanvraag akkoord is of niet en kan donderdag gelijk terugbellen om een afspraak te maken voor overleg de dinsdag erna. Op die manier zijn we er vaak binnen twee weken uit.’

Is de dorpsbouwmeester ‘makkelijker’ dan de welstandscommissie?

‘Nee, wij zijn zeker niet minder kritisch. Maar we pakken het wel anders aan. We proberen niet vanuit ideeën over smaak en stijl mensen te dwingen iets te doen wat ze eigenlijk niet willen. Wat we wel doen is vragen stellen, over stedenbouwkundige, architectonische of esthetische overwegingen bij hun aanvraag. In zo’n gesprek kweek je enthousiasme, waardoor ideeën tot een goed resultaat kunnen groeien. Dat is iets anders dan ouderwetse jurering: Aanvragen worden vaak geschoren door een welstandscommissie, met veel gezeur en gedoe tot gevolg.’

De welstandsnota nieuwe stijl, wat houdt dat in?

‘In traditionele nota’s is, vaak aan de hand van gebiedscriteria, veel vastgelegd. Barneveld wil gaan werken met vier welstandsregimes en per gebied is vastgesteld welk regime er geldt. Dat gaat van welstandsvrij, via beperkt en regulier tot bijzonder regime. Bij een aanvraag die binnen het beperkte regime valt, spreken we alleen over stedenbouwkundige aspecten: Past een gebouw in zijn omgeving? Bij het reguliere regime kijken we ook in algemene termen naar de architectuur van het gebouw. En bij het bijzondere regime gaat het tot in detail over wat mooi is. Dat geldt bijvoorbeeld voor de dorpskom van Barneveld en voor bijzondere ensembles van boerderijen in het buitengebied. We werken daarbij veel meer met beelden en kaarten dan met uitgebreide beschrijvingen.’

Andere gemeenten zijn geïnteresseerd, meldt Barneveld.

‘Ja, de belangstelling groeit. Het is ook veel leuker om enthousiaste partijen uit te dagen verder te denken, dan om met hangen en wurgen een compromis te vinden, waarin het vakmanschap van de architect wordt miskend en eigenlijk iedereen heeft verloren.’

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Johan Galjaard / dorpsbouwmeester Barneveld
Vaak wordt gedacht dat een stads- of dorpsbouwmeester hetzelfde doet als de rayonarchitect van de welstandscommissie, zoals ook Kees van Esch stelt. In Barneveld doet de dorpsbouwmeester echt wel wat meer. Hij staat in nauw contact met de vergunningverleners, heeft regelmatig overleg met de gemeentelijke stedenbouwkundigen en is ook adviseur van het college. Daarnaast kan hij in principe de rol van supervisor op zich nemen. Het grote verschil met de vroegere welstandscommissie is echter dat bewust de dialoog wordt aangegaan met de initiatiefnemers. Zodra de nieuwe welstandsnota is vastgesteld, vervallen bovendien de gebiedscriteria met hun directieve aanpak. In plaats van zeggen hoe het moet gaan we dan op basis van in de welstandsnota omschreven punten het gesprek aan met architect en/of initiatiefnemer. Dat is ten opzichte van de gangbare welstandspraktijk echt wel een nieuwe benadering. We spreken de ontwerper aan op zijn/haar professionaliteit, het gaat om vertrouwen in plaats van wantrouwen.

Ook de achtervang is goed geregeld omdat niet alleen Stef Veldhuizen mijn vervanger is maar verschillende architecten en stedenbouwkundigen van ons bureau (SVP) als gesprekspartner voor lastige kwesties beschikbaar zijn. En voor de duidelijkheid vanwege de reactie van Jan: de dorpsbouwmeester is geen ambtenaar, hij wordt door de gemeente Barneveld regelmatig geëvalueerd en kan zonder problemen vervangen worden indien hij niet voldoet.

De badinerende opmerking over ouderwetse jurering was zeker niet algemeen bedoeld. Hoewel die misschien ook voor anderen herkenbaar zal zijn, slaat die zin vooral op het gevoel ik in het verleden wel eens bij welstandstoetsing heb ervaren. Wanneer zoiets nu niet meer voorkomt, vind ik dat een geruststellende gedachte.
Jan
Het lijkt heel aardig zolang het goed gaat, maar feitelijk komt er veel te veel macht in handen van twee ambtenaren te liggen. Maar weinigen kunnen daar goed mee omgaan. Dat gaat onherroepelijk een keer goed mis, bijv. als het een kennis betreft. Ook ambtenaren zijn maar mensen. Ik heb meer vertrouwen in een Welstandscommissie bestaande uit een flink aantal externe deskundigen.
Ernst / ambtenaar
Volgens mij kun je het één doen en het ander niet laten. Een dorpsbouwmeester voor de mineure bouwwerken en een welstandscommissie voor de majeure-. Een eigen casus:

De buitenmuurisolatie van een niet vanaf de openbare weg zichtbare blinde muur moet via de welstandscommissie. Daar moet je zo'n " flink aantal externe deskundigen" toch niet mee willen belasten!
Kees van Esch / directeur Gelders Genootschap
Mooi dat Barneveld nu de welstandsadvisering adequaat geregeld heeft. Jammer dat er in het artikel wordt gesuggereerd dat hiermee een totaal nieuwe oplossing is bedacht. Jammer ook dat de nieuwe dorpsbouwmeester zich af blijkbaar moet afzetten tegen een beroepspraktijk van welstandscommissies van ver uit de vorige eeuw. Ik mag tenminste hopen dat het geschetste beeld niet slaat op de wijze waarop Barneveld dat tot voor kort regelde. In de gemeenten waarin wij de advisering mogen doen werken we al jaren met rayonarchitecten die in het voortraject, efficient, goedkoop en oplossingsgericht met architecten en opdrachtgevers overleggen en meer dan 95% van de plannen afdoen. Wekelijks en met voldoende lokale kennis. Tot tevredenheid van de aanvragers, betrokken en aanspreekbaar, zodat mensen snel verder kunnen met hun plannen.

Je zou onze rayonarchitecten (die in meer dan 50 gelderse en limburgse werken) ook dorpsbouwmeester kunnen noemen. Het verschil is echter dat er voor de lastige aanvragen en bouwprojecten ook nog een achtervang is in de vorm van een openbaar vegaderende commissie van deskundigen. Daar heeft desgewenst ook de aanvrager recht op. Efficient, hulpvaardig en eigentijds adviseren met behoud van deskundigheid en transparantie dus. Het bestaat gelukkig al in veel gemeenten!

Advertentie