Advertentie
financiën / Nieuws

Zorgbudget: 2016 en 2017 voor gemeenten vol onzekerheden

Dat stelt bureau AEF in het onderzoek Financieren en verantwoorden in een nieuw sociaal domein, opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Het bureau was door het ministerie gevraagd door het CBS en BZK naar buiten gebrachte informatie dat gemeenten over 2015 aan het sociaal domein fors minder geld hadden uitgegeven dan zij hadden ontvangen nader te duiden.

02 maart 2017

Het is heel goed mogelijk dat gemeenten zowel over 2016 als 2017 opnieuw geld overhouden op hun zorgbudget. Net als het atypische 2015 zijn het jaren vol onzekerheden.

Dat stelt bureau AEF in het onderzoek Financieren en verantwoorden in een nieuw sociaal domein, opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Het bureau was door het ministerie gevraagd door het CBS en BZK naar buiten gebrachte informatie dat gemeenten over 2015 aan het sociaal domein fors minder geld hadden uitgegeven dan zij hadden ontvangen nader te duiden.

Sprong in het diepe
De hoofdconclusie van de onderzoekers is dat Binnenlandse Zaken en het CBS nooit de conclusie hadden mogen trekken dat gemeenten fors ‘overhouden’ op het sociaal domein. Daarvoor deugde in de eerste plaats de onderliggende berekening van de gepubliceerde cijfers van geen kanten. Ten tweede moet 2015 – het jaar waarin gemeenten verantwoordelijk werden voor de uitvoering van taken op het gebied van jeugd, werk en zorg – volgens AEF als een ‘atypisch’ jaar worden gezien.

‘De overgang van verantwoordelijkheden vormde een grote opgave voor gemeenten. Dat hing samen met de hoeveelheid en complexiteit van de nieuwe verantwoordelijkheden en met het gegeven dat gemeenten lange tijd weinig zicht hadden op cliëntaantallen en budgetten. Voor gemeenten was 2015 daarmee in verschillende opzichten een ‘sprong in het diepe’’, stellen de onderzoekers.

Forse bijstellingen
Veel gemeenten sloten in hun begroting voor de nieuwe verantwoordelijkheden aan bij de budgetten die voor hun in de rijksuitkering voor het sociaal domein waren opgenomen. ‘Waar dit niet gebeurde, hebben de meeste gemeenten hoger begroot en enkele gemeenten lager’, aldus het rapport. Op basis van een enquête, groepsgesprekken en individuele gesprekken met gemeenten stellen de onderzoekers vast dat gemeenten 2015 hebben ervaren als een jaar met veel beweging. Dat komt ook tot uiting in de forse bijstellingen van de begroting en de aanzienlijke afwijkingen tussen begroting en realisatie, vooral veroorzaakt door redenen die te maken hadden met de overgang van taken in 2015. Veranderingen van budgetten vanuit het rijk en onzekerheid over cliëntaantallen waren daarbij de belangrijkste factoren.

Mogelijk meevaller
‘Veel gemeenten geven aan dat zij, vooral op de Wmo, een overschot hebben ten opzichte van hun (primaire) begroting. Tekorten komen het vaakst voor bij participatie’, aldus de onderzoekers. Over het algemeen kwamen gemeenten goed uit met de middelen vanuit het rijk, al kan dat voor individuele gemeenten anders zijn. Een kanttekening bij die conclusie is dat de realisatie in 2015 voor veel gemeenten nog geen goed overzicht geeft van de werkelijke kosten. Gedurende 2016 kwamen nog andere kosten in beeld door laat binnengekomen rekeningen en wijzigingen in de PGB-budgetten ten opzichte van de bedragen die doorgegeven waren door het SVB. Gevolg is dat bij een aantal gemeenten de kosten uit 2015 dus nog landen in de jaarrekening 2016. ‘Andersom komt het een enkele keer ook voor dat in de jaarrekening 2015 teveel kosten zijn opgenomen, waardoor de betreffende gemeente in 2016 een meevaller heeft’, waarschuwen de onderzoekers.

Gemeenten geven volgens de onderzoekers op grond daarvan dan ook aan dat niet alleen 2015 een jaar met onzekerheden is, maar dat dit ook geldt voor 2016 en 2017. ‘Niet alle knelpunten uit 2015 zijn namelijk al volledig opgelost. Bovendien zijn de effecten van transformatie onzeker. Daardoor verwachten veel gemeenten dat ook 2016 en 2017 geen representatieve jaren zullen zijn.’

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

EPJ Kort / Raadslid (D66)
Ondanks dit onderzoek is het kwaad natuurlijk al geschied en staan de gemeenten in de verdachtenbank ten opzicht van hun inwoners. Elke conclusie over overschotten is tot nu toe voorbarig. In mijn gemeente hebben we zelfs 2015 nog niet kunnen afsluiten met dank aan de SVB. Zowel in 2014 en 2015 is er ook veel uitgegeven om de transities vorm te geven. Die kosten zijn bij ons niet ten laste van het zorgbudget gegaan.

Wat ik mis in de conclusies van het rapport is dat de strakke en tijdige administratieve verantwoording bij de gemeenten absoluut niet overeenstemt met die van de zorgsector en de SVB. Het is dan ook te verwachten dat in 2016 en 2017 de accountants weer een beperkende goedkeuring van de jaarrekening zullen afgeven.

Dit zou de zorg van een minister van BZK moeten zijn. Tevens zou hij de hoofdconclusies van dit rapport ruimschoots in de pers moeten brengen. Het liefst vergezeld van een excuus voor dit amateuristische optreden. Het rapport spreekt van "een niet constructieve vergelijking". Dat had wat mij betreft steviger gekund. Het doel om deze gegevens zo naar buiten te brengen laat zich dan ook raden!
frank galesloot / Concerncontroller
Kort : geheel eens met dhr Kort
H. Wiersma / gepens.
Zelfs gepensioneerden - nu zelfs onderbouwt met nader onderzoek - wisten dat het zo in elkaar stak. Meteen is nog weer eens akelig duidelijk geworden dat ze bij het CBS en het ministerie van BiZa in een ivoren toren leven. En.....Plasterk (PvdA) huppelt wel overal achter aan.
Advertentie