Advertentie
financiën / Nieuws

Slechts 22 gemeenten gaven zorgbudget volledig uit

371 van de 393 gemeenten hebben in 2015 geld overgehouden van het budget dat ze van het rijk kregen voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Voor twee op de drie gemeenten was het rijksbudget voor de uitvoering van de participatiewet onvoldoende.

07 november 2016

371 van de 393 gemeenten hebben in 2015 geld overgehouden van het budget dat ze van het rijk kregen voor maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Voor twee op de drie gemeenten was het rijksbudget voor de uitvoering van de Participatiewet onvoldoende.

Definitieve cijfers

Samen hielden de gemeenten van het Wmo- en jeugdzorgbudget 1,18 miljard euro over. Slechts 22 gemeenten kwamen met de rijksbijdrage niet uit en boekten een tekort. Uit deze gisteren door Binnenlandse Zaken vrijgegeven definitieve realisatiecijfers over 2015 blijkt dat de gemeenten samen wel een tekort van 370 miljoen euro noteren op de post werk en inkomen, zeg maar het participatiewet-onderdeel van de decentralisaties. Voor twee op de drie gemeenten (267 van de 393 gemeenten in 2015) was het rijksbudget voor het cluster werk en inkomen onvoldoende. In totaal hebben alle gemeenten in 2015 dus 807 miljoen euro van het rijksbudget voor het sociaal domein niet uitgegeven. Dat is ongeveer 4,5 procent minder dan in het verdeelmodel van het gemeentefonds aan hen beschikbaar is gesteld (17,7 miljard euro).

Grote verschillen

Tussen gemeenten blijken er aanzienlijke verschillen. Diverse gemeenten houden van het Wmo- en jeugdbudget meer dan 20 procent over. Onder hen bijvoorbeeld Bedum en Franekeradeel. Gemeenten als Oosterhout, Heerenveen en Dongeradeel hebben zelfs circa 30 procent van het zorgbudget niet uitgegeven. In absolute zin heeft Breda het meeste geld overgehouden: 38 miljoen van de 160 miljoen euro die er via het gemeentefonds binnen kwam. De gemeente Stede Broec blijkt volgens het overzicht bijna 90 procent van het zorgbudget niet te hebben gespendeerd: van het rijk ontving Stede Broec zo’n 13 miljoen euro, waarvan er eind 2015 ruim 12,5 miljoen nog op de plank lag. In Giessenlanden is ongeveer het tegenovergestelde het geval. Die gemeente ontving voor de posten Wmo en jeugdzorg 6 miljoen euro van het rijk en was blijkens de realisatiecijfers ruim dubbel zo veel kwijt.

Nader onderzoek

De vraag is of die cijfers kloppen. Plasterk wijst er op dat de cijfers door de gemeenten zelf aangeleverd. ‘De verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gegevens ligt bij de gemeenten’, meldt hij de Tweede Kamer. Om een beter beeld te krijgen van de duiding van de cijfers en de mogelijke verklaringen, zal minister Plasterk van Binnenlandse Zaken nader onderzoek laten doen. Het geld dat de gemeenten voor het sociaal domein krijgt in het gemeentefonds is vrij besteedbaar. De gemeenten mogen dus zelf beslissen hoe ze de middelen wil gebruiken, zolang het maar wel binnen het sociaal domein wordt besteed. Atlhans, dat is volgens Plasterk de strekking van een bestuurlijke afspraak waarin wordt gesteld dat gemeenten en het rijk 'het gezamenlijk belang delen dat de middelen besteed worden in het sociaal domein.'

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

JaapvV / adviseur
Grappig, het zijn behalve Breda dus blijkbaar vooral kleine gemeenten die flink overhouden. Hoe match je dat met het feit dat blijkbaar veel aanvragers geen ondersteuningsverzoek hebben ingediend? Gezonde woongemeenten?
loek / v.m. jur.medew. gsd
Zorgmijders krijg je vanzelf wanneer je in een kleine gemeente woont en van nabij hoort dat je niet moet zeuren. Ook bij andere wetgeving is de sociale controle steviger. In de grote stad ligt dat qua anonimiteit wel anders. De Zorgverzekeringswet is daarnaast weer een probleem op zich. De verschuivingen van Rijk naar o.a. gemeenten hebben enkel verliezers onder de burgers opgeleverd. Dat moet kunnen want (eind)consument en belastingbetaler.
Etienne Geerts
Mijn moeder is twee jaar geleden overleden, na 4 maanden mantelzorg die wij als kinderen op ons hebben genomen omdat budgetten net dat jaar overgeheveld werden naar de gemeenten. ZIj had indicatie 5, in de oude situatie recht op bijna 24 uurs zorg per dag maar na de overheveling is daar omgeveer 3 uur per dag (na veel gepraat) van overgebleven, voldoende om ze twee keer per dag te verschonen en haar benen te zwachtelen. Het enige dat de gemeente op dat moment kon doen is het huishoudbudget met een kwartier per week te verhogen naar 2.15 uur. We stonden als kinderen op dat moment gewoon voor het blok. Alle hulde voor de thuiszorg (die op dat moment ook in een lastig parket zaten) maar door de gemeente zijn we echt in de kou gezet.
Moeder / Moeder zoon met ernstige chronische psychiatrische stoornis
De decentralisatie van langdurige zorg en jeugdzorg heeft geleid tot grote rechtsongelijkheid. Sindsdien ben je, als je zorgafhankelijk bent, alleen maar burger van een stad en geen Nederlandse burger meer. Het kabinet rekent zich rijk met bezuinigingen. Maar is dat wel zo? Wie is er beter van geworden van de decentralisatie. Opvallend hoe verschillend burgers en politiek dit ervaren.
Advertentie