Advertentie
financiën / Nieuws

Raad van State hekelt tempo invoering vpb-plicht

De gevolgen van het wetsvoorstel zijn volgens de Raad van State dermate ingrijpend dat er gerede twijfel is of de termijn van een jaar voldoende ruim is voor een zorgvuldige invoering. De vpb-plicht voor overheidsondernemingen geldt volgens het vandaag ingevoerde wetsvoorstel met ingang van 1 januari 2016.

16 september 2014

De Raad van State heeft grote moeite met de snelheid waarmee het rijk de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen wil invoeren.

Invoeringstermijn aan krappe kant
De gevolgen van het wetsvoorstel zijn volgens de Raad van State dermate ingrijpend dat er gerede twijfel is of de termijn van een jaar voldoende ruim is voor een zorgvuldige invoering. De vpb-plicht voor overheidsondernemingen geldt volgens het vandaag ingevoerde wetsvoorstel met ingang van 1 januari 2016. De invoeringstermijn zou niet alleen voor de Belastingdienst maar ook voor (de)centrale overheden aan de krappe kant zijn.

Meer concreet
Mede met het oog op een zorgvuldige invoering, adviseert de afdeling advisering van de Raad van State om in de toelichting op het wetsvoorstel meer concreet te zijn. Daarmee doelt de Raad van State met name op de zogeheten open normen die het wetsvoorstel kent, zoals 'overheidstaken' en 'in concurrentie treden.

Gelijk speelveld
In het wetsvoorstel wordt de vennootschapsbelasting zodanig aangepast dat overheidsondernemingen die economische activiteiten verrichten op een markt waarop ook private ondernemingen actief zijn, op dezelfde wijze aan de heffing van vennootschapsbelasting (Vpb) worden onderworpen als die private ondernemingen. Die aanpassingen hebben tot doel een gelijk speelveld te creëren tussen partijen. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren die de Europese Commissie, vanuit een oogpunt van staatssteun en verstoring van de concurrentieverhoudingen, heeft geuit tegen de op dit moment geldende ruime Vpb-vrijstelling voor overheidsondernemingen.

Europees recht
In het wetsvoorstel ontbreekt volgens de Raad van State ‘de noodzakelijke aandacht voor de Europeesrechtelijke aspecten.’ Juist de nationale dimensie lijkt uitgangspunt te zijn geweest bij de opstelling ervan. Zo ontbreekt een analyse van wat de Europese Commissie met de te treffen maatregelen beoogt. De Raad van State signaleert een aantal knelpunten en daarmee is het ‘zeer de vraag’ of het wetsvoorstel in overeenstemming is met het recht van de Europese Unie.

Staatssteun
Bepaalde onderdelen van het wetsvoorstel lijken te moeten worden beschouwd als nieuwe staatssteun die moet worden aangemeld bij de Europese Commissie, omdat anders het risico bestaat dat deze steun zal worden teruggevorderd. Een gedegen motivering ten aanzien van de EU-aspecten van het wetsvoorstel ontbreekt in de toelichting op het wetsvoorstel. In dat licht acht de Raad van State de opvatting van de Europese Commissie over het wetsvoorstel van wezenlijk belang.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

jan
De software leveranciers weten nog niet eens hoe ze het moeten inrichten. Dus laat staan de overheden zelf.

Na de wkr een verder administratie verzwaring voor de overheden zelf.



Als we toch over gelijke speelvelden hebben laat bedrijven dan ook een grotere sociale plicht op zich nemen. Zoals niet verkassen naar het toch te drukke westen en zich in de krinmpregio's vestigen. Alsof de overheid de grootste concurrent is.
Advertentie