Advertentie
financiën / Nieuws

‘Minister verzwakt positie rekenkamers’

De wetswijziging is in de ogen van Ollongren een noodzakelijke voorwaarde voor gedegen rekenkameronderzoek in elke gemeente ter ondersteuning van de gemeenteraad. De minister wil alleen nog onafhankelijke rekenkamers toestaan, dat wil zeggen zonder raadsleden erin. Dat moet de kwaliteit en professionaliteit van de rekenkameronderzoeken ten goede komen en het einde betekenen van rekenkamers die alleen op papier bestaan, maar nooit onderzoek doen.

09 juli 2018

Het weren van raadsleden uit lokale rekenkamers, zoals minister Ollongren van Binnenlandse Zaken wettelijk wil regelen, stuit op verzet.

De wetswijziging is in de ogen van Ollongren een noodzakelijke voorwaarde voor gedegen rekenkameronderzoek in elke gemeente ter ondersteuning van de gemeenteraad. De minister wil alleen nog onafhankelijke rekenkamers toestaan, dat wil zeggen zonder raadsleden erin. Dat moet de kwaliteit en professionaliteit van de rekenkameronderzoeken ten goede komen en het einde betekenen van rekenkamers die alleen op papier bestaan, maar nooit onderzoek doen.

Schoffering
Interim-raadsgriffier Els Boers stelt in een reactie op het concept-wetsvoorstel van de D66-bewindsvrouw dat slechts enkele gemeenten niet voldoen en geen of een slapende rekenkamer(commissie) hebben. ‘Met het voorstel schoffeert de minister het overgrote deel van de gemeenten die het nu wel heeft georganiseerd en daar tevreden over is’, aldus Boers.

Raadsleden mogen wat de minister betreft straks alleen nog een adviserende rol hebben richting rekenkamers. ‘Het idee om een raadslid als adviseur toe te mogen voegen zal menig rekenkamer(commissie) frustreren, want bij elke vergadering een adviseur betekent zeker inmenging in wat de rekenkamer wil’, aldus Boers. Deze vaste adviseurs zullen de rekenkamer volgens haar onder druk zetten. ‘Kortom, het is een wetsvoorstel dat de positie van rekenkamer(commissie) eerder zal afzwakken dan versterken.’

Switchen van vorm
Hans Oostendorp, directeur van Necker van Naem, heeft veel ervaring met de
oprichting van rekenkamers. Juist de ruimte die de huidige wet gemeenten biedt om de rekenkamerfunctie naar eigen wens in te vullen, ziet hij als grote meerwaarde. ‘Dat maakt dat gemeenten een vorm kunnen kiezen die bij ze past. Het maakt het bijvoorbeeld ook mogelijk om, als daar behoefte aan is, te switchen van vorm. Een gemeentelijke rekenkamer moet lokaal effect hebben. Dan moet de wijze van organiseren ook een lokale keuze zijn’, zegt hij.

Volgens fractievoorzitter Andy Rossel van de Limburgse Statenfractie van GroenLinks is de intentie van het wetsvoorstel misschien wel goed, maar blijft het toch ‘pure window dressing.’ Het zijn volgens hem immers de gemeenteraden en Provinciale Staten die deze wet moeten uitvoeren, maar tegelijkertijd houdt niemand er toezicht op en zijn er ook geen sancties bij het niet of onvoldoende naleven van die wet.

Zijn suggestie is om direct te kijken of er een toezichtmodel kan worden ontwikkeld op naleving van rekenkameronderzoek op decentraal niveau. Provincies doen dat bijvoorbeeld al bij gemeenten voor de medebewindstaken of de financiële huishouding en het rijk doet dit weer bij provincies. Rossel: ‘Dat zou naar mijn idee nu ook direct geregeld moeten worden. Anders blijft de wet leuk op papier, maar kan de praktijk het gewoon aan de laars lappen.’

Regionale kranten
Nog verder gaat Hein Albeda, lid van de Denktank Democratisch Samenspel. Hij vreest dat het wetsvoorstel vooral een papieren oplossing is. Zijn stelling is dat gemeenten die nu het nut niet zien van een (onafhankelijke) rekenkamer, door de wetswijziging niet van gedachten zullen veranderen. In een dergelijke cultuur heeft het verplichten van een rekenkamer weinig zin. Een veel sterkere prikkel zou zijn als er druk komt vanuit de bevolking en de lokale media. Helaas ziet hij ook dat de lokale media zieltogend zijn en daardoor is het ook moeilijker om als gewone burger greep te krijgen op de vraag of de gemeente effectief en efficiënt met het geld omgaat. Zijn voorstel is om daar iets aan te doen. ‘Waarom zou de minister niet geld beschikbaar stellen aan lokale en regionale kranten om in die gemeenten waar geen actieve rekenkamer of rekenkamerfunctie is elk jaar onderzoek in te mogen huren ter grootte van 1 euro per inwoner van de gemeente’, oppert hij. ‘Het gaat om een beperkt bedrag. Het hele wetsvoorstel is gericht op de 8 procent inactieve gemeenten, dus het gaat om hooguit 30 gemeenten, waarschijnlijk minder. Aangezien het hier vooral kleine gemeenten betreft gaat om hoogstens 300.000 euro per jaar in het eerste jaar, waarna snel alle inactieve gemeenten eieren voor hun geld zullen kiezen.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 13 van deze week (inlog)

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Els Boers, Krachtig Lokaal Bestuur / adviseur, auteur
@criticus, Het is een groot verschil of je lid bent van een rekenkamer en dus verantwoordelijk dan slechts adviseur, want als adviseur kan je heel makkelijk roepen zonder enige verantwoordelijkheid. Een rekenkamer met allerlei adviseurs zal de positie van de leden van de rekenkamer heel lastig maken. De praktijk is dat er klankbordgroepen zijn en dat is echt van andere orde en werkt wel. Het fundament is toch meer eigen keuzes gemeente door minder regels?
H. Wiersma / gepens.
Slagers die hun eigen vlees keuren is een slechte zaak. Ook een adviseurschap van raadsleden behoort niet bij een onafhankelijk opererende Rekenkamer. Dat zal toch zo langzamerhand voor bestuurders ook wel eens duidelijk zijn. Het corrigerend vermogen van raadsleden over het totale proces (inclusief adviezen Rekenkamer) moet vooral tot uitdrukking komen bij de behandeling in Raadscommissies en de Gemeenteraad.
Toine Goossens
Waarschijnlijk is de maatschappijbrede noodzaak van onafhankelijke, onpartijdige (objectieve), integere en vakbekwame toezichthouders aan mevrouw Boers voorbij gegaan.

Als overheden een toonbeeld van deze vereisten zouden zijn, zou er wellicht een theoretische mogelijkheid zijn om haar serieus te nemen. Nu daar geen sprake van is, is haar reactie een blooper.
criticus
De reacties zijn tekenend:

mevr. Boers stelt dat raadsleden op voorhand een onafhandelijke commissie beïnvloeden, waarbij zij daarmee dus impliciet zegt dat raadsleden in een rekenkamer volstrekt niet onafhankelijk zijn en hun onderzoeken dus ook niet.

Dhr Oostendorp heeft het niet over kwaliteit of onafhankelijkheid, maar slechts over vorm.

Rossel bevestigt door zijn roep om toezicht en sancties de noodzaak aan onafhankelijkheid en het disfunctioneren van rekenkamers/gemeenteraad.

En ten slotte wijst Albeda op het gebrek aan corrigerend vermogen vanuit buiten, waarmee hij impliciet aangeeft dat dat corrigerend vermogen hard nodig is.

Kortom: ik zie viermaal een bevestiging dat de wetswijziging zeer wenselijk is!



Advertentie