Advertentie

Wethouder en wijkagent

Wethouder Hub Schoenmakers werkt al 32 jaar bij de politie, de laatste 20 jaar als wijkagent. Hij heeft nooit overwogen om het politievak aan de wilgen te hangen toen hij bestuurder in zijn woonplaats Beek werd.

30 juli 2017

Hub Schoenmakers is wethouder in Beek en wijkagent in Valkenburg. Twee functies met één en dezelfde missie: ‘Laat mij de mensen helpen’.

Wethouder Hub Schoenmakers werkt al 32 jaar bij de politie, de laatste 20 jaar als wijkagent. Hij heeft nooit overwogen om het politievak aan de wilgen te hangen toen hij bestuurder in zijn woonplaats Beek werd. Hij moet er zelf om lachen: ‘Als politiek Beek klaar is met wethouder Schoenmakers, dan moet er toch brood op de plank komen. Nee hoor, ik heb altijd mensen willen helpen – als politicus en als politieagent.’ Een mooie combinatie ook, vindt hij. ‘Je kunt in twee keukens kijken en je kent de werkwijzen. Ik weet als wethouder hoe de politie werkt en waar ik een beroep op kan doen. En als agent weet ik hoe de gemeente werkt.’

Frustratie
Hij coacht zijn collega’s ook. Hoe ga je met het gemeentebestuur om? Waar liggen de ambtelijke gevoeligheden? Schoenmakers: ‘Ik zeg tegen ze: als je met een vraag naar de wethouder stapt, dan kom je niet hoger. Je krijgt een uitspraak en dat is het. Licht je chef in en laat hem je vraag meenemen in het overleg met de burgemeester. En realiseer je dat het in de bestuurlijke wereld niet is: vandaag gezegd, morgen gedaan. De gemeente volgt een procedure en die moet ze doorlopen. Ik bescherm mijn collega’s tegen frustratie. Zij zijn van actie, reactie, terwijl de gemeente eerst reageert en later actie onderneemt.’

Intimiderend
Toen Schoenmakers jarenlang fractievoorzitter was van BBB-NDB (Burger Belangen Beek - Nieuwe Democraten Beek) kon hij in tamelijke anonimiteit politieagent zijn in de buurgemeente Valkenburg aan de Geul, maar die tijd is voorbij. In 2015 werd hij na een zeldzame bestuurscrisis in Beek wethouder (de grootste partij van Beek levert twee van de vier wethouders in een coalitie met het CDA). De rollen werden omgedraaid: de politiek kreeg nu voorrang. Schoenmakers werd voor 0,8 FTE wethouder  en voor 0,2 FTE politieagent. Op papier dan, want ‘ik ben 100 procent wethouder en 100 procent politieagent.’

Natuurlijk kruipt het wijkagentenbloed waar het niet gaan kan. ‘Een tijdje terug werd ik om 11 uur ‘s avonds gebeld met een overlastmelding bij Sportlandgoed De Haamen, hier in Beek. Ik dacht: ik kan wel bellen met de politie, maar wanneer komen ze? Het is zaterdag en stapavond, dus drukke tijden voor de politie. Toen bedacht ik mij: ik ga gewoon als wethouder sport en ga met de jeugd het gesprek aan. Wat ik als wijkagent in Valkenburg ook doe. Ik ben in de auto gestapt en ben naar De Haamen gereden. Ik heb mij voorgesteld als wethouder’, zegt hij. ‘Een klassiek bestuurder vindt dat contact misschien intimiderend, ik leef ervan op. Het was overigens een alleraardigst gesprek.’

Te laat
De politie moet in de regio soms van ver komen. Beek heeft geen eigen politiebureau meer. In Maastricht en Sittard is het politiebureau ‘s nachts niet meer open; in Heerlen alleen op vrijdag en zaterdag. Schoenmakers: ‘In de buurgemeente Sittard-Geleen rijden ‘s nachts meer politieauto’s dan in Beek. Eén van die auto’s moet naar Beek als de patrouille van het gebied Stein-Beek is ingezet. Er zit dus tijd tussen het moment waarop een burger iets ziet en de politie belt en de patrouille de melding krijgt en op pad gaat. En dan krijg je vervolgens de melding: geen jeugd aangetroffen. Maar de inwoners van Beek zeggen: geen jeugd aangetroffen? Ze hebben daar van alles uitgehaald. Dat hebben we allemaal gehoord en gezien. De politie was te laat! In dat spanningsveld opereert de politie.’

Politieloos platteland
De commissarissen van de koning schreven vorige maand in het rapport ‘Vanaf de zijlijn bekeken’ dat de nationale politie zich vooral tot stedelijke politie heeft ontwikkeld en dat een politieloos platteland ontstaat. Nu hangt de zichtbare aanwezigheid van de politie in een kleine gemeente erg af van de assertiviteit van de burgemeester, vinden ze. Ervaringsdeskundige Schoenmakers: ‘Ik weet als politieagent dat de capaciteit van de politie beperkt is, maar dat weerhoudt mij er niet van om als wethouder de burgemeester te vragen om meer politiecapaciteit. Dat zal ik blijven doen. Iedere burgemeester zou moeten hameren op lokaal ingevulde politie. We hebben allemaal postjes voor leidinggevenden gecreëerd, maar er is nog steeds één wijkagent op 5.000 inwoners. En die doet ook opsporing en noodhulp. De wijkagent zou binnen het gebiedsgebonden politiewerk een sleutelfunctie vervullen, maar dat is behoorlijk afgebrokkeld.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 14 van deze week. (inlog)

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hans
Het woord helpen wordt een beetje raar heeft iedereen hulp nodig dan ? Die praatjes doen overal de ronde. Maar het gaat zo langzaam aan beetje ziekelijk klinken dat hulp aanbieden.De meesten hebben niets nodig.
Advertentie