Advertentie

Verouderde wetgeving frustreert digitalisering

Gemeentesecretarissen vinden verouderde wetgeving en een gebrek aan financiën de grootste oorzaken van traag digitaliserende en innoverende gemeenten. Dat blijkt uit een rondgang onder gemeentesecretarissen, waarbij de meeste aangeven dat zijn of haar gemeente niet snel genoeg digitaliseert. Ook vindt het merendeel de gemeente niet innovatief genoeg.

21 juni 2017

Gemeentesecretarissen vinden verouderde wetgeving en een gebrek aan financiën de grootste oorzaken van traag digitaliserende en innoverende gemeenten. Dat blijkt uit een rondgang onder gemeentesecretarissen, waarbij de meeste aangeven dat zijn of haar gemeente niet snel genoeg digitaliseert. Ook vindt het merendeel de gemeente niet innovatief genoeg.

De grootste factoren
Wanneer factoren voor belemmeringen op innovatie en digitalisering bij gemeenten op een rij worden gezet, kiest een kwart van de ondervraagden 'gebrek aan financiën' en een kwart voor ouderwetse wetgeving' als grootste factor. Twee ondervraagden kiezen een belemmerende gemeentelijke organisatiestructuur, waarbij er voor nieuwe projecten veel goedkeuringen en handtekeningen van ‘bovenaf’ benodigd zijn die processen vertragen, als grootste oorzaak. Eén gemeentesecretaris vindt onvoldoende kennis bij gemeenten de grootste factor. Dan zijn er nog twee gemeentesecretarissen die  meerdere factoren aanwijzen: verouderde wetgeving, te weinig budget, de organisatiestructuur van gemeenten én onvoldoende kennis.


Dienstverlening soms nog ouderwets

Gemeenten digitaliseren en innoveren te langzaam in vergelijking met de samenleving, zo stellen de meeste gemeentesecretarissen in de rondgang. In de praktijk zijn er diverse voorbeelden te noemen waaruit dat blijkt. Zo is het pas sinds kort mogelijk om gemeentelijke producten zoals paspoorten thuis te laten bezorgen, stemmen burgers nog steeds met papier en potlood en is er nog een aanzienlijk aantal gemeentelijke websites dat geen mobiele versie heeft.

Wetgeving grootste factor
Gemeentesecretarissen noemen tegenover Binnenlands Bestuur diverse oorzaken, waarbij ouderwetse wetgeving er bovenuit steekt als factor voor traag digitaliseren. Zo’n driekwart van de ondervraagden stelt dat wetgeving  in het algemeen digitalisering en innovatie het gemeenten onnodig belemmert. Met name strenge privacywetgeving lijkt daarbij een grote oorzaak, aangezien 58 procent zegt het ermee eens te zijn dat deze innovatie voor gemeenten onnodig moeilijk maakt. Bij digitalisering van gemeenten wordt privacywetgeving door driekwart als een onnodige hindernis ervaren.

Budgetten en langlopende contracten
De budgetten voor digitalisering blijken ook niet altijd toereikend te zijn voor goede resultaten. 42 procent van de ondervraagden geeft aan dat zijn of haar gemeente niet genoeg budget hanteert voor digitalisering. Precies de helft denkt dat het budget hoog genoeg is. Een ander probleem lijken de contracten met (software)leveranciers te zijn. omdat deze vaak lang lopen kunnen nieuwe mogelijkheden niet worden benut, geeft de helft van de ondervraagden aan.

'Digitale kennis' ambtenaren valt tegen
Wat zorgen baart, is dat een aanzienlijk deel van de gemeentesecretarissen aangeeft dat ambtenaren niet voldoende digitaal vaardig zijn voor hun taakuitoefening. Slechts 17 procent denkt dat dit het geval is, terwijl een derde van de ondervraagden stelt dat dit niet zo is. De overige beantwoordende gemeentesecretarissen geven aan hier niet over te kunnen oordelen. Wanneer het gaat om kennis over smart city-toepassingen en digitalisering van dienstverlening, is er zelfs niet één gemeentesecretaris die denkt dat de ambtenaren genoeg kennis hierover hebben voor hun taakuitoefening. Gemeentesecretarissen denken dat er nog winst te halen valt op het gebied van bewustzijn: minder dan de helft, zo'n 42 procent, geeft aan dat ambtenaren zich goed bewust zijn van risico's bij digitale (on)veiligheid. Slechts één van de twaalf ondervraagden is ervan overtuigd dat ambtenaren binnen zijn of haar gemeente genoeg nadenken over de ethiek rondom innovatieve projecten.

Ontevredenheid over resultaten digitalisering
Het tempo van digitaliseren moet ieder geval omhoog. Al met al vindt slechts een derde van de ondervraagde gemeentesecretarissen dat zijn of haar gemeente snel genoeg digitaliseert in vergelijking met de samenleving. Op de vraag of de gemeente innovatief genoeg is, geeft slechts een kwart een bevestigend antwoord, tegenover de helft die dit niet vindt. Een oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat de politieke betrokkenheid bij digitalisering niet groot genoeg is. Zo'n 58 procent geeft dit aan.
Een opvallend gegeven dat naar voren komt uit de antwoorden van gemeentesecretarissen is dat de helft niet tevreden is over de resultaten die digitalisering van dienstverlening van hun gemeente heeft opgeleverd. Daarmee wordt de vraag opgeworpen of digitalisering van gemeentelijke dienstverlening voor gemeenten wel voldoende oplevert ten opzichte van de kosten die eraan gemaakt worden.

Gemeenten kunnen ‘solo’ niets oplossen
Irma Woestenberg, gemeentesecretaris van Den Bosch, zegt in een reactie op de rondgang dat individuele gemeenten noch de expertise, noch de financiële middelen hebben om digitale dienstverlening goed aan te pakken.  Ook belemmerende wetgeving kunnen gemeenten wanneer ze ‘solo’ optreden volgens haar niet oplossen. ‘De VNG besloot op het VNG-congres tijdens de Algemene Ledenvergadering om de verbetering dienstverlening en digitalisering als gemeenten meer gezamenlijk te gaan aanpakken.’ Wanneer gemeenten meer samen optrekken kan er iets veranderen, denkt  Woestenberg, die bij VNG lid is van de Stuurgroep Samen Organiseren. ‘Het programma Samen Organiseren biedt ons voordelen op het gebied van kwaliteit, kennis en efficiency. Ook kunnen we gezamenlijke problemen aanpakken, zoals belemmerende wetgeving, samenwerking met andere overheidspartijen en invulling van een stevig opdrachtgeverschap naar de ICT leveranciers. Ik verwacht dat we hierdoor als gemeenten dienstverlening komende jaren beter en in een hoger tempo kunnen aanpakken.’ Woestenberg kijkt ook met een schuin oog naar het regeerakkoord, dat er nog moet komen. ‘De grote financiële versnelling zou van het rijk moeten komen. Ik hoop op een impuls van 1 miljard zodat we als overheid digitaal snel en goed bij de tijd kunnen komen.’ 

De rondgang is gehouden door middel van een vragenlijst die door twaalf gemeentesecretarissen is ingevuld. Er is daarbij geen onderscheid gemaakt tussen kleine en grote gemeenten. Een flinke meerderheid van de ondervraagden is werkzaam bij een kleine of middelgrote gemeente.

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 12 van deze week (inlog)

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Roel van Swam / Raadslid VVD-Apeldoorn
Op zich herkenbaar, maar een reactie van 12 gemeentesecretarissen is nou niet echt per se representatief, terwijl het onderwerp belangrijk genoeg is om dieper op in te gaan
Johan / mee-lezend ambtenaar
Met Roel van Swam ben ik het eens dat het onderwerp belangrijk genoeg is om dieper op in te gaan. De Nederlandse gemeentesecretarissen denken daar blijkbaar anders over; van de 388 gemeenten (1-1-217) vonden 376 het blijkbaar niet de moeite waard om überhaupt te reageren op de vragenlijst. Een teken aan de wand......



Om stellige conclusies te trekken over hoe "de gemeentesecretarissen in Nederland" hierover denken, gaat gewoonweg echt te ver.

Fijn om nog te lezen dat "een flinke meerderheid van de (12) ondervraagden werkzaam is bij een kleine of middelgrote gemeente. Dat geeft een extra meerwaarde aan de resultaten en de conclusies (not).

H. Wiersma / gepens.
Alles draait om het creëren van een modern gemeentelijk digitalisering- en innovatiebeleid. Dat is vooral een taak van de gemeentesecretaris (= primair verantwoordelijk voor de gemeentelijke organisatie). Zonder goede plannen vindt er ook geen financiële inkadering plaats. Ik denk dat het vooral daaraan schort.
Henk Eleveld / interimmanager - adviseur
Wat een onzinnige manier van onderzoeken, met inderdaad 12 respondenten.

Maar daarnaast is het wel bijzonder als je bedenkt dat deze opvattingen tien jaar geleden ook al leefden.

Dus als de secretaris spreekt over zijn falende omgeving, spreekt hij/zij dan ook over eigen falen?
Advertentie