Stadswachten Rotterdam geven vooral parkeerboetes

Rotterdamse stadswachten worden breed ingezet om kleine ergernissen aan te pakken, maar ze richten zich vooral op parkeerboetes.

Te weinig communicatie
Daarbij leidt hun handelen tot ongelijk optreden in vergelijkbare situatie en pakken ze niet echt door. Dat blijkt uit het rapport ‘Horen, zien en schrijven. Optreden van stadswachten in de openbare ruimte.’ van de Rekenkamer Rotterdam. De aanpak van kleine ergernissen als foutparkeren, het niet aanlijnen van honden, door rood licht lopen en wildplassen is niet in de volle breedte zichtbaar. Boetes voor onbetaald parkeren is relatief gemakkelijk zonder dat contact met de overtreder nodig is. Tegen jongerenoverlast en hondenpoep treden stadswachten nauwelijks op. Een van de oorzaken is het tekortschieten van hun communicatieve vaardigheden.

Twee maten meten
Ongelijke behandeling komt voor als sommige stadswachten mensen wel beboeten voor foutparkeren als zij bij hun auto staan en andere niet. Bij onbetaald parkeren wordt ook met twee maten gemeten. Stadswachten pakken niet door in direct contact met de overtreder. Ze geven meestal geen bekeuring, terwijl dat eigenlijk wel zou moeten. De manier waarop invulling wordt gegeven aan de eigen beslissingsruimte is een risico voor het gezag van stadswachten.

Te weinig overleg en begeleiding
Een oorzaak voor verschillen in handhaving is dat stadswachten en leidinggevenden te weinig overleggen of stadswachten over onvoldoende informatie beschikken over afspraken over situaties op straat, zoals ontheffingen en gedoogafspraken. Het onvoldoende doorpakken komt door het tekortschieten in communicatie met burgers. De training van stadswachten na hun opleiding is daar te weinig op gericht. Ook worden ze te weinig begeleid in hun werk. Zij ervaren ook de druk van een slecht imago en publieke opinie. Dit maakt optreden voor hen moeilijker. Stadswachten zouden de ogen en oren van de wijk moeten zijn, maar hun flexibelere inzet doet hier afbreuk aan en bemoeilijkt samenwerking met de politie.

Onduidelijk geïnformeerd
Volgens de Rekenkamer is de Rotterdamse raad onduidelijk geïnformeerd over de realisatie van de collegedoelstelling het aantal brede handhavers in de openbare ruimte te laten toenemen van 300 naar 450. De raad is zelfs voor een voldongen feit gesteld over de wijze waarop de bezuiniging van 72 formatieplaatsen van stadswachten wordt ingevuld.

Aanbevelingen niet overgenomen
Het Rotterdamse college van B&W neemt de aanbeveling van de Rekenkamer om meer aandacht te besteden aan communicatieve vaardigheden bij stadswachten niet over. Ook de meeste andere aanbevelingen weerlegt het college door ze achterhaald te noemen. Dat de meeste aandacht naar parkeren uitgaat, vindt het college logisch, omdat die overtredingen veelvuldig voorkomen. 'Bovendien gelden er harde afspraken over een minimale betalingsgraad en zorgt dekking vanuit de parkeeropbrengsten voor de budgettaire bodem onder het handhavingsapparaat. Het college vindt dat door de eigen beslissingsruimte verschillen in optreden mogen ontstaan. Wel wil de gemeente door meer intervisie en reguliere evaluatie een beter en meer eenduidig optreden van stadswachten bewerkstelligen.

Amsterdam
De situatie in Amsterdam is van een hele andere aard. De Ondernemingsraad van de dienst Stadstoezicht in Amsterdam heeft een brandbrief gestuurd naar het personeel naar aanleiding van plannen van de directie. Dat meldt AT5. In die plannen zou staan dat stadswachten minder bevoegdheden krijgen en minder informatie. Zo zouden stadswachten geen boetes meer mogen uitdelen voor kleine verkeersovertredingen, zoals fietsen op de stoep. Constateren en melden mag wel, maar optreden niet.

Veiligheid in geding
Ook zouden stadswachten geen politieportofoons meer mogen dragen en zo geen informatie over verdachten meer kunnen opvragen. De OR vindt dat de veiligheid van het personeel zo niet kan worden gegarandeerd. Ze vraagt zich af of de dienst met dit “afbraakbeleid” en de “uitholling van taken” nog wel bestaansrecht heeft. De Dienst Stadstoezicht wil niet reageren op de brief.