'Regio's moeten gemeenten en provincies vervangen'
,,Onze bestuurlijke inrichting is volgens het model van Thorbecke uit de 19e eeuw: verticaal geregeld, maar we leven intussen in een horizontale netwerksamenleving. Niets houdt ons meer aan gemeentegrenzen."
Provincie- en gemeentebesturen moeten plaatsmaken voor regiobesturen. Dat betoogt de Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel in het Eindhovens Dagblad van zaterdag.
Horizontale netwerksamenleving
,,Onze bestuurlijke inrichting is volgens het model van Thorbecke uit de 19e eeuw: verticaal geregeld, maar we leven intussen in een horizontale netwerksamenleving. Niets houdt ons meer aan gemeentegrenzen. Je woont hier, werkt daar." De toekomst is aan de regio's, stelt Van Gijzel. Als je Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven met elkaar verbindt, heb je de beste aansluiting op de rest van Europa.
Ik snap het niet meer
Maar de rijksoverheid doet nu juist het tegenovergestelde. ,,Op nationaal niveau denkt niemand na over verbindingen maken met Europa. Den Haag centraliseert, en decentraliseert. Ik snap het niet meer. De regionale bestuurslaag wordt afgeschaft, maar grotere gemeenten komen er vooralsnog niet. (..) Door het overhevelen van landelijke taken naar gemeenten moeten we terug in het lokale hok. Dat gaat niet goedkomen."
40 regiobesturen
Als het aan hem ligt, gaat de nationale overheid zich bezighouden met infrastructuur, nationale voorzieningen en wet- en regelgeving. Het overige openbaar bestuur zou dan voor rekening moeten komen van hooguit 40 regiobesturen.
Reacties: 22
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Een vervolgvraag: en is een organisatieverandering daarvoor dan de meest aangewezen weg ?
Te veel te vaak kiezen politici voor een organisatorische oplossing terwijl de problemen daar niet zitten. Ik noem voorbeelden: organisatorische veranderingen in het onderwijs (van VO tot Universiteiten), in de zorg voor jeugd en gezin, in de arbeidsbemiddeling, in de intramurale zorg et cetera; hebben die ook maar iets van de knelpunten die er lagen opgelost ?
Kijkend naar de taken en opgaven, verbonden in een Europees landschap heb je professionele regionale besturen nodig
Laat nu eerst eens zien dat regio's wel degelijk rekening kunnen houden met lokale gevoelens/meningen om criticasters het hoofd te bieden. Daarin scoren de meeste nog geen punten. En dat is raar, want de besturen ervan zijn immers lokale bestuurders.
Dat geldt ook voor Van Gijzel zelf. Eigenlijk steekt hij nu met dit soort suggesties de middelvinger op naar o.a. zijn eigen Eindhovense college.
Zorg ervoor, dat er vanaf medio 2019 nieuwe regio's zijn, die dan de nieuwe provincies zijn. Laat de nieuw te kiezen gemeenteraden een jaar langer zitten en hef per medio 2019 de gemeenten op.
Nederland is slechts een dorp in Europa. Er wonen in regio London meer mensen dan in heel Nederland. In Europees perspectief kun je het zo zien: landsbestuur is provinciebestuur, provinciebestuur is stadsbestuur en gemeenten zijn wijkraden. Ik vind het allemaal praatjes voor de Vaak.
En dan die regio's. Moeten die dan zo worden ingericht als stadsregio Den Haag en Rotterdam? Met de Metropoolregio, die ze (politiek) daar zo graag willen, wordt ook de lokale democratie voor een flink deel afgeschaft. Er komen namelijk geen verkiezingen. De burger heeft helemaal geen inspraak, als het erop aankomt, in die regio's.
Het is centralistisch gedacht. Dat valt altijd weer uit elkaar. Mensen willen altijd op lokaal niveau blijven overleggen met elkaar. Dat zie je nu met het afschaffen van de deelgemeenten. Er ontstaan nu gekozen wijkraden. Wat is het echte verschil? Het echte verschil is dat er minder democratie is, want die wijkraden mogen vooral adviseren ipv beslissen.
Mijn conclusie: regiovorming leidt tot veel minder democratie en een nog grotere afstand tot de burgers van de politiek. Tel uit je winst.
We moeten terug zoals het vroeger was: Een kleine gemeente, met een dorpsagent, een dokter, een notaris, een voetbalvereniging en een gymnastiekvereniging, een bejaardentehuis, een supermarkt, een slager en een groenteboer, een schoenmaker. Een kleine wereld, dan wordt het weer overzichtelijk en is iedereen weer gelukkig.
Helaas zijn we ergens de verkeerde weg ingeslagen.....
Burgemeester Van Gijzel wil het huis van Thorbecke aan de kant zetten en Nederland besturen door het land regionaal te organiseren.
Minister Plasterk is bezig met een proef naar grotere provincies. Eerder heeft hij gesuggereerd de waterschappen op te heffen, maar daar horen we niets meer over.
De gemeenten worden momenteel geconfronteerd met de decentralisatiegolf uit Den Haag in het kader van de drie grote transities: jeugdzorg, langdurige zorg en de participatiewet.
Die decentralisaties zijn een onderdeel van het huidige regeerakkoord en moeten per 1 januari 2015 ingaan. Dat terwijl de wetgeving de Eerste Kamer nog niet is gepasseerd en de gemeenten er nog lang niet klaar voor zijn. Iets wat mevrouw Jorritsma als voorzitter van de VNG vorige week nog eens onderstreepte. Zij is het trouwens ook niet eens met de manier waarop de gemeenten de transities worden opgedrongen. Wel de taken maar niet voldoende financiële middelen.
Het heeft er hoe langer hoe meer de schijn van dat deze transities meer een bezuinigingsmaatregel zijn dan een manier om de taken beter, efficiënter en dichter bij de cliënten te organiseren. De uitlatingen van burgemeester van Gijzel zijn er een illustratie van dat de gemeenten het eigenlijk zelf niet kunnen.
Wat is er dan aan de hand in bestuurlijk Nederland?
Kennelijk is het zo dat de bestuurlijke inrichting niet meer van deze tijd is. Dat lijkt me geen vergezochte stelling. Terwijl de maatschappij, in sociaal en economisch opzicht, maar ook in communicatieve en informatieve zin de laatste decennia in een razend tempo is veranderd, dateert ons bestuursmodel nog uit de negentiende eeuw.
In plaats van dat model eens fundamenteel ter discussie te stellen worden er nu in Den Haag ad hoc maatregelen bedacht die bij de andere bestuurslagen vaak op zoveel weerstand stuiten dat invoering ervan wordt bemoeilijkt en vertraagd. En de gewone burger, de kiezer, die in de laatste decennia ook een stuk mondiger en assertiever is geworden snapt het niet meer en blijft weg uit het stemhokje. In dat kader heeft het college van B&W van Eindhoven zich overigens recent ook geroerd door kritiek te leveren op een stemwijzer, omdat die onrealistische vragen zou hebben opgenomen. Maar gebleken is dat die vragen rechtstreeks uit de programma's van de politieke partijen voortkwamen. Kennelijk vindt het dagelijks bestuur dus dat hun politieke partijen onrealistische programmapunten aan de kiezers voorschotelen. Dat is op zich al heel merkwaardig, maar ook tekenend voor de relatie tussen bestuur en politiek. Voor de kiezer betekent het beloften die niet zullen kunnen worden waargemaakt. Met als gevolg dat de term "kiezersbedrog" zich op voorhand al aankondigt.
Hoe moet het dan wel?
Zorg voor een bestuursstructuur die past bij deze tijd. Dat zijn twee bestuurslagen, te weten Rijk en Gemeenten. Daarnaast nog de waterschappen voor het integraal waterbeheer. De waterschappen moeten hun democratisch gehalte wel opvijzelen. De provincies kunnen en moeten worden opgeheven. Dit bestuurlijke relict uit de 18e eeuw paste eigenlijk ook al niet in het huis van Thorbecke, maar toen was de tijd nog niet rijp voor opheffing. Nu wel.
Als de gemeenten voldoende robuust worden zijn de regionale regelingen niet meer nodig en is de ontbrekende democratische legitimiteit daarvan ook geen probleem meer.
Dus mijn advies aan Den Haag: erken dat er sprake is van een groot vraagstuk rond de bestuurlijke inrichting, draag zorg voor een integrale visie daarop en richt het bestuur daar naar in. Vervolgens kunnen de taken tussen de bestuurslagen effectief en efficiënt georganiseerd worden. Functie volgt vorm, weet u wel.
Er zullen toch nog wel staatsmannen en -vrouwen in dit land zijn die dit vraagstuk naar tevredenheid van de meerderheid van de bevolking kunnen oplossen? Misschien komen de kiezers dan ook weer terug!
Even goed zal er de komende jaren al netwerkend (incrementeel) veel veranderen waarbij de analyse 'On size and democracy' van Dahl altijd waardevol blijft. Niet te klein want onvoldoende uitvoeringskracht, niet te groot want onvoldoende democratische legitimatie.