Advertentie

Raadsleden moeten de deur uit

Gemeenteraadsleden moeten meer tijd steken in hun volksvertegenwoordigende rol. Dan kunnen de kaderstellende en controlerende taken beter worden vervuld. Dit stelt de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) in zijn donderdag gepresenteerde advies '15,9 uur, de verbindende rol van het raadslid in een vitale democratie'.

21 april 2016

Gemeenteraadsleden moeten hun tijd anders gaan indelen en vooral keuzes maken. De helft van de gemiddelde 15,9 uur per week die aan het raadslidmaatschap wordt gespendeerd, moet aan de dialoog met de samenleving worden besteed. Als raadsleden meer tijd steken in die volksvertegenwoordigende rol, kunnen de kaderstellende en controlerende taken beter worden vervuld. Daarmee wordt de zichtbaarheid en het gezag van raadsleden vergroot en de positie van de gemeenteraad versterkt.

Worstelen

Dit stelt de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) in zijn donderdag gepresenteerde advies 15,9 uur, de verbindende rol van het raadslid in een vitale democratie. Raadsleden worstelen met hun rol, constateert de Rob. ‘De druk op de raad neemt toe. Niet alleen door de decentralisaties, maar ook door regionale samenwerking, politieke fragmentatie, andere vormen van democratie en zeker ook het totaal andere krachtenveld waarbinnen een gemeente tegenwoordig opereert’, verduidelijkt Rob-voorzitter Jacques Wallage in een interview met Binnenlands Bestuur. ‘Het gemeentehuis is niet meer het natuurlijke middelpunt van de gemeente. Het bedrijfsleven en grote maatschappelijke instituties spelen een steeds belangrijker rol en de burger is autonomer geworden. Die trekt zich niet op voorhand wat van die overheid aan. Het natuurlijke gezag van de raad is aangetast.’ Die moet en kan worden teruggewonnen, meent de Rob, maar dat gaat niet vanzelf. ‘De noodzakelijke omslag die de raad moet maken, is een innovatieproces’, meent Wallage.


Keuzes

Keuzes maken is een van de belangrijkste concrete aanbevelingen die de Rob doet. ‘In plaats van meer tijd in het raadswerk te stoppen, moeten de beschikbare uren vooral anders worden benut. Het is lekenbestuur en dat moet het in onze ogen ook blijven; we willen niet toe naar lokale beroepspolitici. Het is een meerwaarde dat raadsleden parttime ‘betaalde vrijwilligers’ zijn. Ze staan voor een deel in de samenleving en voor een ander deel in het gemeentehuis. Dat komt het werk als raadslid ten goede.’ Tenminste, als de raadsleden hun oor echt te luister leggen in de gemeenschap en niet te veel ‘Den Haag’ naspelen. De burgers heeft, zeker in een gemeente, geen behoefte aan politiek gedoe en theater. ‘Dat ondergraaft het vertrouwen van burgers in het lokaal bestuur. In plaats van dat problemen om politieke redenen worden uitvergroot, willen burgers dat er oplossingen worden gevonden. Voorkom overmatige politisering en vecht elkaar de tent niet uit’, stelt Wallage.


Versleten werkelijkheid

Raadsleden moeten meer volksvertegenwoordiger zijn, adviseert de Rob. ‘Dat betekent niet dat je elke klacht van de burger doorgeeft in die raad; je bent geen roeptoeter. Je bent volksvertegenwoordiger als je wat in de gemeente speelt, in de raad op een geordende manier bespreekbaar maakt.’ De raad moet ook pro-actiever zijn dan nu. Raadsleden wachten nu te vaak op nota’s en voorstellen van het college van B en W en worden vervolgens bedolven onder papierwerk en opgeslokt in vergadercycli. Dat doen ze zich dus zelf aan, stelt de Rob. ‘We zeggen het wat onvriendelijk, maar er is sprake van ingesleten werkelijkheid, en zelfs van versleten werkelijkheid.’ Die moet worden doorbroken.


Agenderend

Om meer tijd vrij te spelen voor die volksvertegenwoordigende rol moeten goede afspraken worden gemaakt over samenwerking tussen en binnen fracties, zo luidt een van de concrete aanbevelingen van de Rob. ‘Verdeel de taken. Als er in de binnenstad een verkeersprobleem is, vaardig dan een vertegenwoordiging vanuit de raad af die zich over de problemen en mogelijke oplossingen laat informeren. Vervolgens kan de raad een opdracht aan het college geven om de gewenste oplossingsrichting verder uit te werken. De raad is dan agenderend bezig en sturend richting B en W.’ De raad zou ook meer keuzes moeten maken over de beleidsvraagstukken waar ze zich wel en niet mee wil ‘bemoeien’, adviseert de Rob. Wallage: ‘Raadsleden worden veel te veel het gemeentehuis ingezogen. Ze moeten de deur uit, om de verbinding met inwoners en andere partners te leggen. Die verbindende rol van raadsleden is cruciaal in een vitale democratie.’


Ondersteuning

Griffie en rekenkamer worden door de Rob een belangrijke rol toegedicht in het broodnodige innovatieproces. De rekenkamer kan de raad ondersteunen in zijn controlerende taak. De griffie kan helpen met het organiseren van werkbezoeken, ervoor zorgen dat de raad de juiste informatie krijgt, training regelen en reflectie organiseren (‘doen we de goede dingen en doen we ze goed?’). Lang niet alle raden benutten die mogelijkheden, terwijl hiermee de werkdruk kan worden verminderd.


Beschamend

Het tij kan niet alleen worden gekeerd door een veranderende werkwijze door de raadsleden zelf, stelt het Rob. ‘De randvoorwaarden waarbinnen raadsleden hun werk moeten doen, moeten worden verbeterd. Dan praat je onder meer over training en begeleiding. Onderken dat het raadswerk verbetering behoeft en dat daarin geïnvesteerd moet worden’, benadrukt Wallage. Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) moet hiervoor zijn portemonnee trekken. ‘Als ik zie hoeveel geld wij stoppen in het onderhoud van onze dijken en wegen, dan moeten we ons schamen hoe weinig geld we in het onderhoud van de democratie stoppen. Dat is beschamend. Die democratie komt niet op een koopje, die komt niet aangewaaid. De democratie is te belangrijk om stageplek te zijn.’


Onrechtvaardig

De vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten moet omhoog, vindt Wallage. Ook moet Plasterk eindelijk met een wetsvoorstel komen voor financiering van lokale partijen, zoals afgesproken in het regeerakkoord. ‘Het is onrechtvaardig dat lokale afdelingen van landelijke partijen mee kunnen liften op de subsidie van de landelijke partijorganisatie, terwijl lokale politieke partijen – inmiddels goed voor ruim dertig procent van de raadszetels − financiële ondersteuning moeten ontberen.’

Reacties: 7

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

alexander / ambtenaar
helemaal mee eens, maar tijd en mogelijkheden spelen zeker een rol !
Hans
Laat ze alstublieft lekker in het gemeentehuis blijven zitten er is al te veel gedoe op straat door de teams.

Het wordt te close.

De overheid moet meer aan de touwtjes trekken dat lijkt me veel beter en is ook echt nodig.

Vraag het aan de burgers.

Hans
Laat ze alstublieft lekker in het gemeentehuis blijven zitten er is al te veel gedoe op straat door de teams.

Het wordt te close.

De overheid moet meer aan de touwtjes trekken dat lijkt me veel beter en is ook echt nodig.

Vraag het aan de burgers.

Teun
Gratuite praat van Wallage. Zelf heeft hij zijn hele leven in elitaire, bestuurlijke kringen verkeerd. Als Tweede Kamerlid, staatssecretaris en burgemeester. Hij heeft geen idee wat het raadslidmaatschap feitelijk inhoudt. Dus hij hoeft ons nu niet te vertellen wat raadsleden moeten gaan doen. Dat bepalen we zelf wel !
myconius
Meer subsidie voor lokale partijen is 1 wijze om de ongelijkheid weg te nemen. Maar er is een tweede methode die mijn voorkeur geniet; Schaf subsidies op politieke partijen gewoon helemaal af.



@ Teunis.



Misschien is het handig je beweringen eerst even te controleren. Nu zet je jezelf een beetje voor joker, omdat mensen van enige leeftijd nog wel weten dat Wallage ooit begon als raadslid en zeker 10 jaar in de gemeentelijke politiek zat.

Dingeman Coumou / juridisch adviseur
Helkemaal mee eens, maar was daar ook niet het dualiseringsproces voor bedoeld? Dat werd in 2002 ingevoerd. Juist om het raadslid meer te laten richten op de burger en uit het stadhuis te halen. En wat was de kritiek na een paar jaar dualisering? Dat de wethouders zich te weinig gesteund voelden door de Raad. En dus werd in vrijwel alle gemeenten de dualiseringsgedacht helemaal teruggedraaid. Het heeft dus geen zin als Wallage als ROB-voorzitter nu met eenzelfde verhaal komt als destijds bij de invoering van de dualisering. Laat hij eerder het probleem fundamenteel aan de orde stellen dat veel raadsleden te zeer gebakken zitten aan de procedures van het stadhuis en de fractiedwang dan dat ze er op uit durven te gaan om de burger te bereiken. Dan pas kan je het hebben over hoe dit fundamenteel moet worden aangepakt.
Diane Bergman / Raadslid D66
De ROB lijkt gemakshalve in de onderzoek een belangrijk deel van het proces te vergeten. De kwaliteit van het besluitvormingsproces. Het zou mij met gemak de helft van de raadstijd schelen als de kwaliteit van de besluitvormingsdocumenten zou verbeteren en de stukkenstroom in kwaliteit zou zijn ipv de naar 1200 pagina's gegroeideg raadsvergaderingen, zonder leeslagen. Het zou enorm helpen als de taad dilemma's voorgelegd zou krijgen en de alternatieven zou kennen. To make one's choices one has to know one's alternatives...mensen kiezen nu een keer moeilijker als de keuzes niet kennen. Dus objectieve voorgelegde keuzes zouden het raadswerk interessanter en gemakkelijker maken.... Maar nee de rob concludeert...
Advertentie