Plasterk stuurt hulpbrigades voor vluchtelingendiscussies
Heel wat gemeenten hebben kopzorgen over hoe om te gaan met de opvang van vluchtelingen en de reactie van de bevolking daarop. Minister Plasterk komt met hulp.
Bedreigingen
Ondersteuningsteams van het ministerie van Binnenlandse Zaken zullen gemeenten adviseren over de organisatie van bijeenkomsten over asiel en het omgaan met incidenten en bedreigingen. Ook komt er een potje voor de beveiligingskosten van politieke ambtsdragers. Dat kan worden aangesproken als bestuurders discussie met de gemeenteraad willen voorkomen over geld voor de eigen beveiliging. Het is nog niet duidelijk hoe veel geld er in dat potje komt. ,,We gaan kijken wat nodig is'', zei Plasterk. ,,Maar het mag niet zo zijn dat dingen die nodig zijn, niet kunnen gebeuren. Het is al zorgwekkend dat we erover moeten praten.''
Vliegende brigades
De ondersteuningsteams voor gemeenten zijn een soort vliegende brigades. Ze bestaan uit medewerkers van BZK, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het COT (Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement).
Meer taken
Janny Bakker van de Wethoudersvereniging is blij met de steun, met name met het fonds. Volgens haar betalen lokale bestuurders de beveiliging van hun huis soms zelf. Ze willen daarmee discussies uit de weg gaan over de keus voor beveiliging of voor bijvoorbeeld een bibliotheek of kinderboerderij.
De bestuurders krijgen volgens haar niet alleen door de asieldiscussie meer te verstouwen, maar ook doordat ze meer taken krijgen en dus meer te vertellen hebben. Bakker is ook blij met de brigades, want vooral kleinere gemeenten weten volgens haar soms niet wat ze overkomt en hebben niet alles kennis in huis. Zo kan de opstelling van de deelnemers aan een discussie met het publiek al veel uitmaken, zei ze. (ANP)
Nazorg
De vereniging van raadsleden Raadslid Nu benadrukt dat er ook nazorg moet zijn bij agressie en geweld. Die kunnen immers ook spanningen veroorzaken in het gezin en de aanleiding zijn om van het bestuurswerk af te zien.
De fysieke opstelling van de zaal met het publiek dat wordt toegesproken vanaf een podium vanachter een tafel geeft afstand en een groot wij-zij / hullie-zullie gevoel.
De persoonlijke opstelling van deelnemers in de discussie (als daar al gelegenheid voor wordt gegeven) is wellicht nog belangrijker. Staat iemand wel of niet open voor argumenten en gevoelens van de ander.
Tot slot de lichamelijk opstelling. Zitten deelnemers ogenschijnlijk ongeïnteresseerd op hun mobieltjes te kijken, daarmee uitstralend niet te willen luisteren.....(een van de opmerkingen n.a.v. de bijeenkomst in Steenbergen)?
Er valt gelukkig veel te leren van de ervaringen van de ambtenaren die de afgelopen jaren massaal zijn getraind in het onderkennen van de verschillende vormen van agressie en hoe daarmee om te gaan of hoe het te voorkomen. Dit geldt ook voor het bieden van nazorg. Een uitermate belangrijk onderdeel in de aanpak van agressie en geweld. Als het goed is zijn alle leidinggevenden inmiddels getraind in het bieden van nazorg bij hun medewerkers. Deze vaardigheid kunnen zij volgens mij ook inzetten richting hun bestuurders. Het geeft in ieder geval een gevoel er niet alleen voor te staan.