Nederland kan leren van transparantie Oostenrijk
De grote hervorming die Oostenrijk doorvoerde om de kwaliteit van besluitvorming te verbeteren, strekt tot voorbeeld voor Nederland. De Oostenrijkers hebben de begroting en verantwoording voor de burger veel inzichtelijker gemaakt. In een essay in Binnenlands Bestuur houdt vertrekkend algemeen directeur Ellen van Schoten van de Algemene Rekenkamer een pleidooi voor meer transparantie.
De grote hervorming die Oostenrijk doorvoerde om de kwaliteit van besluitvorming te verbeteren, strekt tot voorbeeld voor Nederland. De Oostenrijkers hebben de begroting en verantwoording voor de burger veel inzichtelijker gemaakt
In een essay in Binnenlands Bestuur houdt vertrekkend algemeen directeur Ellen van Schoten van de Algemene Rekenkamer een pleidooi voor meer transparantie, zodat de vraag kan worden beantwoord over de wijze waarop besluitvorming tot stand komt, zowel in het kabinet als in het parlement.
Korte termijn
Oostenrijk kende tot ver in de jaren negentig een traditionele, input-georiënteerde begrotingscyclus, die geheel op kasbasis werd geadministreerd. De focus in de besluitvorming was daardoor gericht op de korte termijn: de jaarlijkse uitgaven en ontvangsten. Inzicht in de ontwikkelingen op middellange termijn was er eigenlijk niet. Bovendien was onduidelijk wat er met de middelen van de centrale overheid gebeurde. De aandacht lag op de input, niet op de resultaten die daarmee werden bereikt. De ontevredenheid over deze wijze van besluitvorming en daaraan gekoppelde (verantwoordings)informatie groeide en leidde tot verschillende initiatieven en pilots die verbetering moesten brengen.
Belastinggeld
In 2004 werd in Wenen een informele parlementaire commissie ingesteld als platform voor de discussie hoe de begrotingscyclus anders in te richten voor een betere besluitvorming. Niet langer ging het om input, maar ook om output en outcome. Met andere woorden: krijgt de burger waar voor zijn belastinggeld? Begonnen werd met een ander raamwerk dat moest helpen om de focus van de begrotingsdiscipline van de korte termijn (één jaar) naar de middellange termijn te verleggen: voortrollend over vier jaar. Ministeries mochten niet bestede gelden overhevelen naar het volgende budgettaire jaar, waardoor er ook een prikkel was om zuinig met de middelen om te gaan. Met deze maatregel wilde men onder andere de zogenaamde ‘decemberkoorts’ tegengaan. De niet bestede middelen alsnog in het boekjaar uit te geven om het budget uit te putten, is de druk die bij een kasstelsel hoort.
Daarna volgde een complete herziening van de begroting en de verantwoording van de centrale overheid in Oostenrijk. De nieuwe indeling bestond uit vijf categorieën, elk uit verschillende begrotingshoofdstukken. Daarnaast zijn er aan de financiële gegevens beleidsdoelstellingen en prestatie-indicatoren toegevoegd. Dat hangt samen met het feit dat de hervorming in Oostenrijk gebaseerd is op vier pijlers: getrouw beeld, transparantie, efficiency en outcome.
Meer efficiency
Allereerst levert dat volgens Van Schoten op dat de financiële positie ‘getrouw’ weergegeven moet worden. Kasgegevens alleen zijn onvoldoende. Voortaan werden naast de uitgaven en ontvangsten ook de kosten en opbrengsten van de centrale overheid weergegeven. ‘En dat niet alleen in de verantwoording, maar ook in de begroting’, aldus Van Schoten. ‘Ook werd de structuur van de begroting en verantwoording herzien waardoor de transparantie werd vergroot. De informatie op kasbasis verdween niet, er werd nieuwe informatie aan toegevoegd op basis van kosten en opbrengsten. In de jaarverantwoording van de Oostenrijkse federale overheid staan nu ook drie kerngegevens: het EMU-saldo, de uitgaven en ontvangsten van dat jaar en de kosten en opbrengsten van datzelfde jaar. Door het verschil tussen uitgaven en kosten ontstaat meer inzicht in de lasten die worden doorgeschoven (of vooruitbetaald) voor komende jaren of zelfs komende generaties.
Ook is er meer informatie over de resultaten van beleid (outcome). Dat opgeteld met inzicht in de kosten en baten zou tot meer efficiency moeten leiden.’
Beperkt inzicht
De hervorming in Oostenrijk is volgens Van Schoten interessant voor Nederland. ‘De transparantie rond begrotingsreserves is bijvoorbeeld niet optimaal. Het parlement krijgt daardoor niet (tijdig) alle informatie die het zou moeten krijgen. Ook verhouden (investerings)beslissingen met meerjarige financiële gevolgen zich moeilijk tot het budgetrecht van het parlement met goedkeuring van jaarbegrotingen. En is er maar beperkt inzicht in de kosten van onderhoud en de hoogte van vervangingsinvesteringen’, aldus Van Schoten.
Verder is de verslaggevingspraktijk in de Nederlandse publieke sector niet gelijksoortig. ‘Er zijn verschillen tussen de rijksoverheid en de bestuurslagen van medeoverheden, maar ook binnen bestuurslagen, zoals kerndepartementen en agentschappen. Er zijn verschillen in boekhoudkundige principes, gepresenteerde financiële stromen en standen en in gebruikte terminologie’, stelt Van Schoten.
Infographics
In Oostenrijk is de horizon van de budgettaire besluitvorming vergroot, er wordt gewerkt met meerjarige budgettaire kaders. De structuur van de begroting is herzien en veel inzichtelijker. Aan de informatie op kasbasis is informatie toegevoegd over kosten en opbrengsten. Daardoor ontstaat er meer transparantie: exploitatiekosten en afschrijvingen worden zichtbaar.
Er is een staatsbalans opgesteld die inzicht geeft in de bezittingen en schulden van de centrale overheid. Aan de budgettaire informatie is informatie toegevoegd over de doelstellingen van beleid en de daarbij behorende prestatie-indicatoren.
Wat zou in ons land de winst kunnen zijn? Van Schoten: ‘De informatie die nu beschikbaar is wordt nog onvoldoende gebruikt. In Oostenrijk bestaat de mogelijkheid om bij investeringsuitgaven de meerjarige doorwerking in de exploitatiekosten te zien. Dat wordt in de besluitvorming pas mondjesmaat benut. Mogelijk wreekt zich hier het feit dat er weinig is geïnvesteerd in het toegankelijker maken van de informatie door het gebruik van infographics of digitale technieken. En dat het in de stukken nog erg ontbreekt aan de duiding van de beschikbare informatie. Hoe meer cijfers en indicatoren er beschikbaar zijn, hoe indringender de vraag kan worden gesteld wat ze betekenen.’ Transparantie als basis voor vertrouwen, daar gaat het volgens Van Schoten om.
Lees het volledige essay in Binnenlands Bestuur nr. 18 van deze week
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.