Merendeel gemeenten heeft alcoholbeleid niet voor elkaar

Gemeenten hebben het toezicht en de handhaving van alcoholgebruik nog steeds niet voor elkaar.  Maar liefst driekwart van de gemeenten beschikt niet over handhavingsbeleid en zo’n 40 procent heeft nog geen toezichthouders aangesteld. Dit terwijl gemeenten al sinds 1 januari van dit jaar verantwoordelijk is voor het alcoholbeleid. Het Bureau Horeca Bijzondere Wetten (BHBW) komt tot deze conclusie na onderzoek onder 200 gemeenten.

Paracommercie

Tot voor kort moest de  Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de regels omtrent alcohol naleven. Vanaf 1 januari dit jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor de toezicht en handhaving. Dat betekent onder meer toezicht op alcoholverkoop aan uitsluitend meerderjarigen én ook het handhaven daarvan. Uiterlijk per 1 januari 2014 moeten gemeenten ook een verordening hebben voor paracommercie: de verkoop van alcohol in sportkantines, buurthuizen en zelfs verzorgingshuizen. Daarin moeten in elk geval de schenktijden staan.
 
Oproep staatssecretaris Van Rijn 

In juni van dit jaar riep staatssecretaris Van Rijn de gemeenten nog op om de verantwoordelijkheid te nemen en alcoholmisbruik te voorkomen in hun gemeente: ‘Daar valt op dit moment nog het nodige op af te dingen. Ik roep gemeenten op om door te pakken met al hun wettelijke verantwoordelijkheden en mogelijkheden en in de bres te springen voor de gezondheid van hun jonge inwoners.
 
Toezichthouden in wachtstand

Een kwartaal later blijkt daar nog bar weinig van terecht te zijn gekomen, constateert het BHBW. ‘Het probleem is dat gemeenten 2013 zien als een overgangsjaar, terwijl de verantwoordelijkheid er al wel degelijk is. Gemeenten zeggen dat de besluitvorming veel tijd in beslag neemt, maar het ministerie is van mening dat ze al lang wisten dat dit eraan zat te komen,’ zegt Peter Roumen van het BHBW. ‘Er zijn weliswaar nu bij heel veel gemeenten toezichthouders opgeleid, maar dat is driekwart jaar te laat. Het toezichthouden staat dus al een hele tijd in de wachtstand.’

 
In plaats van andere zaken 

Overigens lopen niet alle gemeenten achter. Vooral de grotere steden hebben het volgens Roumen beter voor elkaar dan de kleinere plattelandsgemeenten. ‘Die zijn al langer bekend met de overlastproblematiek. Kleine gemeenten voelen de noodzaak vaak minder. Voor de meeste gemeenten is het vaak geen kwestie dat ze die taken er even bij doen, maar in plaats van andere zaken.’

 
Tegenstrijdige belangen 

Hoewel de achterstand een ongewenste situatie is, toont Peter Roumen wel begrip. ‘Gemeenten hebben te maken met ingrijpende bezuinigingen en krijgen nog veel meer taken op hun bordje. Bovendien hebben gemeenten vaak te maken met tegenstrijdige belangen. De economische kant van drankverstrekkende ondernemingen bijvoorbeeld. Wat dat betreft had de onafhankelijk NVWA ook zo zijn voordelen.’