Advertentie

Jip & Janneketaal ambtenaren niet begrijpelijk

Ambtenaren moeten niet in zogenoemde Jip & Janneketaal communiceren, want dat maakt teksten over ingewikkelde onderwerpen juist minder begrijpelijk.

26 november 2008

Oversimplificatie
Wat volgens Ted Sanders, hoogleraar Taalbeheersing van het Nederlands aan de Universiteit Utrecht, wel helpt is het verduidelijken van de samenhang in teksten. Toch hanteren ze volgens Sanders geen echte Jip & Janneke taal. ‘Annie M.G. Schmidt maakte leuke verhaaltjes met prettig, eenvoudig taalgebruik. Maar ook heel subtiel: ze schreef door de ogen van Jip en Janneke, zoals: ‘Wat een lekker ijsje! Jip lustte er nog wel een’ in plaats van ‘Jip zegt: ‘wat een lekker ijsje! Ik lust er nog wel een.’ In ambtenarenteksten is door de ogen van anderen kijken nauwelijks aan de orde. Ik ben dan ook bang voor oversimplificatie van het Jip & Janneke advies. De teksten ontaarden in korte zinnen en korte woorden. Men denkt dat dat beter overkomt, maar dat is niet zo.’

 

Verband
Korte zinnen zijn niet de oplossing van het probleem, aldus Sanders. Sanders wijst op leerboeken die VMBO’ers krijgen van educatieve uitgevers met teksten als: ‘Hitler was de baas in Duitsland. Hij maakte veel wapens. Hij viel Polen binnen.’ ‘Alle zinnen beginnen aan de kantlijn en er zijn geen bijzinnen. Woorden als ‘omdat’, ‘hoewel’ en ‘al’ ontbreken. In een nieuw onderzoek van promovenda Jentine Land legden we deze teksten en teksten met samenhang en coherentie tussen zinnen voor aan VMBO’ers. Zij presteerden beter op coherentieteksten dan op staccatoteksten. Dat sterkt mij in het idee dat de overheidsteksten die bestaan uit alleen maar korte zinnen minder begrijpelijk zijn, omdat je het verband tussen de zinnen verliest.’

 

Kenniscentrum
Ambtenaren zouden meer schrijflessen kunnen krijgen. Maar volgens Sanders gebruikt Bureau Taal, waar veel gemeenten gebruik van maken, een methode zonder degelijke onderbouwing of wetenschappelijk verantwoorde aanpak. ‘Met enkele collega-hoogleraren zijn we bezig met het opzetten van het landelijk kenniscentrum Begrijpelijke Taal. Daarin willen we expertise bundelen en onderzoek- en advieswerk doen om teksten van onder meer ambtenaren te verbeteren. Dat kan het best op een projectmatige manier. Politici en ambtenaren hebben al belangstelling getoond voor dit initiatief. We praten hierover met ministeries, de Belastingdienst, het NWO en de Taalunie.’

Lees ook:
Schrijvende ambtenaar krijgt gratis hulp 10.11.08
Taalunie onderzoekt ambtenarentaal 12.08.2008

 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Liesbeth Tettero / Communicatietrainer
Fijn dat nu steeds beter onderbouwd wordt dat begrijpelijkheid niet (per se) met korte zinnen te maken heeft! Leuk dat Sanders 'Jip en Janneke' heel letterlijk heeft genomen. In mijn ervaring staat 'J&J' echter niet meer voor de taal uit deze boeken, maar is het een metafoor geworden voor betuttelende en te simpele taal. De meeste ambtenaren die ik train in heldere taal, benoemen hun angst voor 'J&J' als ze simplificaties bedoelen waarmee ze geen recht kunnen doen aan ingewikkelde en vooral juridische constructies. Ik probeer ze duidelijk te maken dat juridisch correct niet hoeft te bekenen dat ze 19e-eeuwse schrijftaal hoeven te gebruiken... als de samenhang in de tekst helder is en het taalgebruik modern (én juridisch correct), dan zou dat het leven al een stuk mooier maken!
Ingrid Claassen / Adviseur publieksinformatie, Stimulansz
Ook ik ben blij met de constatering dat korte zinnen niet per se begrijpelijk zijn. Een vloeiend ritme is ook belangrijk om de aandacht vast te houden.
De opmerking van Sanders over het perspectief in Jip en Janneke vind ik heel interessant. Zit daar niet vaak het probleem bij overheidsteksten? Schrijven ambtenaren niet te veel vanuit het perspectief van de overheid, zonder enig idee van de belevingswereld en vooral de voorkennis is van hun publiek? Respect voor het perspectief van 'het publiek' bij de beschrijving van ingewikkeld materie lijkt mij cruciaal voor het begrip bij datzelfde publiek. Even los van de vraag wie 'het publiek' is.
En dat alles inderdaad zonder de 19e-eeuwse stilistische constructies die een tekst bij voorbaat onbegrijpelijk maken, zoals hierboven al terecht opgemerkt. Maar dat zit hem meer in de woordkeus en een logische volgorde van zinsdelen, en minder in de lengte van een zin.
Advertentie