Advertentie

IND wil beter geïnformeerde gemeenten

Van Lint signaleert dat lokale bestuurders zich soms in het asieldebat mengen zonder altijd goed geïnformeerd zijn. Zo verlangde burgemeester René Verhulst onlangs in Binnenlands Bestuur van de IND kortere procedures die aflopen met ja of nee. De huidige procedures duren volgens Verhulst te lang. Klopt niet, zegt Van Lint.

22 oktober 2015

Lokale bestuurders, politici en ambtenaren zijn niet altijd even goed op de hoogte van de asielprocedure. Nu de gemoederen overal in het land hoog oplopen, is dat volgens hoofddirecteur Rob van Lint van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) wel nodig.

Van Lint signaleert dat lokale bestuurders zich soms in het asieldebat mengen zonder altijd goed geïnformeerd zijn. Zo verlangde burgemeester René Verhulst onlangs in Binnenlands Bestuur van de IND kortere procedures die aflopen met ja of nee. De huidige procedures duren volgens Verhulst te lang. Klopt niet, zegt Van Lint.

Traagheid
‘In werkelijkheid doen wij ons werk voor 70 procent binnen de wettelijke termijn van acht dagen. In de overige gevallen concluderen we dat nader onderzoek gewenst is, bijvoorbeeld omdat er twijfel is over het land van herkomst. Deze verlengde asielprocedure mag maximaal zes maanden duren. Ook daar houden wij ons aan. Momenteel handelen we eerder meer dan minder zaken binnen acht dagen af. Dat komt doordat veel Syriërs goed gedocumenteerd zijn, waardoor wij gemakkelijker binnen een week kunnen beslissen. Het beeld dat de IND jaren doet over procedures is dus echt onzin. Wel komt het voor dat mensen na een afwijzing nog jarenlang procederen, omdat ze het er niet mee eens zijn. Dan halen ze alles uit de kast, tot de Raad van State aan toe. Maar dat heeft niets te maken met traagheid of onduidelijkheid van de kant van de IND.’

Misvatting
Het is niet de enige misvatting die Van Lint uit de wereld wil helpen. De burgemeester van Goes wekt ook de indruk dat identiteitspapieren voor asielzoekers niet zo belangrijk zijn. Van Lint: ‘Hij vraagt zich af of er wel wordt gecontroleerd op documenten. Het antwoord is: ja, natuurlijk. Zowel door de Koninklijke Marechaussee als door onze mensen. Iemand die ongedocumenteerd binnenkomt moet aanzienlijk meer uit de kast halen om aan te tonen dat zijn verhaal echt is dan iemand die de juiste papieren kan overleggen. Maar er kunnen ook goede redenen zijn waarom iemand die vlucht geen papieren heeft.’

Administratieve rompslomp
En dan is er nog de oproep van burgemeester Verhulst om de verblijfsvergunning niet standaard vijf jaar te laten zijn, maar bijvoorbeeld twee jaar. ‘Die vijf jaar is wettelijk vastgelegd’, zegt Van Lint. Bij internationale conflicten zie je dat het vaak ten minste vijf jaar duurt voordat de situatie weer als veilig kan worden bestempeld. Kijk naar de oorlog in Syrië, die is nu vier jaar gaande. Twintig jaar geleden hebben we op de Balkan hetzelfde gezien. Dus een verblijfsvergunning na twee jaar herbeoordelen, leidt op de korte termijn tot meer administratieve rompslomp en niet automatisch tot een korter verblijf in Nederland. Bovendien hebben we de mogelijkheid om de vergunning tot verblijf in te trekken zodra de situatie in het land van herkomst is verbeterd. De asielzoeker moet dan terug. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan na de oorlog in Irak.’

Moeilijke klus
Van Lint realiseert zich dat ook gemeenten een moeilijke klus te klaren hebben. ‘De gemeenten, COA, IND, Vluchtelingenwerk en de politie werken aan dezelfde opgave. Het is daarbij van belang dat we over en weer informatie delen. Laatst had ik de burgemeester van Utrecht aan de lijn, die dezelfde avond nog zijn verhaal moest doen op een bewonersavond. Hij had een paar vragen over de asielprocedure en vond het heel fijn om daar antwoorden op te krijgen, omdat hij zijn bewoners nu goed kon informeren. Mijn oproep is dus: bel gerust, wij staan altijd open voor het gesprek.’

Lees het hele interview in Binnenlands Bestuur nr. 21 van deze week. (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie