Advertentie

‘Gemeenten hebben te weinig info over radicale inwoners’

Een gebrek aan informatie over radicaliserende inwoners van landelijke partijen belemmert gemeenten in hun aanpak om radicalisering tegen te gaan. Dat blijkt uit onderzoek van Universiteit Leiden.

18 augustus 2015

Een gebrek aan informatie over radicaliserende inwoners van landelijke partijen belemmert gemeenten in hun aanpak om radicalisering tegen te gaan. Dat blijkt uit onderzoek van Universiteit Leiden. Ook wringt de ‘signaleringsfunctie’ van radicalisering met de vertrouwensband tussen gemeente en inwoners.

Effecten op gemeentelijk niveau

Lili-Anne De Jongh deed afstudeeronderzoek voor haar masteropleiding Politicologie. Ze onderzocht de effecten van de aanpak van radicalisering op gemeentelijk niveau en sprak met diverse gemeenten, lokale welzijnsorganisaties en wijkagenten over hun rol bij radicaliserende inwoners, gezien zij nu medeverantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van radicaliseringsmaatregelen. Gemeenten werken bij deze maatregelen samen met een aantal landelijke partners zoals het OM, de NCTV en het Ministerie van Veiligheid en Justitie.


Gebrekkige informatie-uitwisseling

De respondenten gaven te kennen dat een gebrekkige informatie-uitwisseling van landelijke partijen de uitvoering van de gemeentelijke taken op dit gebied in de weg zit. ‘Gemeenten begrijpen goed dat niet alle informatie gedeeld kan en mag worden, maar het belemmert hen wel bij het uitvoeren van hun taken. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat bepaalde gebeurtenissen met geradicaliseerde inwoners niet bekendgemaakt worden aan de gemeente’, aldus De Jongh.


Preventie en signaleringsfunctie wringen

Voor gemeenten ligt de nadruk bij het tegengaan van radicalisering op preventie, maar tegelijkertijd is er in sommige gevallen ook een ‘repressieve’ taak: het signaleren van mogelijke radicalisering en die informatie doorgeven aan andere partijen. Dit maakt het in de praktijk soms lastig om een vertrouwensband te creëren met de bewoners. De gemeenten proberen volgens De Jongh de nadruk toch vooral op preventie te leggen door persoonlijk contact te onderhouden met inwoners en bezoeken af te leggen. ‘Er wordt bijvoorbeeld voortdurend gevraagd naar de behoeftes van de lokale gemeenschap. De gemeenten zijn daarbij zo transparant mogelijk over hun eigen rol en intenties.’

Stigmatisering

De respondenten gaven daarnaast ook aan dat ze zich bewust zijn van het gevaar van eventuele stigmatisering van de moslimgemeenschap. ‘Er is door het tegengaan van radicalisering onbedoeld of bedoeld extra aandacht voor de moslimgemeenschap. Daarbij wordt de moslimgemeenschap als geheel ook beschouwd als potentiële individuen die zouden kunnen radicaliseren. De respondenten van dit onderzoek zijn zich echter zeer bewust van dat feit. Hierdoor zijn zij op zoek naar alternatieve mogelijkheden om hun kijk op radicalisering en jihadisme aan te passen.’ De respondenten noemen het ‘loslaten van vaststaande perspectieven’ en ‘ruimte te maken voor discussies en andere denkbeelden’, als manieren om stigmatisering tegen te gaan.

Klik hier voor het volledige onderzoek.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

JJMoes
Praatjes vullen alleen op het Binnenhof gaatjes. Er is nog geen sprake van geweldsdelicten door de Bond van Ambtenaren in Ruste op G.G. dus stigmata zijn kennelijk onzin. Wel is het geconstateerde probleem niet te voorkomen door gebroken geweertjes maar door daadkracht en de enige stem waarnaar geluisterd wordt: diezelfde als waarmee het probleem ontstaan is
Kaas !
De schertsfiguren op de foto stigmatiseren zichzelf, geen zin om ze een millimeter tegemoet te komen.
Advertentie