Gemeenten: daling bouwleges, hogere rioolheffing
De belastinginkomsten van gemeenten zijn in vijf jaar tijd met een ruim een kwart gestegen. De dalende legesinkomsten uit bouwvergunningen hebben gemeenten ruimschoots gecompenseerd door de rioolheffing te verhogen.
De belastinginkomsten van gemeenten zijn in vijf jaar tijd met een ruim een kwart gestegen.Tegenover de daling van de legesinkomsten uit bouwvergunningen staat een verhoging van de rioolheffing.
Inwoner gemiddeld vijf tientjes meer kwijt
Dat blijkt uit onderzoek van Berenschot op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). De gemeentelijke belastinginkomsten stegen sinds 2009 met 26 procent. Het bedrag ging van gemiddel 183 euro per inwoner toen naar 231 euro per inwoner nu. Deze stijging van bijna 50 euro per inwoner werd vooral gerealiseerd in de eerste paar jaar. Wat Berenschot-adviseur Marvin Hanekamp opvalt, is dat de stijging dit jaar ten opzichte van 2013 relatief beperkt is: 4 procent – zo’n 8,50 euro per inwoner.
Zoet in verkiezingsjaar
Een relatief beperkte stijging van de lokale lasten in een verkiezingsjaar – op 19 maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen – is overigens een vrij normaal verschijnsel. Om de kiezer gunstig te stemmen beperken de zittende colleges de omvang van de lastenstijging doorgaans zoveel mogelijk.
Grote gemeenten innen meest
De belastinginkomsten bestaan voor ruim 80 procent uit ozb-heffingen, de onroerendezaakbelasting. Die blijken sinds 2009 met gemiddeld een kwart gestegen. De ozb-inkomsten van de gemeenten Koggenland en Huizen zijn in 2014 het laagst met respectievelijk 78 en 103 euro per inwoner. Het hoogst zijn ze in Eemsmond (623 euro per inwoner) en Schiermonnikoog (483 euro per inwoner).
Het Berenschot-onderzoek toont aan dat grote gemeenten hebben meer belastinginkomsten per inwoner hebben dan kleine gemeenten. Gemiddeld wordt in 2014 binnen de zogeheten G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) per inwoner 362 euro aan gemeentelijke belasting geïnd. Binnen de overige 100.000+ gemeenten is dit gemiddeld 322 euro en binnen gemeenten tot 15.000 inwoners gemiddeld slechts 208 euro. Een van de verklaringen is dat de vier grote steden gemiddeld aanzienlijk meer inkomsten hebben uit parkeerbelasting dan de andere gemeenten. Daarnaast zijn volgens de onderzoekers in de grote gemeenten de inkomsten uit de ozb-belasting hoger.
Dalende legesinkomsten uit bouwverguningen
Een ander soort heffing van gemeenten zijn de zogenaamde retributies: verplichte betalingen voor door de gemeente geleverde individuele diensten, zoals reinigingsrechten, afvalstoffenheffing, rioolbelasting en bouwvergunningen. Dat soort heffingen zijn sinds 2009 nagenoeg gelijk gebleven en bedragen gemiddeld 234 euro per inwoner. De inkomsten voor bouwvergunningen zijn gedaald met 30 procent. Die daling vindt zijn oorsprong in de kredietcrisis en de economische recessie die daarop volgde. De nieuwbouw van huizen is dan wel niet helemaal tot stilstand gekomen, maar wel gestagneerd. De daling in de afgifte van het aantal bouwvergunningen houdt regelrecht verband met een daling van de legesinkomsten daaruit. ‘Dat hebben gemeenten echter ruimschoots gecompenseerd door de rioolheffing te verhogen’, aldus Hanekamp. Of er sprake is van een oorzakelijk verband, is door Berenschot overigens niet onderzocht.
Het artikel suggereert dat gemeenten de rioolheffing oneigenlijk verhoogd hebben.
Dat mag niet.
Als er gewoon doorgebouwd was, waren de (bouw-) leges gewoon op peil gebleven en was desondanks de rioolheffing op het huidige niveau uitgekomen.