Advertentie

'Geen regelreflex rond recreatieplassen'

Gemeenten moeten niet in een regelreflex schieten door de verdrinkingsdoden in recreatieplassen, meent adviescollege Actal.

28 oktober 2013

Afgelopen zomer volgden de berichten over verdrinkingsdoden elkaar in rap tempo op. Het leek alsof er meer doden waren dan anders. Onmiddellijk klonk de roep om meer regelgeving. Actal waarschuwt echter dat gemeenten niet in een regelreflex moeten schieten.

Niet meer verdrinkingsdoden
Jongen verdronken bij Urkersluis; Gehandicapte 11-jarige jongeren verdronken in Vianen, 5-jarige verdrinkt in Amsterdam, Peuter verdronken in recreatieplas Mierlo. De afgelopen zomer verscheen het ene na het andere krantenbericht over kinderen, ouderen, Polen en Bulgaren die het leven lieten bij het zoeken naar afkoeling in een recreatieplas, meer of kanaal. Ondanks de aandacht voor het onderwerp blijkt uit cijfers van Actal dat het aantal verdrinkingsdoden in zwemwater niet structureel toeneemt. Het risico bestaat echter wel dat gemeenten onmiddellijk in een regelreflex schieten.

Informeren over risico’s
De overheid kan burgers beter informeren over de risico’s die zij lopen met zwemmen in oppervlaktewater dan direct met wet- en regelgeving te komen, stelt Actal, het Adviescollege toetsing regeldruk, in zijn advies ‘Geen onnodige veiligheidseisen voor zwemmen in oppervlaktewater’.  Te veel regelgeving kan zelfs tegengesteld werken, meent Jan ten Hoopen, voorzitter van Actal.

TomTom-effect
 ‘Er is al 10 jaar lang géén sprake van een structurele toename van het aantal verdrinkingsdoden. Geen reden dus voor aanvullende veiligheidsmaatregelen. Het kan zelfs zo zijn dat mensen minder alert worden en minder veiligheidsmaatregelen treffen als er een toezichthouder is.’ Het TomTom-effect, noemt Ten Hoopen dat. ‘Wie 100 procent vertrouwt op zijn TomTom, ontwikkelt geen oriëntatievermogen.’


Burger zelf verantwoordelijk
Burgers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun veiligheid, stelt Actal. De meeste mensen doen wat nodig is: kinderen halen hun zwemdiploma’s, ouders zorgen voor zwembandjes bij kleine kinderen en gaan niet zwemmen bij lage temperaturen of slecht weer. Jan ten Hoopen: ‘In de huidige participatiemaatschappij waarschuwt de overheid voor risico’s wanneer de veiligheid dat vereist, in plaats van verplichtingen op te leggen. Bij zwemwater kan dit eenvoudig door waarschuwingen te plaatsen op websites en langs de waterkant. Dat gebeurt al voor de waterkwaliteit; informatie over de veiligheid kan daar gewoon bij.’

Onduidelijkheid over criteria

Op sommige locaties is toezicht verplicht, op andere niet. De criteria lijken echter niet eenduidig. Voor eigenaren van zwemlocaties is onduidelijk waarom dit op de ene locatie wel verplicht is, en op een andere locatie niet. Ten Hoopen: ‘Mijn advies aan de overheid is: pas het lichtste regime toe op alle aangewezen zwemlocaties, zodat eigenaren van zwemlocaties beter met de regels uit de voeten kunnen’.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie