Advertentie

‘Geen Randstaddenken in Den Haag’

Gemeenten moeten bij hun lobby in Den Haag in oplossingen denken, de Haagse problematiek meewegen en weten hoe de hazen er lopen. Die tips destilleerden auteurs Jur de Haan en Erik van Venetië uit gesprekken met topambtenaren en Kamerleden voor hun boek Door Haagse Ogen.

03 februari 2018

Gemeenten moeten bij hun lobby in Den Haag weten hoe de hazen daar lopen, in oplossingen denken en de Haagse problematiek meewegen. Die tips destilleerden auteurs Jur de Haan en Erik van Venetië uit gesprekken met topambtenaren en Kamerleden voor hun boek Door Haagse Ogen.

In 2014 brachten jullie het boek De Lobbyende Gemeente uit. Is gemeentelijk lobbyen sindsdien verbeterd?

De Haan: ‘Het verschil met toen is dat veel meer gemeenten zich realiseren dat ze over hun relatie met Den Haag moeten nadenken en daar stappen in moeten zetten. Dat doen ze soms door een lobbyist af te vaardigen en soms door een werkbezoek met het hele college af te leggen om te kijken hoe ze in Den Haag liggen. Ik heb het idee dat steeds meer gemeenten dat doen en beter hun belangen behartigen.’

Waar ergeren ze zich in Den Haag zo aan dat ze toch met deze lobbyadviezen komen?

‘Een gemeente moet zich eerst oriënteren op hoe het Den Haag precies werkt: hoe lopen de hazen? Dat gaat van het wetgevingsproces tot het juiste moment om een Kamerlid te benaderen. Een tweede constante is dat als gemeenten lobbyen, ze vaak alleen komen en puur de gemeentelijke visie op een kwestie geven. Daar zijn ze allergisch voor in Den Haag. Ze zullen meteen vragen: heb je ook de opvattingen van andere partijen, maatschappelijke organisaties, burgers meegenomen? Gemeenten zijn vaak niet goed in coalities met burgers, maar als je alleen voor je eigenbelang pleit, prikken ze daar in Den Haag snel doorheen. Kom niet alleen en zeg wat je hebt gedaan om belangen te verenigen. Derde constante is dat gemeenten vaak lobbyen voor een oplossing. Maar hebben ze zich wel verdiept in de problematiek waar Den Haag mee worstelt? Zoek daar aansluiting mee. Bied oplossingen aan voor nationale vraagstukken. Niet alleen zenden, maar ook verbinding zoeken. Dat punt bracht de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb goed naar voren.’

Het boek werd gistermiddag aan hem aangeboden. Hij benoemde het succes van de Rotterdamse lobby. Waar ligt dat in?

‘De kracht van Rotterdam is dat ze met oplossingen komen. De stad is een grote veroorzaker van de CO2-problematiek met het Havenbedrijf, maar ze bieden dan aan dit probleem samen aan te pakken. Dan ben je goed en effectief bezig, want er worden ook zaken meegenomen waar de stad belang bij heeft. Verder is Rotterdam proactief. Kamerleden die net waren geïnstalleerd kregen meteen een uitnodiging om in Rotterdam te komen kijken naar ontwikkelingen in hun vakgebied. Ze zijn productief, snel en denken in nationale oplossingen. Aboutaleb benadrukte dat ook ambtenaren hierbij adviserend en ondersteunend werk leveren. Rotterdam is de gemeente die zijn zaakjes het beste voor elkaar heeft.’

Is er verschil in hoe kleine en grote gemeenten lobbyen?

‘Kleine gemeenten moeten zich eerder verhouden tot Den Haag, maar zijn niet per definitie minder goed in lobbyen. Als zij zich aan de bovenstaande punten houden, kunnen ze heel ver komen. Heel veel Nederland zit natuurlijk niet in de steden. Den Haag wordt vaak beticht van Randstaddenken, maar dat haal ik absoluut niet uit de gesprekken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie