Advertentie

Fijnaut: ‘Inrichting Nationale Politie te bureaucratisch’

Criminoloog Cyrille Fijnaut komt in zijn pas verschenen boek Het nationale politiekorps tot de conclusie dat de werking van de Nationale Politie te bureaucratisch is en dat ten koste gaat van de uitvoering van politietaken.

28 september 2012

In zijn boek Het nationale politiekorps dat 27 september uitkwam, beoordeelt criminoloog Cyrille Fijnaut de blauwdrukken van het beoogde korps op hun staatkundige gehalte en hun operationele waarde. ‘De Nationale Politie is een winstpunt, maar de werking is te bureaucratisch.’

U bent een voorstander van een Nationale Politie en heeft minister Ivo Opstelten zelfs overtuigd van het nut. Hij zou het in Den Haag gaan regelen. Maar hij doet het niet goed?
‘Opstelten heeft mijn ongevraagde advies in ontvangst genomen. We verschillen van mening over de huidige inrichting van de Nationale Politie, maar hij kan goed met meningsverschillen omgaan. Hij hecht sterk aan de regionale indeling. Op dat punt zijn we het niet eens.’

Waarom bent u voorstander van de Nationale Politie?
‘Om een paar redenen. Een Nationale Politie is doeltreffend en doelmatig met een adequaat beheer. Een goede infrastructuur is belangrijk als evenwichtig personeelsbeleid. Getalenteerde politiemensen zijn schaars. We moeten zorgen dat de beste mensen versneld op belangrijke posities komen. Daarbij komt de werking van de politie. Bij een Nationale Politie is het niet zo dat deze niet is verworteld met het lokale bestuur. Ingebed in de gemeente kan heel goed. De politie moeten geen horige van de burgemeester worden, maar wel dicht tegen de gemeente aan functioneren.’

Maar u heeft ook kritiek.
‘Ja, als wij kijken naar de historische lijn van de politie begint deze met de gemeentepolitie. Het is een gemiste kans dat de vorming van de Nationale Politie niet is aangegrepen om de rigoureuze ontworteling vanaf 1993 ongedaan te maken. Mijn tweede punt van kritiek is dat de huidige vorm met vijf lagen erg bureaucratisch is en dat gaat ten nadele van de uitvoering van politietaken. Dat is ongelukkig. De 168 basisteams van 60 tot 200 man kunnen onmogelijk al hun taken verrichten. Daarboven zijn de districten niet robuust en gespecialiseerd genoeg. En dan volgen nog eens de regio’s, de landelijke eenheid en de korpsleiding.’

U wilt 30 districten van grote gemeenten met 100.000 inwoners of meer. Met een flinke politiepost in elke gemeente daaromheen in plaats van de tien eenheden die het nu worden. Waarom is dat beter?
‘Kijk inderdaad naar de 25 grote gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Maak daar een robuust district van. Burgemeesters hebben daar behoefte aan. Daaromheen maak je politieposten. Dat is een vertakking, maar die moet altijd terug kunnen vallen op een robuuste politie. Regio’s vind ik niet nodig. Je kunt beter grote districten grote taken geven, zoals de meldkamers, de observatie- en de arrestatieteams. Anders krijg je veel coördinatieproblemen.’

Het huidige plan is te bureaucratisch en gescheiden georganiseerd?
‘Ja, wat er komt is beter dan wat er nu is. Gespecialiseerde eenheden en lokale eenheden moeten meer aansluiten. Je moet het op centraal niveau op gelijkere voet organiseren. Dit is niet de optimale formule, dus ik reken op een stevige evaluatie over vijf jaar.’

Over vijf jaar pas?
‘Het inrichtingsplan is niet definitief. Ik heb nu een ongevraagd advies gegeven. Binnen de liggende plannen kunnen we nog zaken herstellen. De basisteams kun je gemeentelijk organiseren, daar is ruimte voor in de wetgeving. Daarbij moeten we taken en verantwoordelijkheden heroverwegen voor de basisteams, de districten, regio’s en in de coördinatie. Verder moeten we nog eens goed nadenken over die districten. Hoe coordineer je het landelijk niveau het beste met de regionale schaal.’

Opstelten houdt vast aan de regionale indeling. Waarom is dat niet goed?
‘Als je naar de grote zaken kijkt die de afgelopen jaren zijn misgegaan, zoals de Schiedammer Parkmoord, en de rapporten die daarover zijn verschenen, dan is het probleem dat er onvoldoende wisselwerking is tussen de tactische recherche en de forensische recherche. De eerste zit straks op districtsniveau en de andere op regionaal niveau. Dat komt de wisselwerking niet ten goede.’

Dat klinkt als goede argumentatie. U was ook bij de hoorzitting voor de Eerste Kamer. Heeft u dit toen niet laten horen?

‘Mijn boek staat vol met argumentatie. De Eerste Kamer voelde zich niet geroepen over het inrichtingsplan te oordelen. Ik heb toen gewezen op de disproportionele machtspositie van de korpschef en die kritiek heeft Opstelten ook overgenomen. In de herstelwet is die positie aanzienlijk aangepast. Ik hoop dat Opstelten ook de ongevraagde adviezen in mijn boek overneemt.’

Denkt u ook dat hij dat gaat doen?

‘De Nationale Politie is al een enorm winstpunt. Ik ben daarover positief gestemd. Het is jammer dat niet wat meer wijsheid in de werking is gestopt. Het is te bureaucratisch en onvoldoende afgestemd op de harde realiteit. De makers zijn onvoldoende thuis in het politiewerk en baseren zich op filosofieën uit de vorige eeuw. Zij weten niet wat er speelt in de opsporing. Het is een tekentafelplan dat met onvoldoende voeten in de aarde is gemaakt. Ik krijg veel bijval in de praktijk. Die mensen zijn ook niet achterlijk. Een vakbondsman als Gerrit van de Kamp is beter geïnformeerd dan menig politiechef. Maar praktijkmensen houden de kaken nu op elkaar, dus kom ik met mijn adviezen en hoop ik dat die worden opgevolgd.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Robbie Ribbens / Beleidsmedewerker
Het verhaal van Fijnaut heeft, voor zover ik uit dit artikel kan halen, weinig toe te voegen. Hij komt niet verder dan structuur. Een landelijke organisatie bestaande 55.000 medewerkers is op voorhand bureaucratisch. De vraag is eerder, hoe voorkom je zoveel mogelijk de bureaucratische effecten? In dat opzicht is de kritiek van de ACP dat de politieorganisatie niet wezenlijk zal wijzigen omdat dezelfde mannen in het zadel blijven zitten, steekhoudender. Einstein zei het al: 'Je kunt een probleem niet oplossen vanuit hetzelfde soort denken dat tot het probleem heeft geleid'.
Advertentie