Experimenteer met stemmen vanaf 16 jaar

Om de politieke betrokkenheid van jongeren te vergroten, moet in gemeenten en provincies worden geëxperimenteerd met het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar. Daarvoor moet de kiesgerechtigde leeftijd uit de Grondwet worden geschrapt en de Kieswet aangepast.

Experimenten

Dat stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn vandaag verschenen advies Jong geleerd, oud gedaan. ‘Den Haag’ moet gemeenten en provincies ondersteunen die willen experimenteren met de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd. Jongeren moeten door ‘Den Haag’ worden geholpen bij het voorbereiden op hun deelname aan deze experimenten.  

Politieke interesse

Jongeren van 16 jaar en ouder zijn goed in staat hun mening te vormen en te bepalen welke politieke partij het beste bij hen past, aldus de ROB, ook al ontwikkelen zij zich nog. Deze quality of the vote is voor 16-jarigen niet lager dan voor 18-jarigen. Het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd heeft in andere landen een positief effect gehad op de politieke interesse, kennis en participatie van jongeren, zowel op de korte als lange termijn. ‘Bovendien past deze verlaging bij een inclusieve democratie die politieke participatie en gelijkheid hoog in het vaandel heeft’, schrijft de ROB in zijn advies.

Burgerschapsonderwijs

Wel moet de maatregel gepaard gaan met activiteiten en initiatieven om jongeren bij de politiek te betrekken. De ROB denkt daarbij onder meer aan speciaal op jongeren gerichte opkomstcampagnes en investeringen in het burgerschapsonderwijs. Door meer aandacht te besteden aan democratie en burgerschap in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs, gaan 16- tot 18-jarigen beter voorbereid stemmen, aldus de ROB.

Wetsvoorstel

De effecten van de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd moeten worden onderzocht. Gekeken moet worden naar de gevolgen voor de opkomst, de quality of vote, politieke volwassenheid en tevredenheid met en vertrouwen in de democratie. ‘Den Haag’ moet ook het debat aanzwengelen over de vraag voor welke verkiezingen en onder welke voorwaarden de kiesgerechtigde leeftijd kan worden verlaagd. Op basis van dat debat moet het kabinet met een wetsvoorstel komen.