Europese ambtenaren op 'krimpsafari' door Limburg

Krimpsafari
Vandaag maken de afgevaardigden een zogenoemde ‘krimpsafari’ door het Limburgse land, waarbij de wethouder van Parkstad Limburg zal vertellen over het lokale beleid. ‘We willen vooral veel van elkaar leren en kijken naar de samenhang. ‘Het is interessant om ervaringen en kennis uit te wisselen. In de regio Galicië in Spanje hebben ze bijvoorbeeld te maken met sociale problemen. In de regio Silezië in Polen hebben ze te maken met een terugloop van de beroepsbevolking van 65 procent. Die Polen vangen in Limburg het tekort aan arbeidskrachten op. Hun probleem is dus onze oplossing', aldus Ben van Essen, programmaleider Demografie van de provincie Limburg.

Basis
In Maastricht bespreken momenteel 13 regio’s uit heel Europa de sociaal-economische situatie in ieder gebied, zoals de regionale economie, een leven lang leren en gezond oud worden. ‘We leggen nu de basis op ambtelijk niveau met de projectleiders. Het is de bedoeling dat het verderop in het proces op bestuurlijk niveau wordt gesproken’, zegt Van Essen. De ongeveer 35 deelnemers komen onder meer uit Finland, Ierland, Spanje, Polen, Roemenië, Italië en Duitsland,

DART
De Duitse deelstaat Brandenburg heeft eind 2007 de andere regio’s bij elkaar gebracht op dit belangrijke thema. Destijds is er voor (toen nog) 8 regio’s een interregionale subsidie aangevraagd bij de EU om de samenwerking te bevorderen. Na drie pogingen gaf de EU afgelopen oktober groen licht voor een driejarig project onder de naam DART (Declining, Ageing and Regional Transformation). ‘De provincie Limburg draagt ook een ton bij, maar die krijgen we deels terug’, vertelt van Essen.

 

Krimpproof beleid
'Uiteindelijk is het de bedoeling om een lijn naar Brussel te krijgen om hen te bewegen tot “krimpproof beleid”. ‘Daar denkt men nog voornamelijk in termen van groei. Dat kan niet meer. Er zijn hele naties die krimpen.’ Van Essen hoopt dat DART later een rol zal spelen in het beïnvloeden van de Europese Commissie. ‘We zullen gevraagd, maar ook ongevraagd advies geven en langs meerdere lijnen de EC benaderen.’