Advertentie

Crises steeds vaker “plaatsontbonden”

De rol van burgers bij (mini)crises wordt door overheden nogal eens onderschat. Uit de publicatie Lessen uit crises en mini-crises 2015 van het lectoraat Crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) blijkt dat burgers zowel veroorzaker als beslechter van crises kunnen zijn. Ook zijn crisis steeds vaker "plaatsontbonden". 'De locatie is niet zo relevant meer.'

29 november 2016

Burgers geven niet alleen aanleiding tot (mini)crisissituaties, maar beslechten deze ook. Dat blijkt de publicatie Lessen uit crises en mini-crises 2015 van het lectoraat Crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). ‘We zien vaker dat de crisis “plaatsontbonden” is, de locatie is niet zo relevant meer.’

Minicrises

De dood van arrestant Mitch Henriquez, het kraanongeluk in Alphen aan den Rijn en de NOS-gijzeling door Tarik Z. staan menig burger nog in het geheugen gegrift. De wateroverlast in het VUmc en de bedreigingen aan het adres van supermarkt Jumbo alweer wat minder. En wie weet naast de omwonenden nog van branden in seniorenflat De Notenhout of in Wateringen waar asbest vrijkwam? Naast het feit dat dit allemaal in 2015 gebeurde zijn deze crises en minicrises voor het vierde jaar op rij geboekstaafd en geanalyseerd door onderzoekers Menno van Duin en Vina Wijkhuijs. De bundel is vanmiddag uitgereikt aan burgemeester Marieke Moorman van de gemeente Bernheze die in 2015 moest omgaan met een ontspoorde demonstratie tegen vluchtelingenopvang in Heesch.

Plaatsontbonden crisis

Wat hen opvalt is niet alleen dat de rol van de burger als veroorzaker én als oplosser van (mini)crises groter wordt, maar ook dat ze steeds vaker “plaatsontbonden” zijn. Gebeurtenissen doen zich in een bepaalde gemeente voor, maar de impact en de consequenties reiken vaak verder. Het overlijden van Mitch Henriquez leidde tot de rellen in Den Haag, maar werd ook onderdeel van het maatschappelijke debat over mogelijk discriminerend optreden van de politie. Ook de vluchtelingenproblematiek leidde in een aantal gemeenten tot onrust, maar was in feite plaatsloos. ‘Dat zien we bij meer cases’, aldus Van Duin. ‘Het domein van een crisis wordt minder helder.’


Asbestpsychose
Wie in de publicatie op zoek gaat naar een lijstje belangrijke lessen rekent buiten de methode van de onderzoekers die juist in de casuïstiek de lessen zien. Elke casus bevat een feitenrelaas en een dilemma, waardoor de lezer inzicht krijgt in thema’s die speelden tijdens die specifieke gebeurtenis. ‘We zijn niet van: ga hier voortaan naar links en daar naar rechts.’ Daardoor heeft ieder hoofdstuk zijn eigen pijlers en achtergronden en wordt vooral gekeken naar de waarom-vraag: waarom vertoonden mensen op dat moment dat gedrag? Wel wil Van Duin in sommige zaken wel een overkoepelende conclusie trekken. “We zitten in Nederland wel een beetje in een “asbestpsychose”. Dat kan wel een onsje minder. Dat geldt ook voor politieke druk die er soms op wordt gelegd.’


Rodelintjessyndroom

De rol en betrokkenheid van de burger bij (mini)crises is belangrijk en relevant, maar de burger kan dus zowel veroorzaker als oplosser zijn. De overheid onderschat die oplossende rol, zoals bij het vinden van de bedreiger van de Jumbo, nogal eens en vindt het moeilijk daarmee om te gaan. ‘Ik noem dat het “rodelintjessyndroom”.’ Anderzijds is de burger veroorzaker, zoals bijvoorbeeld de relschoppers in de Schilderswijk. Die ambivalente positie van de burger is misschien nog wel het beste terug te vinden in de vluchtelingencrisis. Van Duin noemt het pijnlijk dat protesten en bedreigingen van een minderheid inderdaad effect hadden op het beleid van gemeenten. ‘Daaruit blijkt dat het lastig is nationaal beleid af te spreken als je hierin gemeenten vrijlaat in hun handelen. Burgers hadden nu het idee dat ze er nog iets aan konden doen en dat was ook zo.’ Dat proces werd versterkt door sociale media die in andere gevallen juist ook zorgden voor matching in het vinden van opvang of benodigdheden voor vluchtelingen.


Overheid niet altijd probleemveroorzaker

Tot slot kun je de vraag stellen of sommige crises wel op het bordje van de overheid terecht moeten komen. ‘De overheid is niet altijd de probleemveroorzaker, maar kreeg wel bijna de schuld van de teerrestanten van de asfaltfabriek in Olst. Ze hadden het misschien kunnen weten, maar het is navrant dat de overheid dan ook slachtoffer wordt en voor de kosten moet opdraaien. Het “aapje” wordt dan bij de overheid gelegd.’ Overigens worden in de publicatie niet alleen grote en kleine crises ontleed en beoordeeld welke bestuurder welke rol in een crisis had moeten spelen, maar bijvoorbeeld ook perikelen rond de invoering van de Nationale Politie onder de loep genomen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie