Advertentie

Burgemeester verliest strijd om ligplaats boot

Burgemeester Aucke van der Werff van Noordoostpolder moet zijn boot weghalen uit de Zwolse Vaart. Dit heeft voorzieningenrechter beslist in de zaak die de burgemeester tegen de provincie Flevoland had aangespannen.

29 juli 2016

Burgemeester Aucke van der Werff van Noordoostpolder had het min of meer zien aankomen: de voorzieningenrechter heeft beslist dat hij zijn boot uit de Zwolse Vaart moet weghalen. Het feit dat hij burgemeester is, heeft geen rol gespeeld, stelt de rechter expliciet in zijn vonnis.

Niet onredelijk

Van der Werff wilde via de voorzieningenrechter voorkomen dat hij zijn boot moest weghalen, die hij sinds 2010 achter zijn huis in Marknesse afmeerde. De provincie heeft nieuwe, strengere regels voor ligplaatsen en afmeervoorzieningen ingesteld om ‘een veilige en vlotte doorvaart op de vaarwegen en beheer en onderhoud van de oevers mogelijk te maken en om concurrentievervalsing ten opzichte van jachthavens te voorkomen’, aldus de provincie. Daardoor komt de burgemeester, en met hem iedere burger met een ligplaats achter het huis, niet meer voor een ontheffing in aanmerking. Tot ongenoegen van Van der Werff, die de provincie voor de rechter daagde. De voorzieningenrechter heeft de provincie echter in het gelijkgesteld. De provinciale regels zijn niet onredelijk, stelt de rechter.

Bevoordeling

In zijn vonnis is de rechter expliciet ingegaan op het feit dat Van der Werff niet alleen burger, maar ook burgemeester is. ‘In de eerste plaats geldt dat ook een burgemeester als privépersoon alle rechten moet hebben die elke andere burger heeft. In de tweede plaats moet ook worden gezegd dat het gevoelig ligt als de uitkomst van deze zaak zou zijn dat alleen de burgemeester zijn boot mag laten liggen. Dat geeft allicht ruimte voor sentimenten dat hij wordt bevoordeeld.’ Na de zitting van vorige stelde Van der Werff in een interview in Binnenlands Bestuur dat zijn burgemeesterschap ‘wel degelijk’ een rol in de rechtszaal had gespeeld, ‘maar zeker niet in mijn voordeel’.

Geen last

De rechter stelt nadrukkelijk in zijn vonnis daar, bij de beoordeling van de zaak, geen last van te hebben gehad. ‘Inderdaad moet een burgemeester in zijn privéleven niet meer worden beknot dan een andere burger. Toch heeft de voorzieningenrechter in de beoordeling van deze zaak ook al is het aspect dat de eerstgenoemde verzoeker burgemeester is meermalen ter zitting besproken feitelijk geen “last” van die omstandigheid. Het hierboven gegeven oordeel geldt voor hem, maar zou ook gelden voor iedere andere burger van de provincie.’

Met de afwijzing van de voorlopige voorziening is de kwestie nog niet afgelopen. In september volgt een uitgebreidere rechtszaak. 

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Niek / jurist
Tuurlijk is een burgemeester ook een burger. Maar waar veel bedrijven en instellingen kiezen voor een rondje overleg in plaats van rollebollend met de overheid over straat te gaan, kiest deze burgemeester deze weg. En ik vind dat niet verstandig want het zal altijd aan hem blijven kleven.
M. van der Stelt / adviseur
Als deze burger wijs is vraagt hij ook nog het oordeel van de Raad van State iedere Nederlander dient gelijkelijk behandeld te worden. De rechter had de functie van de burger niet mee mogen nemen in zijn oordeel, is mijn mening. Verder is artikel 6 EVRM duidelijk in het geding
H. Wiersma / gepens.
1. Als de door de provincie verleende ontheffing afloopt is de provincie m.i. natuurlijk niet verplicht om opnieuw een ontheffing te verlenen.

2. Als de provincie de juridische mogelijkheid heeft om de ontheffing tussentijds in te trekken dient de provincie met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van de Algmene Wet Bestuursrecht de vergunninghouder een redelijke termijn te bieden om voor de ligplaats van de boot een andere oplossing te vinden.
Advertentie