Advertentie

Besturingsfilosofie kan democratisch gat dichten

De Renkumse raad hanteert een nieuwe besturingsfilosofie: loslaten in verbondenheid. Die kan helpen om het democratische gat bij samenwerkingsverbanden te dichten.

27 juli 2015

Renkum hanteert een nieuwe besturingsfilosofie: loslaten in verbondenheid. Die kan helpen om het democratische gat bij samenwerkingsverbanden te dichten.

In een notendop komt die filosofie en de daaruit voortvloeiende werkwijze erop neer dat de raad − voordat nieuw beleid wordt uitgestippeld − kaders op hoofdlijnen vaststelt en na een genomen besluit de verantwoordelijkheid daar laat liggen waar hij hoort. Dat kan het college zijn, maar ook een maatschappelijke partner of burgers. Loslaten dus. En achteraf, soms ook tussentijds, controleren of het gegaan is zoals afgesproken. 

Concreet instrument

De filosofie is vertaald in een concreet instrument. ‘Een procesbeschrijving waar de verantwoordelijkheden, input, throughput en output zijn vastgelegd’, verduidelijkt Jelte Bloemzaad die samen met Wine Schultze als ambtenaar aan de wieg stond van de nieuwe besturingsfilosofie. ‘Door deze stappen te zetten, voelt de raad zich serieus genomen in de complexiteit waarmee het college worstelt.’ Deze TomTom voor de Renkumse besturingsfilosofie − de route van plan naar uitvoering − heeft de interesse gewekt van onder meer de Raad voor het openbaar bestuur (het onderdeel intergemeentelijke samenwerking).

Hoofdroutes
De Renkumse besturingsfilosofie kent drie hoofdroutes met elk twee ‘omleidingen’. De eerste hoofdroute is verantwoordelijkheidsverschuiving; het neerleggen van meer verantwoordelijkheid bij de burgers, in de brede zin van het woord wel te verstaan. Denk dus ook aan sportverenigingen en maatschappelijke organisaties. De tweede hoofdroute betreft vergroting van de bestuurskracht via bijvoorbeeld intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. ‘Bij de derde hoofdroute worden inwoners meer betrokken bij het beleidsproces, en dan vooral bij agenda-vorming en beleidsvoorbereiding. Op het betreffende beleidsterrein hou je als overheid wel de verantwoordelijkheid’, aldus Bloemzaad.

Intergemeentelijke samenwerking

Concrete voorbeelden over hoe de nieuwe besturingsfilosofie in de praktijk werkt, zijn er genoeg. Om er eens een van de tweede hoofdroute te pakken: intergemeentelijke samenwerking, een onderwerp dat in vrijwel alle gemeenten speelt. Vooral de onvrede die er bij gemeenteraden leeft over de manier waarop de direct gekozen volksvertegenwoordigers grip ontberen op de besluitvorming in op afstand staande gemeenschappelijke regelingen (GR). De Renkumse besturingsfilosofie kan een oplossing bieden, meent Bloemzaad.

Spelregels

Voordat überhaupt over een GR wordt gedacht, wordt in Renkum eerst naar de inhoud gekeken, dan naar het proces en in de laatste plaats, naar de structuur. Als eerste stap bij de onderhandelingen voor een gemeenschappelijke regeling geeft de raad kaders mee op welke beleidsterreinen zal worden samengewerkt, onder welke voorwaarden en volgens welke spelregels. Als die GR er eenmaal is, dan geeft de raad vervolgens de inhoudelijke kaders op specifieke beleidsterreinen mee, waarmee de wethouder op pad wordt gestuurd. ‘De wethouder heeft binnen die kaders de vrijheid om te handelen en om het maximale eruit te halen. Als hij dan met het resultaat terugkomt, nemen we dat voor kennisgeving aan, ook als onze kaders het niet hebben gered,’ vertelt raadslid Danielle Gerritsen, fractievoorzitter van GemeenteBelangen en mede-initiatiefnemer van de nieuwe werkwijze. Het voordeel is dat de kaders democratisch zijn gelegitimeerd, vindt wethouder Erik Heinrich (VVD). ‘Zo kan ik knopen doorhakken. En ja, ik kan niet altijd alles wat de Renkumse raad wil voor elkaar krijgen. Sometimes you win, sometimes you lose.’

Bestuurlijk walhalla

Het enthousiasme over en het vertrouwen in de aanpak groot. Een bestuurlijk walhalla is het natuurlijk nog niet in Renkum. ‘De basis ligt er nu, maar we hebben nog veel te leren’, erkent Gerritsen. Het op hoofdlijnen vaststellen van de kaders en dan loslaten is en blijft moeilijk.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 15 (24 juli).

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Herman Nijskens
Klinkt mooi, soms zal het ook een verbetering van gevoel opleveren.

Opvallend is dat in het genoemde voorbeeld direct in strijd met de kaders besloten KAN worden.

De raad heeft dus slechts een richtlijn meegegeven en geen kader!

Verder was het tijdspad bij de 3 decentralisaties zo kort dat er concrete besluiten genomen moesten worden voordat (onze) de raad over wenselijke kaders een mening kon vormen...
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
Klinkt inderdaad mooi en is het proberen waard. Loslaten is niets nieuws; het probleem is echter dat dit in bestuurlijke en ambtelijke organisaties in het algemeen maar moeilijk gaat.

Ik moet bovendien nog zien of dit systeem ook werkt op het moment dat er verkiezingen in aantocht zijn. Dan zijn politieke partijen immers al gauw geneigd om elkaar vliegen af te vangen en voor de kiezers mooi weer te spelen. Er is voor de politiek dan vaak niets leuker om een wethouder (achteraf) nog eens flink aan te pakken.
Simon van der Linden / zelfstandig beleidsadviseur
Klinkt inderdaad heel mooi. Maar wie bepaalt er nou welke resultaten gehaald moeten worden en of ze wel gehaald zijn?
Alex
Dit is niets nieuws. Raadsleden horen zich sinds de invoering van het dualisme zonder meer al te richten op kaderstelling en controle. Probleem met de gemeenschappelijke regelingen is dat ze doorgaans niet uit de voeten kunnen met zoveel verschillende kaders als dat er gemeenten zijn. En dus stelt de GR zelf een kader op dat al deelnemende gemeenten maar moeten slikken. Daarnaast is bij de GR'en veeal de controlefunctie in het geeing, omdat raadsleden niet zien wat er gebeurt, en na afloop met de resultaten (zowel maatschappelijk als financieel) geconfronteerd worden. En de wethouder, die zich wellicht niet aan de kaders kon houden, komt ermee weg dat hij overrules werd door de andere gemeentes in het bestuur. Wat deze VVD-wethouder wil, is dus niets anders dan ongelimiteerd de raad opzij schuiven.

En dat is precies wat er niet deugt aan het huidige decentrale bestuur van dit land. We zij terecht gekomen in een wethoudersdemocratie, maar veel van die wethouders zijn niet eens democratisch door de bevolking gekozen, maar een product van machtsspelletjes en partijbureaucratie.

Tijd om regiogemeenten in te voeren en de GR'en aan de kant te schuiven.
Advertentie