Advertentie

Aandacht voor contraterrorisme verslapt snel

De lokale integrale aanpak van terrorisme en radicalisering is krachtig, maar ondervond lang hinder van weggelekte kennis, contacten en capaciteit. Dat blijkt uit de Evaluatie nationale contraterrorisme-strategie 2011-2015 die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

19 mei 2016

De aandacht voor radicalisering en terrorisme nam vanaf 2011 zowel landelijk als lokaal af bij verminderde dreiging of politieke aandacht. Dat blijkt uit de Evaluatie nationale contraterrorisme-strategie 2011-2015 die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De tijd om verloren capaciteit, contacten en kennis na de hernieuwde dreiging vanaf 2013 weer op te tuigen had consequenties voor het gezamenlijke interventievermogen.

Last van weggelekte kennis

De integrale lokale aanpak van terrorisme en radicalisering is uiteindelijk krachtig, maar ondervindt hinder van eerder weggelekte kennis, contacten en capaciteit. Belangrijkste struikelblok is beperkte kennis en capaciteit op het thema radicalisering. Professionals op straat blijken niet altijd over de vaardigheden te beschikken om radicaliserende personen aan te spreken. Respondenten in de drie onderzochte gemeenten (een grote, een middelgrote en een kleine) signaleren herhaaldelijk dat er in 2013/2014 veel inspanning nodig is om de capaciteit van essentiële deelnemers te organiseren, met name bij politie en OM. De lokale aanpak leunt sterk op contacten en betrokkenheid van enkele lokale medewerkers. Dat maakt de lokale aanpak kwetsbaar, ook omdat deze enkele personen overbelast dreigen te raken.

Bestuurlijke retoriek

Soms worden lokale trajecten doorkruist door landelijke interventies en bestuurlijke retoriek waarbij men geen rekening met de lokale aanpak. Termen als “jihadisme” en “contraterrorisme” kunnen maatschappelijke samenwerkingspartners uit de islamitische gemeenschap afstoten. Belemmerende factoren zijn daarnaast het ontbreken van een duidingskader voor radicalisering, beperkte mogelijkheden voor informatiedeling door privacywetgeving en afnemende bereidheid van potentiële uitreizigers vrijwillig mee te werken.

Toerusten professionals blijft zorg

Wel zeggen respondenten dat ze voldoende instrumenten hebben om op casusniveau een maatwerkaanpak vorm te geven. Ook concluderen de onderzoekers dat eind 2015 meer menskracht beschikbaar is, onderlinge afstemming is verbeterd en de samenwerking verder is ingebed in bestaande lokale overlegorganen, zoals het Veiligheidshuis. Toch blijft het toerusten van professionals een zorg. Het is volgens de onderzoekers ook maar de vraag of de herwonnen capaciteit niet weer afneemt als de politieke aandacht verslapt.

Gezamenlijke interventievermogen

Doel van de evaluatie was inzichtelijk te maken welke bijdrage de strategie 2011-2015 had op het verminderen van het risico op en de vrees voor aanslagen en het beperken van mogelijke schade na aanslagen. Om vast te stellen of de overheid krachtig heeft opgetreden bekeken de onderzoekers in hoeverre het gezamenlijk interventievermogen gericht, gedragen en geborgd is geweest op het niveau van strategische planning, landelijke samenwerking en de integrale lokale aanpak.


Lokale aanpak cruciaal

De integrale lokale aanpak is cruciaal in de reactie op de toegenomen dreiging na 2012 en wordt met name ingezet in gemeenten met veel uitreizigers. Gemeentelijke diensten, politie, Openbaar Ministerie en hulpverleningsorganisaties werken samen in een multidisciplinair casusoverleg. Daarin stellen ze een maatwerkpakket op van interventies gericht op individuen met daarin zowel repressieve als preventieve en veiligheids- en sociaalgerichte maatregelen.

 
Selectieve aandacht

De onderzoekers concluderen dat naast het feit dat de capaciteit dus sterk fluctueert de strategie zo breed georiënteerd is dat onbedoeld ruimte ontstaat voor selectieve aandacht. Als gevolg daarvan krijgen veiligheidsgerichte maatregelen onbedoeld prioriteit. De strategie wordt in plaats van een kompas voor alle partners onbedoeld een beleidscatalogus waaruit je vrij kunt kiezen. Verder zien sociaalgerichte partners in tijden van verminderde aandacht voor terrorisme geen expliciete rol meer voor zichzelf, terwijl veiligheidsgerichte spelers wel actief zijn. Voor de brede benadering zijn beide bijdragen nodig. Bij zichtbare dreiging groeit de rol van de sociaalgerichte partners weer.


Verandering en onzekerheid

De onderzoekers adviseren het herstelde interventievermogen voor de strategie 2016-2020 beter te borgen. De vraag is hoe, zeker als de dreiging wegebt of van aard verandert. Dit vergt volgens de onderzoekers flexibel plannen, sturen en leren en dat moet gepaard gaan met meer gefixeerde perspectieven, rollen, posities, en borging van tijd, aandacht en capaciteit. De strategie 2011-2015 heeft niet alles kunnen voorspellen en ook de toekomstige strategie zal trends missen. De onderzoekers noemen het belangrijk dat de strategie zich instelt op verandering en onzekerheid.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie