Advertentie
carrière / Column

Ruimte

Ruimte en vrijheid voor ambtenaren bij het uitvoeren van hun taken levert meer op dan ze beperken door regels.

23 maart 2016

Ruimte. De belofte van iedere vakantiebrochure, een verplicht begrip in het woordenboek van elke makelaar en een eindeloze bron van creativiteit voor sciencefictionschrijvers. Een woord met enorm veel mogelijkheden en een veelheid aan associaties. Ruimte is, kort gezegd, een ruim begrip.

Ruimte heeft iets eindeloos. Het heeft een begin, maar het einde wordt niet gespecificeerd. Daardoor wekt het woord de indruk dat het einde niet bestaat. Uiteraard is dat einde er wel (zelfs het universum is begrensd immers), maar dat vergeten we voor het gemak. Het woord werkt dus heerlijk verruimend.


Hetzelfde mechanisme zien we terug in de professionele ruimte, namelijk over het begrip “professionele ruimte”. In een wereld van regels, protocollen en werkstaten betekent professionele ruimte voor menig medewerker de belofte van vrijheid, van eigen keuzes maken en van vertrouwen in de kennis en ervaring van hemzelf, “de professional”.


Volgens professor Elzinga zijn de collega's in de sociale wijkteams terechtgekomen in dit “walhalla”, zoals hij het onlangs noemde in zijn BB-column. Sinds de decentralisaties hebben de meeste gemeenten namelijk de beleidsregels nog niet ingevuld, soms omdat daar in de hectiek nog geen tijd voor was geweest, maar vaak ook bewust als experiment.


De jurist voorspelt willekeur en een golf aan rechtszaken. Ambtenaren zijn niet gerechtigd om zelf afwegingen te maken. In tegenstelling tot artsen zijn ambtenaren geen professionals die zelfstandig kunnen beslissen op basis van een professionele deskundigheid. “Zij voeren regels en beleid uit.” Niet meer en niet minder.


Alleen bij individuele uitzonderingsgevallen mogen ambtenaren zelf een oordeel vormen, maar Elzinga gaat er dus van uit dat het overgrote deel van alle situaties waar wijkteams mee te maken krijgen in regels gevangen kunnen worden. De vraag is of dat het geval is. En of die regels voor alle betrokken organisaties gelijkluidend zijn.


Anders gezegd: als alles zo goed in regels te vangen is, waarom zijn er dan zoveel gemeenten aan het experimenteren met de professionele ruimte van sociale wijkteams? Die ruimte is weliswaar begrensd maar ruim genoeg om zelf keuzes te maken over hoe mensen het beste geholpen kunnen worden. Blijkbaar is daar behoefte aan.


Ik ben het met Elzinga eens dat willekeur voorkomen moet worden. Maar maatwerk is geen willekeur. En behalve alles dichtregelen is er nog een andere oplossing tegen een tsunami aan rechtszaken: namelijk door meer te worden als die artsen. Door onderling afspraken te maken over de kwaliteit van je werk en elkaar daar aan te houden. In één woord: door te professionaliseren.


Dat is dan ook wat er nu gebeurt. Klantmanagers bij sociale diensten organiseren zich in een beroepsvereniging (de BVK), zetten een kennisnetwerk op en beginnen een gespecialiseerde opleiding. Alleen gecertificeerde klantmanagers mogen straks nog het beroep uitoefenen. Om willekeur te voorkomen en de kwaliteit van hun werk te verhogen zijn de klantmanagers dus bezig een professie te vormen. Net als artsen dus.


Ruimte heeft altijd een grens. Zonder die grens kun je immers niet bepalen hoeveel ruimte je hebt. Dat geldt ook voor professionele ruimte. Regels geven een kader waarbinnen we als ambtenaren moeten werken, maar om mensen echt te helpen moet maatwerk mogelijk zijn. Daarvoor heb je professionals nodig en die zijn zich nu aan het organiseren. Ruim baan voor de ambtelijke professional.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie