Advertentie
carrière / Column

Nieuwe wet maakt ontslag ambtenaar niet soepeler

HR-managers moeten niet denken dat met de versoepeling van het ontslagrecht voor de ambtenaar zaken gemakkelijker worden. De weg naar het ontslag van een ambtenaar blijft lang en kostbaar.

30 juni 2014

Een ambtenaar ontslaan. Dat staat voor HR-managers in de publieke sector zo’n beetje gelijk aan het winnen van het WK voetbal. De weg ernaartoe is lang, onzeker, kostbaar en als je denkt dat je er bijna bent, word je alsnog uitgeschakeld.

Toen ik zo’n tien jaar jaar geleden een ontslagzaak van een ambtenaar in bezwaar en in beroep bij de rechtbank verloor, dacht de werkgever het pleit definitief te hebben beslist. Maar hij kraaide te vroeg victorie, want na uiteindelijk bijna vijf jaar procederen won de ambtenaar in kwestie alsnog het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Het dienstverband moest direct worden hersteld, inclusief alle financiële gevolgen over de gehele periode.

De publieke sector smacht naar versoepeling van het ontslagrecht voor ambtenaren. En die moet er gaan komen door de nieuwe Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren, februari dit jaar door de Tweede Kamer aangenomen. Als ook de Eerste Kamer dat doet treedt de wet naar verwachting in werking op 1 januari 2017. Deze wet trekt het ontslagrecht voor ambtenaren gelijk met die voor medewerkers in de markt sector. Die route loopt dan niet meer via de bestuursrechter, maar via de burgerlijk rechter. Laat nu juist daar een venijnig addertje onder het gras zitten. HR-managers die hopen dat het allemaal wat soepeler gaat worden, kunnen nog wel eens van een koude kermis thuiskomen.

Want ook in de marktsector is het ontslagrecht onlangs ingrijpend gewijzigd met de nieuwe Wet Werk en Zekerheid. Deze nieuwe wet geeft medewerkers in de marktsector  bijna net zoveel ontslagbescherming als waar we bij ambtenaren juist vanaf wilden. Volstond voor de marktsector bij ontslag vrijwel altijd enkel een toets bij het UWV en de kantonrechter, binnenkort kunnen ontslagen medewerkers steeds procederen in drie rechterlijke instanties tot en met cassatie bij de Hoge Raad.

Nevenvorderingen, zoals een salarisgeschil, worden meteen meegenomen.  Het is precies deze route die ‘na normalisering’ straks ook voor ambtenaren gaat gelden. Daarnaast zal de burgerlijk rechter, die straks  het ontslag van een ambtenaar beoordeelt, ook moeten kijken naar allerlei gehandhaafde bepalingen uit de Ambtenarenwet die ook dan horen bij de genormaliseerde ambtelijke rechtspositie, zoals integriteit, openbaarmaking van nevenfuncties, meldingen van misstanden, beperkingen in de uitoefening van grondrechten, noem ze maar op.

Mijn conclusie is dat het ‘ambtenarenrecht 2.017’ voor werkgevers in de publieke sector dus zeker anders, maar beslist niet minder juridisch, niet korter en niet goedkoper wordt. De wereldbeker voor de meest flexibele arbeidsmarkt zal ook na 2017 aan de neus van de publieke sector voorbij gaan.

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Bob Proper / Gebouwenbeheerder
@van der Boom, ik loop al even mee in dit wereldje en ben werkelijk nog geen situatie tegen gekomen waarbij de medewerker die werd ontslagen zij "jammer dat jullie mij ontslaan, maar waarom moet het zo lang duren?". Als beide partijen het eens zijn met het ontslag is een dergelijk ontslag in een zucht en een vloek getackeld! Het gaat vaak mis (termijntechnisch) in de situatie dat een medewerker het niet eens is met het ontslag. In uw woorden moet een dergelijke medewerker dus ook nog eens in opdracht van de werkgever zijn zegeningen tellen en om eigen wil niet zo moeilijk doen.

De slechte opbouw van dossiers zit hem in het feit dat er niks op te bouwen was tot dat het fout ging. Opbouwen doe je ná het moment dat fout gaat, maar ja dan is het leed al geleden en wil je er "meteen" vanaf.

Om de continuïteit te waarborgen en de wisselvalligheid van de politiek te remmen is er een ruimere ontslagbescherming voor ambtenaren. Je moet er niet aan denken dat een welwillend nieuw college een koerswisseling doorvoert en alle beleidsmedewerkers ontslaat omdat we geen nieuw beleid meer gaan maken. Dat college redt de nieuwe verkiezingen niet én het nieuwe college dat wel weer nieuw beleid wil moet gaan werven. Hiermee loopt je organisatie aan kennis volledig leeg en zie dat maar weer eens terug te krijgen.

Marktpartijen met iedere 4 jaar (of nog eerder bij het vallen van een college) een nieuw bestuur met nieuwe ideeën hebben over het algemeen ook niet een lang leven. Nee het succes zit geramd de komende jaren.
Minke / beleidsmedewerker
Voor mijn gevoel schort het vaak aan een juiste handelwijze. Als je goed kunt motiveren waarom je iemand kwijt wilt en je hebt dat goed gedocumenteerd, vervolgens alles hebt gedaan wat je had moeten doen, dan kan er geen beletsel zijn. Maar de ervaring leert dat leidinggevenden en afdelingen van PenO daar niet goed in zijn.
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Jarenlang bij de CAO-onderhandelingen afgescheept met een fooi omdat wij zo'n goede rechtsbescherming zouden hebben, pakken ze die nu alsnog af. Fijne, betrouwbare werkgever die overheid.
Frank Zuylen / adviseur
In een geschil tussen medewerker en de organisatie staat de medewerker er in principe alleen voor, terwijl de organisatie beschikt over over allerlei deskundigen. In ontslagsituaties vecht de medewerker voor zijn/haar persoonlijke bestaansrechten, terwijl niemand van werkgeverszijde persoonlijk geraakt wordt. Dat is op voorhand een ongelijke strijd, en daarom is de rechtsbescherming van de medewerker, of het nu een ambtenaar is of een employee in een comercieel bedrijf, volkomen terecht. Ik begrijp dat je dat als HR-manager vervelend vindt, maar je zou je verdorie toch ook wel eens mogen inleven in de situatie van die medewerker. Of is een HR-manager alleen maar een boekhouder?
Louis van G. / Coach
Om maar even bij de WK metafoor te blijven: het grootste probleem is dat er bij de club van managers te veel en te vaak wissels worden ingezet. De prioriteiten liggen niet bij het creëren van een team maar enkel op de grote focus van het behalen van de (financiële) winst op korte termijn.



De overheidscoach heeft te weinig verstand van het proces dat spel heet en is in staat om Christiano Ronaldo te ontslaan. Simpelweg omdat hij tijdens het werk zijn haren kamt. De overheidscoach koestert liever ambtenaar Suarez die zich vastbijt in het doel van de overheidscoach. Die gaat er pas voor en houdt iedereen vooral voor dat hij toch echt niets verkeerd heeft gedaan.



Totdat Suarez excuses maakt en bekent dat hij zijn werk toch niet helemaal naar behoren heeft gedaan.



De HR manager wordt erbij gehaald en krijgt de opdracht van de overheidscoach om Ronaldo te ontslaan vanwege plichtsverzuim, daar heeft hij een flinke kluivert aan. Immers, hij kamde zijn haren tijdens werktijd. Ook Suarez moet er nu maar uit. Zijn loyaliteit die altijd werd geprezen door de overheidscoach is ineens afgedaan want excuses anders dan aan de overheidscoach zijn not done.



De HR manager gaat met de dossiers naar de bestuursrechter en pakt flink uit. In beide gevallen één aanstelling en één incident, na jaren van trouwe dienst. De rechter bestudeert beide dossiers van wel vier documenten en komt na zorgvuldige afweging tot de volgende uitspraak:



- Het staat buiten spel dat Ronaldo zijn haren kamde tijdens werktijd maar hij kijkt wat vaker in de spiegel, iets wat de overheidscoach ook had moeten doen

- In de casus Suarez staat het 1-0 voor de overheidscoach want je zo erg vastbijten in je werk , dat kan echt niet en zet je op achterstand. Maar de overheidscoach heeft meerdere malen deze bijtgrage werkhouding door de vingers gezien en heeft als zorgvuldige coach nagelaten om Suarez in de gelegenheid te stellen om een verbetertraject in te gaan.



Kortom, in beide gevallen oordeelt de bestuursrechter dat de sanctie van de overheidscoach buitenproportioneel is en dat beide werknemers weer opgenomen moeten worden in het team.



De overheidscoach mompelt wat en vindt het allemaal maar niets. Die rechters houden altijd de spelers de hand boven het hoofd en zijn altijd partijdig. En dan die HR managers, daar heb je helemaal niets aan. Je geeft ze een opdracht en ze bakken er niets van . Misschien moet die HR manager er ook maar uit. We zoeken wel een andere HR manager die zich bezig houdt met het strategie en opbouw en verder niet bezig hoeft te zijn met zijn kerntaken. Gewoon luisteren en doen wat de overheidscoach wil is voldoende. Immers, wanneer de overheidscoach behoefte heeft aan een echte adviseur dan huurt hij die wel extern in. Wat nou organisatie- en dossierkennis.



We gaan weer aan het werk en hebben niets geleerd van onze nederlaag. Gewoon een nieuwe staf, een nieuwe overheidscoach en wie weet lukt het hen wel om de spelers er wel uit te krijgen.



Het is in mijn optiek dan ook volstrekte nonsens dat de overheidscoach na een lange weg toch nog wordt uitgeschakeld. Ja, de weg is lang en dat is helemaal waar. Maar de uiteindelijke uitschakeling komt toch in 90% van de gevallen door slechte dossiervorming, te frequente wissels bij het management, onzorgvuldigheid bij de overheidscoach en vooral onvoldoende motivering en argumentatie waarom de speler niet meer in het spel thuis hoort.



Geen enkele wijziging van het ontslagrecht zal leiden tot het buiten spel zetten van spelers zolang de overheidscoach handelt op basis van enkel wat hij vindt en niet op basis van wat hij objectief waarneemt.



En iedere ontslagbescherming, ook het huidige, kent een reglement waarin ondubbelzinnig is voorzien om afscheid te nemen van niet functionerende spelers. Noch de huidige spelregels noch de nieuwe spelregels vormen voor de overheidscoach een drempel . Ook voor de speler vormen zij geen bedreiging, zolang er maar sprake is van een transparante wedstrijd en fair play. In dat geval zal de weg naar de eindzege ook een stuk korter zijn.



Mogen we even je spiegel lenen Ronaldo?

mw. Van der Boom
Voor zowel werkgever en werknemer heeft het huidige ontslagrecht als groot voordeel dat partijen binnen een tijdsbestek van circa 2 maanden weten waar zij aan toe zijn. Om die reden was ik groot voorstander van het wijzigen van het ambtenarenrecht. Het is - zeker voor een werknemer - ongewenst om gedurende lange tijd, en dat kan gemakkelijk jaren zijn, voordat er duidelijkheid is of de aanstelling wel of niet in stand blijft etc. Een groot deel van de energie gaat uit naar de ontslagzaak, wat ook het vinden van ander werk bemoeilijkt.

Door de nieuwe ontslagprocedure van de Wet Werk en Zekerheid is het zeker dat ontslagprocedures lang, lang kunnen duren, wat voor beide partijen en zeker ook voor de werknemer tot ongewenste situaties leidt.
Advertentie