Leiding geven aan stilstaand water
Jeroen Pepers schetst de voordelen van de veranderingen die de decentralisaties met zich meebrengen. Iedereen moet innovatief zijn, niet alleen de nieuwe instroom.
In 2014 ‘tour’ ik langs gemeenten in Nederland. De teller staat inmiddels op 100 bezoeken. Bij een van deze bezoeken vertelde een manager mij dat hij 'leiding geeft aan stilstaand water'. Aanleiding voor deze beeldspraak was voor hem de afname van de instoom/doorstroom bij zijn mensen. Het 'stilstaande water' zorgt in zijn ogen voor stilstand van vernieuwing en verandering op zijn afdeling.
Hoewel ik de beeldspraak niet passend vind, begrijp ik wel meteen wat hij bedoelt. De mobiliteit in de sector gemeenten is gedaald tot 4 procent in 2013 (Monitor 2013). Een dergelijke terugval van de binnenkomst van nieuwe ideeën en nieuw 'bloed' binnen een afdeling heeft natuurlijk effect op de gang van zaken.
Tegelijkertijd is het beeld volgens mij vooral tekenend voor de makke van veel managers. Te lang hebben managers bij de overheid geteerd op de instroom/doorstroom als vernieuwende kracht binnen hun organisatie. De nieuwe mensen betekende nieuwe dingen. Zij moesten beweging brengen in de organisatie, een effect hebben op de 'cultuur'.
Dat is op zichzelf al wonderlijk. Waarom zijn het de nieuwe mensen die de ‘zittende’ mensen moeten meenemen in de verandering? En met een instroom van nieuwe mensen van 10 procent in hoogtijdagen betekende het nog altijd dat de 90 procent meerderheid moesten worden meegenomen door de nieuwe, numeriek kleine minderheid. 'Innovatie? Dat is iets voor die nieuwe', zeiden de "zittende" collega's dan. Althans zo stel ik me dat voor. 'En innovatie is niet iets voor ons', dachten ze er dan in mijn beleving nog stilletjes achteraan.
In die zin is het positief dat deze 'verandertactiek', veranderen door instroomkracht, nu niet meer kan werken. Dat is een positieve kant van de vacaturestops. Het dwingt het management om werk te maken van de veranderkracht van de 'zittende' mensen. En het geeft de 'zittende' mensen niet meer de kans om naar anderen te wijzen als het om veranderen gaat. Deze afgedwongen wijziging van de verandertactiek komt juist op een moment dat er veel veranderingen nodig zijn. De 3D's, de veranderingen rondom de nieuwe omgevingswet en de toenemende digitalisering zijn allemaal externe prikkels die nopen tot verandering. Daar komt een interne prikkel van een nieuw beeld van een "Andere Overheid" bij. We gaan op een andere wijze invulling geven aan de relatie overheid-burger.
Volgens mij zijn deze ontwikkelingen alleen maar te omschrijven als een zegen. We worden als lagere overheidsorganisaties gedwongen om heel snel, op een nieuwe wijze, veranderingen te realiseren met het "zittende" personeel. Dat is een zegen voor iedereen. Het management zal snel brede, nieuwe verandertactieken (moeten) leren hanteren. De medewerkers worden aangesproken zich te ontwikkelen, processen anders in te richten en zichzelf nieuwe competenties aan te leren. De sector als geheel leert dat veranderingen iedereen aangaan en dat iedereen open moet staan voor nieuwe dingen. De zegen van stilstaand water is dat beweging van binnenuit zal moeten komen.
Jeroen Pepers
Lijkt mij een zeer terechte conclusie.